Red shirt beweging (thory / Shutterstock.com)

Ik denk te mogen stellen dat de Sangha, de Boeddhistische geloofsgemeenschap, sinds het begin van deze eeuw in crisis verkeert. Een crisis, die een – voorlopig – hoogtepunt kreeg in de strijd rond de aanstelling van een nieuwe patriarch in 2017 toen Phra Maha Munivong de overleden Somdet Phra Nyanasamvara opvolgde als de hoogste gezagsdrager van de Sangha. Maar over dit conflict leest u eerlang in een andere bijdrage… Vandaag wil ik mij beperken tot de polarisering die binnen de Sangha ontstond rond de zogenaamde Red Shirt Movement, die contestatiegolf die veroorzaakt werd door de legercoup tegen de regering van premier Thaksin Shinawatra in september 2006.

Er is al lang sprake van enige dubbelzinnigheid in de relatie van de Sangha met de vaak erg turbulente Thaise politiek. In principe hebben de monniken zich ver te houden van alle politiek. Men kan bijna spreken van een theoretische scheiding van kerk en staat naar westers model. Ze hebben zelfs niet het recht te stemmen bij verkiezingen. In feite genieten ze in Thailand een status die gelijkgesteld is aan of zelfs hoger is dan die van de koninklijke familie. Een ‘verheven’ positie die hen in staat stelt om zich boven de aardse beslommeringen te verheffen en zich enkel met geestelijke zaken bezig te houden. Zeker wat de monarchie betreft, is deze onthechte visie op de politiek een façade. En dat is al een hele tijd zo. Het begon, zoals ik in een eerste bijdrage over Boeddhisme & Politiek schreef al met koning Mongkut die met de creatie van de Thammayut-Orde. Een tegenbeweging, die naar een zuiverdere, meer intellectualistische vorm van monastiek Boeddhisme onder koninklijke patronage streefde. Eén van Mongkut’s zonen, prins Wachirayanwarorot, speelde als patriarch van de Sangha rond de eeuwwisseling een sleutelrol bij het toekennen van een centrale plaats aan deze, nochtans numeriek erg zwakke orde binnen het Thaise Theravada-Boeddhisme.

De invoering van de Sangha Act door koning Chulalongkorn in 1902 maakte van de Sangha in feite een instrument in uitvoering van het centrale staatsgezag, eerst van de absolutistische monarchie en na 1932, van welk regime er ook aan de macht was…. Ondanks de regimewisselingen is er nooit fundamentele verandering gekomen in deze wederzijds voordelige relatie tussen de Sangha en de staat. Zij die de politieke macht in handen hebben kunnen de Sangha gebruiken om hun macht te legitimeren en het een soort van op religieuze waarden gebaseerd moreel aura geven. De monniken van de Hoogste Raad van de Sangha genieten in ruil hiervoor dan weer van de bescherming en de materiële en financiële voordelen die met hun rang overeenkomen en die door de staat worden verleend. Beide partijen hebben er decennialang angstvallig over gewaakt dat dit fragiele status quo niet werd doorbroken. Dit leidde echter ook onherroepelijk tot sclerose en immobilisme. Een attitude die tot misbruiken leidde en uiteindelijk ook een gezagscrisis veroorzaakte, niet alleen binnen de Sangha maar ook bij het grote publiek waardoor de al langer bestaande kloof tussen het volk en de monastieke ordes alleen maar breder werd. Eén van de pijnlijkste incidenten was ongetwijfeld de strafzaak rond Phra Yantra, een monnik die beschuldigd werd van nachtclub & bordeelbezoek en verschillende verkrachtingen van onder meer minderjarigen. Ondanks de verpletterende bewijslast weigerden de 22 leden van de Hoogste Sangha Raad tegen hem op te treden. Pas nadat de pers op de zaak was gesprongen en de regering zware druk had uitgeoefend trad de Sangha in actie en werd hem in 1994 officieel de status van monnik ontnomen…

De strenge en extreme hiërarchie binnen de Sangha-structuur en het feit dat de hoogst geplaatsten binnen deze organisatie nauwelijks of geen verantwoording dienen af te leggen aan de grote massa monniken aan de onderzijde van de ladder, heeft de polarisering alleen maar in de hand gespeeld. Dat werd vanaf 2005 duidelijk toen Boeddhistische monniken zich actief in de politiek begonnen te mengen. De bal ging op het einde van dat jaar aan het rollen met Sondi Limthongkul, een mediatycoon en gewezen medestander van premier Thaksin Shinawatra. Die was in conflict geraakt met Thaksin en begon in Bangkok meetings te organiseren waarin hij de regering beschuldigde van corruptie. Veel van de deelnemers aan deze meetings droegen gele shirts, de koninklijke kleur, om hun gehechtheid aan de monarchie te accentueren en werden algauw ‘Yellow Shirts’ genoemd, terwijl de in rode shirts gehulde Thaksin-aanhang als de ‘ Red Shirts’ werd gekwalificeerd.

