Dat mensen uit de Isaan ervaren regelmatig afkeuring en discriminatie, dat beperkt zich niet alleen tot de gewone mensen maar raakt ook monniken. In een artikel op de Isaan Record vertelt een voormalige monnik, professor Tee Anmai (ธีร์ อันมัย, Thie An-mai) over zijn eigen ervaringen. Dit is zijn verhaal.

Twintig jaar geleden zat ik in een overvolle bus, het was spitsuur en mensen kwam terug uit werk of school. Naast mij stonden een groepje van 4-5 studenten. Ik was in gedachte verdwaald en besteedde geen aandacht aan hen, totdat ik plots hoorde wat ze zeiden:

“Verdomme, wat een boerenlul zeg” (ไอ้ … แม่งเสี่ยวว่ะ)
“Yep, wat een verdomde boerenkinkel outfit” (อือ แม่งแต่งตัวเสี่ยวมาก)
“Zo achterlijk Lao zeg, haha” (แม่งลาวมาก 555)

Ik keek hen aan en riep uit “Ik ben Lao en wat dan nog?!” (ลาวแล้วไงวะ!?!). Ze verstijfden en de glimlach verdween van hun gezicht. Ze verdwenen tussen de andere passagiers en trokken zich terug naar de andere kant van de bus. In de bus was het stil zo zonder het gepraat van deze tieners, maar in plaats daarvan hoorde ik hun stemmen luider en luider in mijn hoofd weerklinken. Het maakte mij somber.

Ik dacht terug aan de tijd, dertig jaar eerder, toen ik als eenvoudige boerenjongen toegang kreeg tot een vervolgopleiding na de basisschool. Dit dankzij een opleidingsprogramma voor novieten. Na drie jaar had ik deze opleiding aan de Wat Pho Pruksaram tempel in de provincie Surin afgerond en besefte ik me dat als ik een middelbare schoolopleiding en universitaire opleiding wou afronden, ik dat moest doen in het oranje gewaad. Ik begaf mij naar Bangkok en legde daar een toegangsexamen af aan de Maha Chulalongkorn Rajavidyalaya universiteit van de Mahathat Yuwaratrangsarit tempel, gelegen nabij het Grand Palace te Bangkok.

Wat nog moeilijker was dan het examen was het vinden van een tempel in Bangkok. Ik was namelijk een noviet die zijn 3de niveau Pali examen nog niet had voltooid, en erger dan dat, ik was een noviet uit het de Isaan. Dat maakte het allemaal erg lastig.

“Een Laotiaanse noviet, hmm?” was de reactie van de meeste monniken en abten in Bangkok ten aanzien van “oranje worteltjes” uit het noordoosten zoals ik. Het stond gelijk aan een afwijzing om tot de tempel toe te treden. Ook nadat ik een positieve examenuitslag had ontvangen kon ik geen tempel vinden waar ik mij bij aan kon sluiten.

De woorden “Lao noviet” uit de monden van Bangkokiaanse monniken was een onbewuste, automatische reactie die gelijkstond aan discriminatie. Als je me toen had gevraagd hoe ik me voelde, kon ik alleen maar denken “Ja, ik ben Lao en wat dan nog?”.

Gedurende mijn drie jaar middelbare opleiding was er geen enkele tempel die mij opnam. Gelukkig was er een monnik in Wat Makkasan die mij op de veranda van zijn monnikenhutje (กุฏิ, kòe-tìe) liet verblijven. Ik sliep, studeerde, en deed mijn huiswerk blootgesteld aan de zon, regen en wind. Soms kwam mijn vader op bezoek, en dan loog ik tegen hem en zei dat ik dit vertrek deelde met deze monnik maar alleen buiten sliep als die monnik er niet was. Pas ruim tien jaar later, toen ik werk gevonden had, leerde mijn vader de waarheid kennen. Hij zei daarop: “Mijn jongen, wat moet dat een verschrikkelijke tijd voor je zijn geweest”.

Het is alleen de seculiere wereld, maar ook de religieuze wereld waar men neerkijkt op de mensen uit de Isaan. In mijn tijd als noviet hoorde ik de andere studenten altijd zeggen dat het buitengewoon moeilijk zou zijn voor een Isaan-monnik om het negende (hoogste) niveau van het Pali-examen te halen. Ze zeiden ook dat het voor een monnik uit het noordoosten onmogelijk zou zijn om Opperste Patriarch te worden. Het geval van Phra Phimonlatham, een vooraanstaande monnik uit Khon Kaen die in de jaren zestig werd gearresteerd en opgesloten wegens veronderstelde communistische opvattingen, werd dan als voorbeeld genoemd.

Enkele dagen geleden nog stuurde een vriend uit Khon Kaen mij enkele geluidsfragmenten uit de sociale media app Clubhouse. Daarin werden Isaaners door beledigingen en vol minachting compleet te schande gemaakt. Ik probeerde mijn vriend te kalmeren door te zeggen dat dit onderdeel is van een militaire aangestuurde Informatie Operatie (IO), maar eigenlijk wist ik wel beter. Nee, het is een uiting van diepgewortelde minachting van de Thai, die er genoegen uit halen om op andere neer te kijken en te discrimineren.

