De dood wacht ons allemaal

Door Gringo
Geplaatst in Boeddhisme, Cultuur, Legende en sage
Tags: , , ,
16 juni 2015

Misschien kent u het gedicht “De Tuinman en de Dood” nog wel. Hierin staat prachtig omschreven dat je wel kunt vluchten voor de dood, maar dat hij iedereen weet te vinden die op “zijn lijstje” staat. De dood is nu eenmaal onvermijdelijk.

In de sagen en legenden van Thailand komt de dood ook regelmatig voor. Ik vertel u een Boeddhistisch verhaal over een moeder en haar dode kindje.

Kisagotami werd in Savatthi geboren in een armoedige familie. Toen zij volwassen was huwde zij een rijke man uit een gegoede familie en hoopte daarmee gelukkig te worden. Aanvankelijk werd zij echter door de familie veracht vanwege haar armoedige afkomst, maar dat veranderde toen zij het leven schonk aan een zoon. Vanaf dat moment werd zij door de gegoede familie als volwaardig beschouwd.

Haar zoontje groeide voorspoedig op en speelde met andere kinderen, maar toch stierf hij al op jonge leeftijd door een raadselachtige oorzaak. Gotami werd radeloos van verdriet en dacht: “Eerst werd ik in dit huis veracht, maar na de geboorte van mijn zoon kreeg ik wel de waardering. Nu hij dood is, zal die waardering weer veranderen in verachting.” Zij nam haar dode kind in de armen en ging van huis tot huis in het dorp. “Geef mij een medicijn voor mijn kind alstublieft!”.

Boeddha

Overal waar zij kwam sloegen de mensen de handen ineen en lachten haar uit: “Heb je ooit gehoord van een medicijn voor een dood kind?” Zij ging naar het verder opgelegen dorp, want zij kon door haar verdriet niet geloven dat het medicijn wel degelijk bestond. Toen een zeker iemand, een geleerd man, haar bezig zag dacht hij: “Zij zal niet over het verdriet over haar kind heen kunnen komen zonder dat medicijn en als één iemand het medicijn kent, dan is het alleen Boeddha.” En aldus sprak hij tegen haar: “Moedertje, er is niemand anders die dat medicijn kent voor uw kind, maar in het klooster te Dhura verblijft de Tienkrachtige, de allergrootste in de wereld van hemel en aarde. Ga daarheen en vraag het hem”

Gotami dacht: “Die man spreekt de waarheid”, en vervolgens toog zij naar Dhura. De Boeddha zat op zijn zetel en de moeder vroeg vanuit de verzamelde menigte: “Geef mij een medicijn voor mijn kind, oh Heer.” De Meester – die haar zag met haar dode kind op de arm – sprak: “U hebt er goed aan gedaan, Gotami, om hier te komen voor een medicijn. Ga heen en begeef u in de stad, te beginnen bij het allereerste huis en ga de ganse stad door om het huis te vinden, waar tevoren nooit iemand gestorven is. Vraag bij dat huis om een mosterdzaadje.”

Teleurstelling

Verheugd, en met de woorden: “Goed, Heer,” ging zij de stad in en sprak bij de eerste woning: “De Tienkrachtige doet mij, als medicijn voor mijn kind, een mosterdzaadje vragen. Geeft mij een mosterdzaadje.” Met de woorden: “Goed, Gotami,” haalden zij er één en gaven het haar. “Ik mag het niet zo maar aannemen. Is er in dit huis nooit iemand te voren gestorven?”

“Wat zegt u nu , Gotami! Er zijn in dit huis velen voorheen gestorven!”

“Dan heb ik het niet nodig: de Tienkrachtige heeft mij gezegd, het mosterdzaadje uit een huis te halen, waar tevoren nog nooit iemand gestorven is.”

Nadat Gotami bij het tweede huis dezelfde boodschap te horen kreeg dacht zij: “In de ganse stad zal het wel hetzelfde zijn. Dit zal wel door de Boeddha, die goed en medelijdend is, bedacht zijn.” Na verloop van tijd en zonder succes verliet zij de stad en begaf zich naar een naar rottend vlees stinkende verbrandingsplaats. Zij nam het kind in haar handen en sprak: “Mijn lief kindje, ik dacht dat deze dood u alleen getroffen had, maar hij treft niet alleen u: deze wet van de dood geldt voor het gehele mensdom.”

Met die woorden legde zij het kind op de verbrandingsplaats en sprak dit vers:

“Geen wet voor een enkel dorp, geen wet voor een enkele stad,
geen wet ook is het voor een enkel huis,
maar voor de ganse wereld geldt, dat alles onbestendig is”.

En na dit vers nog eens te hebben gezegd, ging zij terug naar de Boeddha.
Nu sprak de Meester tot haar: “Hebt u het mosterdzaadje gekregen, Gotami?”
“Ik heb het zaadje niet nodig, Heer, doch verleen mij een toevlucht,” zo sprak zij.

Onmiddellijk werd haar, zoals zij daar stond, de eerste graad van heiligmaking verleend en zij verzocht om opname in de orde. Nadat zij  driemaal om de Meester was gewandeld en hem driemaal gegroet te hebben, werd zij in een orde van een nonnenklooster opgenomen. Weldra kwam zij, met inachtneming van de riten en gewoonten van de orde tot innerlijke geestelijk rust en tevredenheid.

1 reactie op “De dood wacht ons allemaal”

  1. Simon zegt op

    Wat een prachtig en troost gevend verhaal.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website