Een monnik loopt mee in een anti Taksin protest van de Yellow shirts in 2012 (1000 Words / Shutterstock.com)

In het gele kamp doken al snel monniken op van de Santi Asoke-orde. Deze orde staat buiten de hiërarchie van het geïnstitutionaliseerde Thaise Theravada-Boeddhisme en wordt door de Sangha als een dissidente strekking beschouwd. Ze werd opgericht door Rak Rakphong, een gewezen TV-maker die in 1970 als Phra Bodhirak was ingetreden in een Thammayut-klooster. Hij voer al snel een onafhankelijke koers en wilde terug naar de ‘bron van het ware Boeddhisme’. In 1973 stichtte hij Daen Asoke, een eigen religieus centrum in de buurt van Nakhon Pathom. Oorspronkelijk waren de banden tussen Santi Asoke en Thaksin uitstekend. Sommige lekenaanhangers van deze dissidente orde waren zelfs betrokken bij de oprichting en uitbouw van Thaksin’s Thai Rak Thai Party in 1998. Maar daar kwam drastisch verandering in toen Thaksin zijn weerstand tegen de invloed van het Internationaal Monetair Fonds op de Thaise econome milderde en zich tegelijkertijd steeds minder profileerde als de pleitbezorger van de kleine Thaise handelszaken en firma’s. Op het einde van mei 2008, tijdens de korte regeerperiode van de met Thaksin bevriende Samak Sundarajev, kon men opnieuw volgelingen van Santi Asoke opmerken bij demonstraties door de Yellow Shirts.

Het politieke engagement van Santi Asoke irriteerde weliswaar de leiding van de Sangha, maar het was in feite voor hen een ver-van-mijn-bed-show. Santi Asoke werd immers niet erkend door de Sangha en was bijgevolg ook niet écht hun zaak. De evolutie van de politieke toestand in het land zou er echter voor zorgen dat de Sangha zélf diep verdeeld zou raken. Vanaf het ogenblik dat de Red Shirts in de periode maart – mei 2010 het straatbeeld in de Thaise hoofdstad begonnen te domineren kregen ze steun van monniken, waarvan sommigen zelfs effectief mee de barricades bemanden. De auteur Jim Taylor schatte hun aantal tussen de 4 à 500, en wat merkwaardig was, ze behoorden zowel tot de Mahanikai als de Thammayut-orden. Dit laatste was, zeker voor de Sangha-top verontrustend want de Thammayut orde gold steeds als de meest behoudsgezinde en gezagsgetrouwe vertegenwoordiger van het Boeddhisme in Thailand. De monniken die hun steun betuigden aan de Red Shirt demonstranten mochten dan wel een kleine minderheid vormen van de Boeddhistische geloofsgemeenschap maar volgens de bevindingen van een studie die professor Surapot Thaweesak van de Suan Dusit Rajabhat University in 2011 publiceerde zou er sprake zijn van ‘een wijdverspreide sympathie voor de Red Shirts-zaak binnen de kloostergemeenschappen’.

Een Red shirt monnik (1000 Words / Shutterstock.com)

Uit een grootschalige bevraging van monniken uit zuid-, centraal-, noord- en noordoost Thailand bleken duidelijke verschillen qua politieke voorkeur. Terwijl de monniken uit centraal Thailand en het zuiden aangaven liever neutraal te blijven of geen duidelijke voorkeur te hebben, had 47 % de monniken in het noorden en maar liefst 57,3 % van de monniken in Isaan een uitgesproken voorkeur voor de Red Shirts. Wanneer uit dezelfde bevraging bleek dat 27,3 % van de monniken uit het zuiden openlijk de Yellow Shirts steunde dan toonde dit aan dat de maatschappelijk-politieke kloof tussen beide kampen zich intussen ook binnen de Sangha manifesteerde. Cijfers en een stelling die overigens vrijwel meteen werden bekrachtigd door een nieuw onderzoek dat werd uitgevoerd door de historicus Niddi Eoseewong.