Kijk eens naar de schoolboeken van vandaag de dag. Wie was een vriend van ons land? Ze waren allemaal vijanden… We blazen vol trots op onze eigen hoorn en besmeuren de reputatie van anderen. Verhalen over hoe ons land door de geschiedenis heen omsingeld en aangevallen is, een verhaal van trauma en pijn, vol van invasies en slachtingen in plaats van goede buren. Hoe de Birmezen Ayutthaya plat hebben gebrand, hoe Thao Suranari (ย่าโม, Yâa Moo, grootmoeder Moo) strijd gaf tegen de Lao uit Vientiane. Maar de geschiedenisboekjes vermelden nauwelijks dat Smaragden Boeddha in het Grand Palace eigenlijk gestolen is uit Laos, nadat de Thai daar de tempel waar het beeld stond, plat hadden gebrand.

Regionaal gezien discrimineert Thailand zijn buren. Het kleineert haar buren zoals een kleine kolonisator dat doet in het stroomgebied van de Mekong. Zelfs binnen Thailand is het land altijd een kolonisator geweest. Het land is gebouwd door de aristocraten uit Bangkok die de provinciale leiders omverwierp en hun macht overnam. Ze zijn ook al meer dan honderd jaar verzot op het plegen van coups. Ze leggen met dwang hun identiteit op aan anderen, oefenen culturele hegemonie uit en marginaliseren lokale gebruiken. Ze hebben geen plaats voor diversiteit en compromissen. Dat is waarom we de menselijke waardigheid van anderen misbruiken en hun menselijke waardigheid aantasten.

Grofheid is er overal, zowel op staatsniveau (zowel seculier als religieus) en ook op maatschappelijk niveau. Het is “Thainess” dat het probleem is. Anders dan had die onverstandige, dwaze Clubhouse-sessie helemaal geen plaats gevonden.

Dus als iemand mij zou bestempelen als ”zo verdomd Thai”, dan zou ik mijzelf echt eens heel goed moeten herevalueren.

Bronnen: een ietwat ingekorte vertaling van

Zie ook:

12 reacties op “Ik ben Lao en wat dan nog?!”

  1. khun moo zegt op

    Mooi artikel Rob,

    Mijn Isaan vrouw is ook wel eens als achtelijke isaanse betiteld door luchthaven personeel op de luchthaven in bangkok.

    Discriminatie op een donkere huidskleur komt erg veel voor in Thailand.
    Vandaar ook de wit makende huidcreme.

    Discriminatie op gebieds afkomst ,het noord oosten of diepe zuiden is ook een ding.

    Discriminatie op rijkdom , afkomst en weelde is standaard.

    Het land staat bol van tegenstellingen.

    Thailand blijft echter een prachtig land, vooral wanneer je er niet teveel in verdiept. ;- )

    • Tino Kuis zegt op

      Ik moest lachen om je laatste opmerking, meneer Varkentje. Zo waar ook.

      Ik las ooit het verhaal van een wat donkergekleurde arts uit de Isaan met een accent zoals hij zelf schreef. Ook hij werd gediscrimineerd.

      Maar het ergste is dat wij beschaafde farangs worden achtergesteld. 🙂

    • Jan Tuerlings zegt op

      Ja daarin is Thailand echt groots! De grootste misstanden net onder de glanzende oppervlakte. Het is de wrijving die de glans maakt?!

      • khun moo zegt op

        Jan,

        Een van de ervaringen die ik niet vergeet was mijn langdurig verblijf in een duur hotel in een van de buitenwijken van Bangkok.
        Ik logeerde daar enkele maanden voor mijn werk.
        Ik ging er elke avond in de prachtige eetzaal eten en de rekening ging direct naar de baas.

        Op een van de avonden krig ik zoals elke avond een mooie tafel toegewezen en heb zicht op een blikbaar erg rijke Thaise familie die met een persoon of 10 aan het dineren was.
        De oudere madam was prachtig gekleed en met juwelen bekleed.

        Wat me opviel was het kindje in het kinderzitje en ook de zeer jonge kinder verzorgster.
        Het verzorgstertje van een jaar of 12-14 viel direct op door haar erg donkere huidskleur wat erg afstak in het gezeldschap van de uiterst blank Thais gezeldschap.
        Zei moest het kindje stil houden en te eten geven, terwijl het gezelschap zich uiterst amusant vermaakte.

        Ik weet niet of je er een beeld van kunt vormen, maar het lijkt sprekend op de afbeeldingen op onze gouden koets. Het was gewoon een slaafje, ook nog minder jarig die tegen gratis inwoning en eten, 1 keer per jaar naar huis mocht naar haar familie en een riant salaris van een paar honderd baht per maand kreeg.

        Het glanzend oppervlak was er zeker en de wrijving zat bij mij.

