Je maakt van alles mee in Thailand (275)
Alhoewel de Thai niet echt veel verschilt van de gemiddelde Belg of Nederlander maak je in Thailand toch soms iets mee wat je in België of Nederland niet zo gauw zal meemaken. Daar gaat deze reeks verhalen over. Vandaag een nieuw verhaal van Lieven Kattestaart: ‘Vechten tegen de bierkaai’.
‘Vechten tegen de bierkaai’
Een onbeduidend dorpje nabij Korat.
Daar woont, al vele jaren en tot haar volle tevredenheid, mijn Thaise schoonmoeder.
Als vrouw Oy en ik er neerstrijken na een weekje Bangkok, heb ik niet alleen wat dure parfum voor haar meegebracht, maar ook wagonladingen bacillen. Verkoudheid heeft mij namelijk in zijn weerzinwekkende greep.
Met dank aan de airco, die hier voor mij vloek en zegen tegelijk is.
Snotterend en kwijlend is het al met al een klef weerzien met het beste mens. De volgende dag, terwijl ik mijn hoofd weer eens in een zakdoek begraaf, zegt Oy op bezoek te willen bij haar tante, een kleine tachtig kilometer verderop.
Zwager Oth zal ons zijn wagen lenen en of ik, in plaats van het gewoontegetrouw passagier spelen bij dit soort familiebezoekjes, ditmaal zelf eens het stuurwiel ter hand wil nemen.
Zwager heeft een grote zwarte Toyota Hilux. Hoog op de poten en voorzien van extra dikke banden. Het soort wagen dat volgens mij niet zou misstaan bij de gemiddelde monstertruck-demonstratie of als volgwagen bij de presidentiële stoet van Joe Biden.
Enige twijfel bekruipt me, want in Nederland slechts een simpel Peugeotje ter grootte van een postzegel besturend, is dit toch van een iets andere orde.
Dus eerst maar eens een rondje door de bijkans verlaten dreven rond schoonma’s huis.
Mocht ik daar iemand van de brommer boetseren kan ik het heel misschien nog afkopen met een vechtkip of de krant van gisteren.
Maar eenmaal proefgereden in de bolide ben ik verkocht, en voel me op slag stoer. Te pas en te onpas de schone frase ‘Ill be back’ ventilerend.
Het schoonmoederlijk erf afrijdend vind ik het dan ook jammer dat de wagen geblindeerde ramen heeft, want nu kan niemand van de dorpelingen zien dat ík het ben die deze mastodont bestuurt.
Het zwarte monster aan een diesel-infuus leggen laat zwager graag aan mij over, dus vereren we even later de plaatselijke oliebaron met een bezoekje.
Met een nonchalante zwaai aan het stuur, alsof ik al jaren dit halve continent aan blik over de Thaise wegen dirigeer, parkeer ik naast de dieselkraan.
Het oude besje dat hier voor pompbediende speelt, gebogen onder de last der jaren en door menig betelnoot-sessie gevloerd gebit, tikt op het passagiersraam. Naar Oy gebarend het tankdop-klepje open te doen.
Daar en dan volgt een hoog-octaan zoektocht om de betreffende knop te vinden. Deze blijft echter volkomen onvindbaar, zelfs met de aanwijzingen (richting binnenverlichting) van schoonmoeder, die de achterbank bezet houdt.
Het pompvrouwtje tikt nu op mijn raam, waarop ik de kluisdeur aan mijn kant ontsluit. Het mensje reikt langs me heen en trekt zonder een moment te aarzelen aan een hendeltje onder het dashboard. De uitdrukking op haar gezicht blijft even onverstoorbaar, maar wat ze denkt kan ik wel raden.
Bij het wegrijden ben ik wederom blij met zwager’s geblindeerde ramen. Ditmaal omdat niemand van de dorpelingen zo het schaamrood op mijn kaken kan zien.