Op zich was het niet zo verwonderlijk dat de meeste monniken uit het noorden en noordoosten, met dezelfde sociale achtergrond en geografische oorsprong als de Red Shirts-demonstranten, met hen sympathiseerden. Voor hen was de keuze om monnik te worden vaak ingegeven door de mogelijkheid om beter onderwijs te genieten en hun status te verhogen. Uit een reeks van interviews die Surapot Thaweesak afnam met prominente monniken in het noorden en Isaan bleek dat ze waarden als sociale rechtvaardigheid en goed bestuur hoog in het vaandel voerden. Het feit dat de Hoge Raad van de Sangha buitengewoon verrast was door de, in hun ogen, onverwachte steun aan de Red Shirts, bewees vooral hoe weinig voeling er nog was door de top met de brede massa van de geloofsgemeenschap. Wie wél tijdig besefte hoe de vork aan de steel zat was toenmalig premier Abhisit Vejjajiva, die kort voor de start van de massale Red Shirt-protesten in 2010, elf leidinggevende monniken onder bewaking van de ordediensten liet plaatsen. Onder hen waren de abt van Wat Phra Dhammakaya, Phra Dammachayo, de plaatsvervangende abt van Wat Saket, en de rectoren van de twee Boeddhistische universiteiten in Bangkok, Mahachulalongkorn en Mahamakut…

8 reacties op “Politiek & Boeddhisme: rode & gele monniken”

  1. Rob V. zegt op

    Monikken staan boven alles.. als eerste moet ik denken aan de monnik Buddha Issara die in 2014 tijdens de PDRC protesten twee politieagenten liet slaan en kruipend op de vloer hun excuses moesten aanbieden aan deze monnik:
    https://www.khaosodenglish.com/life/2014/05/12/1399889528/

    En enkele dagen geleden beschreef de Thai Enquirer hoe de conservatieve en rechts leunende Sangha zich met de politiek bemoeit. Linkse monniken hebben van de Sangha op hun kop gekregen zich niet in te mengen met protesten. Een citaat: “Although the Sangha had thus far denied involvement in secular politics and had even punished monks for involvement in the left-wing protests, it was a clear evidence of the Buddhist hierarchy’s conservatism and right-wing leanings.”

    Zie: https://www.thaienquirer.com/19326/october-6-a-buddhist-massacre/

    • chris zegt op

      Als eerste moet ik denken aan de monnik die de dienstauto van toenmalig premer Abhisit molesteerde bij diens bezoek aan Chiang Mai tijdens de verkiezingscampagne.

    • Lung Jan zegt op

      Dag Rob,

      De bevindingen van de Thai Enquirer met betrekking tot het eenzijdig berispen van progressief georiënteerde monniken werd eerder, na de Red Shirt-protesten al bevestigd door de bijzonder goed geïnformeerde en aan het Institut de Recherche de l’Asie du Sud-est Contemporaine (IRASEC) verbonden journalist Arnaud Dubus. Kan ook moeilijk anders omwille van het simpele feit dat het samenstellen van Hoge Raad van de Sangha en zéker de benoeming van de Patriarch compleet afhankelijk zijn van de keuzes die de politiek maakt….

    • Rob V. zegt op

      Ik zie dat de link over mishandelde / gemarteld agenten deze had moeten zijn, als bronnen fetishist voel ik mij verantwoord de juiste link te geven: https://www.khaosodenglish.com/politics/2014/02/11/1392101582/

      Hoe dan ook, de bijzondere banden met sommige monniken en de politiek of met monniken en dat ene instituut dat ook boven de politiek dient te staan is uhh… nogal bijzonder: https://www.khaosodenglish.com/politics/2018/05/24/buddha-issara-accused-of-forging-royal-emblem/

      • endorfun zegt op

        Niets is moeilijker leesbaar, dan zo uitgelijnde teksten. Misschien mooie bladspiegel, maar uitputtend leesbaar.

  2. Alain zegt op

    Dank u wel om onze een inkijk te geven op dit stukje politiek.
    Boeiend!

    Alain

  3. Tino Kuis zegt op

    Sanitsuda Ekachai, de bekende columniste van de Bangkok Post, zei het ooit zo: ‘De Sangha is een gesloten systeem, geregeerd door geriatrische alleenheersers, met een geestelijkheid die alle contact met de werkelijkheid heeft verloren en die weigert dwalende monniken hard aan te pakken en die zo het boeddhisme naar de vernieling helpt.’ (Zij is ook een sterke voorvechtster van het inwijden van vrouwen als volwaardige nonnen, zoals de Boeddha dat ook heeft gedaan, en waar de Sangha mordicus op tegen is).

    Zie mijn verhaal ‘Is de Sangha ten dode opgeschreven?’

    https://www.thailandblog.nl/boeddhisme/sangha/

  4. KhunEli zegt op

    Ik heb altijd beweerd dat het Boeddhisme geen religie is.
    Tot mijn spijt moet ik hier constateren dat het in ieder geval wat de leiding aangaat wel een religie is.
    Een stelletje fossiele oude mannen bepaalt alles.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website