  2. Wil zegt op

    Het doet me werkelijk pijn deze regel te lezen.
    “”Thailand blijft echter een prachtig land, vooral wanneer je er niet teveel in verdiep””
    Alsof ik me moet gaan schamen voor mijn toekomstige keuze

    • Jacques zegt op

      U hoeft u niet te schamen voor uw toekomstige keuze. Velen, waaronder ik zelf, hebben deze keuze gemaakt. Er is overal het nodige mis en zeker in Thailand zo realistisch is het en niet anders.

  3. GeertP zegt op

    Discriminatie komt helaas overal op de wereld voor, dus in Thailand ook.
    Het enigste wat we er aan kunnen doen is het afkeuren

    • TheoB zegt op

      En daar waar je het meemaakt al dan niet subtiel partij kiezen (voor de gediscrimineerde).

  4. JosNT zegt op

    Mooi artikel Rob V,

    Doet mij denken aan een voorval een tiental jaren geleden. Mijn echtgenote was haar Thaise identiteitskaart verloren en zou een nieuwe aanvragen bij ons volgend bezoek aan de familie. Hoewel al jaren woonachtig in België, stond ze nog altijd ingeschreven bij haar zoon in Bangkok en moest dat daar gebeuren.

    Op het gemeentehuis werd haar gezegd dat ze moest kunnen bewijzen dat ze Thai was. Een geboorteakte bestond niet (was al een probleem bij ons huwelijk), maar gewapend met haar Thais paspoort, onze huwelijksakte, een kopie van de verloren identiteitskaart, de tabien baan van haar zoon, geboortebewijzen van haar zoon en dochter (die ook aanwezig waren) werd een nieuwe aanvraag gedaan.

    De ambtenaar bekeek de papieren maar wilde geen nieuwe kaart afleveren omdat er twijfel was. Ook dat ze een Thais paspoort had was voor haar geen voldoende bewijs. Bleek dat tijdens de grote overstromingen van 2011 nogal wat Thais hun identiteitskaart als verloren opgegeven hadden terwijl ze die eigenlijk verkocht hadden aan illegale inwijkelingen uit de buurlanden. Maar vooral – voegde ze er aan toe – omdat ze op een ‘Khmer’ leek en niet op een Thai.
    Mijn echtgenote is puur Thai (geen gemengd bloed) maar vooral Isaanse. Binnen de minuut stond gans de wachtzaal op stelten want de verdenking dat ze Khmer was werd door haar heel slecht opgenomen. De bediende verdween en na enkele minuten verscheen een verantwoordelijke die het hele verhaal nog eens aanhoorde, de papieren doornam en op zijn beurt verdween. Daarna verscheen een nieuwe beambte die zich bijna onhoorbaar en in bedekte termen verontschuldigde voor het gedrag van haar oudere collega en een kwartier later had ze haar nieuwe identiteitskaart.

  5. Rob V. zegt op

    Ik hoor graag de diverse verhalen, zoet bitter en zuur, van allerlei mensen uit een land wat mij zeer dierbaar is. Deze sprong er voor mij uit en daarom dan ook deze vertaling. De Isaan Record heeft voor mij meerwaarde met de achtergronden die ze behandelen.

    Discriminatie en verwante misstanden komen uiteraard overal voor, wat van belang is is om naar dergelijke ervaringen te luisteren en zo een beter, concreet beeld te krijgen van deze foute zaken. Dan kun je daar in de toekomst hopelijk beter op in spelen. De mens kan moeilijk zich voor dat alles schamen of publiekelijk afstand voor nemen. Dat zou een onmogelijke en dus absurde opgave zijn. Maar wat men kan doen is beseffen waar het allemaal fout kan gaan en zo hopelijk zelf niet of minder dergelijke fouten maken en mogelijk actie te kunnen ondernemen als je zelf getuige bent van dergelijke misstanden. Het begint bij besef, kennis en daarom is het belangrijk om naar anderen en hun ervaringen te luisteren. Trek daar dan je eigen lessen uit.

  6. Johnny BG zegt op

    Om even in het heden te spreken.
    De Isan sprekers hebben vaak zo’n grootse trots om in Bangkok zo snel mogelijk over te stappen op de eigen taal zodra zich daar de mogelijkheid voor doet. Op zulke momenten voel ik mij gediscrimineerd en vraag of ze de beleefdheid kunnen opbrengen om in Thais te praten zodat ik er ook nog wat van leren en begrijpen. Zulk horkengedrag draagt niet bij aan wederzijds begrip en zeker wanneer men niet eens zelf verstaanbaar Thais kan spreken vanwege het gebrek van correcte uitspraak. Wellicht is de eigen onzekerheid wel de grootste oorzaak van het in stand houden van dit gegeven.
    De opportunistische levenswijze zorgt verder ook niet tot veel overeenkomsten of begrip met of van mensen die in de Bangkok jungle wel weten te overleven en zelf ook vaak ooit uit Isan kwamen.

  7. Rob V. zegt op

    Wat ik wel vermakelijk vond, is dat de schrijver naar zichzelf verwees als “baby carrot” (บเบบี้แครอต), baby worteltjes. Ik heb her en der al monniken gezien die naar zichzelf verwezen als worteltjes. Grappig toch?


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website