Eenmaal aangekomen bij tante, na een niet al te enerverende rit waarbij ik kans zie zowel mens als bultrund te ontwijken, blijkt daar ook haar schoonzoon Tong aanwezig te zijn. Tong is getrouwd met een dochter van tante, en al jaren chauffeur op een Chang-biertruck. Uit diepe dankbaarheid voor deze positie slaat hij alleen nog bier van de concurrent achterover, zo is mij bij vorige bezoeken gebleken.
Ditmaal zal het anders gaan, want niet alleen is Tong vandaag jarig, maar heeft voor de gelegenheid ook nog eens flink Chang bier ingeslagen. Dat hij als werknemer korting krijgt op deze vloeibare koopwaar heeft er uiteraard niets mee te maken.
Aangezien we morgen pas terugkeren naar het schoonmoederlijk pand, kan ik deze avond dus gerust van de hoogste plank een duik nemen in Tong’s gerstenat.
Terwijl vrouw Oy en aanverwanten zich in de keuken onledig houden met wegwerken van huigsmeltende Som-Tam en het verspreiden van stuitende familieroddels, zet ik mij samen met Tong neer aan het buitentafeltje voor het huis. Teneinde zijn geboortedag op gepaste wijze te vieren.
Intussen is mijn verkoudheid ook in volle hevigheid teruggekeerd. Alsof het virus heeft gewacht tot ik even rustig zat, om weer kopjes te gaan geven.
Tong, met mijn lot begaan, is ervan overtuigd dat bier óók medicinale alcohol is, en speelt voor apotheker.
En zo, ijsgekoeld Chang nuttigend, muggen meppend, en af en toe een handje pelpinda’s uit een zakje graaiend, dobbert onze Thaise avond verder. Waarbij we beiden verwoede pogingen doen het gesprek gaande te houden, maar dit stokt na enige tijd alsnog. Niet vanwege een gebrek aan onderwerpen, maar door de wederzijdse taalbarriére.
Mijn Thais is namelijk op zijn zachts gezegd bedroevend, en Tongs kennis van de Engelse taal kan met gemak op de zijkant van een vloeipapiertje.
Wat geen basis blijkt te zijn voor diepgaande discussies over Isaan-perikelen in het algemeen, of visum-verslijtende farangs in het bijzonder.
Net als ik vrouw Oy wil vragen er maar bij te komen zitten met de rest van de meute, en als broodnodige tolk te fungeren, valt mijn oog op een vettig pakje speelkaarten. En volgt een mijns inziens lumineus idee.
Want als praten niet lukt, waarom dan niet geprobeerd mijn innemende gastheer te imponeren met enkele kaarttrucs? De universele taal van het goochelen zal praten overbodig maken, en tevens een plezante avondvulling zijn, naast het opboeren en pindahappen.
Zo is mijn gedachte.
Tong vindt het prima, en kijkt geïnteresseerd toe hoe ik de kaarten prepareer voor de komende magische momenten. De truc is van een dusdanige simpelheid dat zelfs een kluns met twee linkerhanden deze nog tot een goed einde kan brengen. Er is dan ook een reden dat ik dit foefje ooit onthouden heb, en het bovenaan prijkt in mijn beperkte kaart-repertoire.
Nadat ik de speelkaarten, vol ezelsoren en onbestemde vlekken van menig avondje oeverloos gokken, heb geprepareerd, hussel ik deze flink door elkaar. Om ze dan, na wederom kort schudden, als bij toverslag in perfecte volgorde en kleur weer uit te leggen tussen de pindadoppen en muggenlijkjes.
Verwachtend dat Tong’s onderkaak uit verwondering op tafel zal zakken, en hij verbluft zal vragen hoe ik dát in Boeddha’s naam voor elkaar heb gekregen.
Maar niets van dat alles. Tot mijn stomme verbazing geeft een zichtbaar ongeruste Tong te kennen het maar griezelig te vinden. En te vermoeden dat hier ‘hogere machten’ in het spel zijn.
Aan de Nederlandse keukentafel gebracht zou dit kunstje hooguit voor enige hilariteit zorgen, maar hier, na wat geestelijk gegoochel van mijn gastheer, ontaardt mijn Hans Kazan-momentje ter plekke in een Jomanda-gebeuren.
En verdwijnt jammerlijk in Tong’s zelfgebreide bermuda-driehoek van onbekend, onbemind en onnatuurlijk.
Zelfs nadat ik hem voordoe hoe het werkt, blijft hij er huiverig voor. En heeft liever dat we weer terugkeren naar veiliger bezigheden, zoals pinda’s pellen en bierdoppen lanceren.
Terwijl ik de kaarten weer in het doosje prop, slaak ik inwendig een zucht van ergernis.
En wenste wel dat men Tong in diens jeugd wat vaker een goocheldoos had gegeven, in plaats van goedkope drank, griezelfilms en bergen bijgeloof.
Maar niet getreurd. Mijn mede-pimpelaar heeft intussen wat anders gevonden om gezellig de avond mee door te komen.
Iets waar ik al bang voor was.
De volgende uren worden dan ook doorgebracht met het beluisteren van menig rocknummer op zijn mobieltje, waarbij vooral de gedateerde bijdragen van The Scorpions en de band ‘Europe’ niet onderschat mogen worden.
Er is gelukkig één schrale troost.
Het gebonk van ‘The final Countdown’ weet uiteindelijk nog aardig aan te sluiten bij het gebonk in mijn eigen verkouden hoofd.
Over deze blogger

-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur14 mei 2025‘De eerste keer Isaan’
Cultuur27 april 2025‘Van Queestes en Thaise Doolhoven’
Cultuur17 april 2025‘Thaise naweetjes en dingen die je bijblijven’
Leven in Thailand15 april 2025Je maakt van alles mee in Thailand (277)
Hij is weer mooi !!!
Ik hoop dat je al je verhalen bundel , want ze zijn mooi geschreven en menigeen zal de situatie duidelijk voor hun geest kunnen halen.
Wat kaartspelen betreft , heb ik ooit vernomen dat men in Thailand bij de professionals, waar er veel van zijn , de kaarten in het kaartspel na 1 keer gebruiken al sommige kaarten via de achterzijde kan herkennen.
Trucjes met sigaretten rook een bepaalde kant opblazen om medespelers aan te duiden of de kaarten goed of slecht zijn ,zijn ook veel voorkomend.
Menig drama in Thailand is gestart met kaartspelen.
Onze buurman is er zijn huis mee kwijtgeraakt en een andere goede vrouwelijke kennis van ons , moest op de bovenverdieping van het gokhuis , horizontaal haar gemaakte schuld terugverdienen met klanten.
Later toch maar getrouwd met een buitenlander en in Canada gaan wonen, aangezien de schulden nogal opliepen.
Hallo Lieven,
Met veel plezier lees ik elke keer weer jouw schrijfsels.
Vroeger was er een TV-programma van enkele minuten, waarin Simon Carmiggelt één van zijn stukjes voorlas. Ik keek altijd naar dit programma en in mijn boekenkast staan vele bundels van deze taalvirtuoos.
Helaas is Simon Carmiggelt al lang geleden overleden, maar jij bent naar mijn mening een heel goede vervanger. Net als carmiggelt ben jij in staat situaties weer te geven op een manier dat de lezer het ‘ziet’ gebeuren en dat doe jij ook nog eens op een speelse en onderhoudende manier. In één woord: klasse!
Vr.,gr.,
SiamTon
Beste SiamTon, dank voor dit prachtige compliment.
Dat programma met Carmiggelt die zijn verhalen voorleest op zijn karakteristieke toon, ken ik ook nog uit mijn jeugd. Dacht jaren 70’.
Maar ik zal de laatste zijn die me wil vergelijken met deze Nederlandse grootheid, daar ben ik nuchter genoeg voor. Wat natuurlijk niets afdoet aan je mooie reactie.
Zal proberen binnenkort weer eens wat nieuws in te sturen, want dit zijn jammer genoeg allemaal oude inzendingen.
Vriendelijke groet, Lieven.