Een vleugje Laos (deel 1)

Door Joseph Jongen
Geplaatst in Reisverhalen
Tags: , , , ,
12 februari 2017
Ho Phrakeo in Vientiane

Vanuit Bangkok kun je heel wat Aziatische bestemmingen tegen alleszins redelijke vliegtarieven bereizen. Ditmaal gaan we echter per trein en wel vanuit Bangkok naar Laos.

Een interessante trip voor zowel de vakantieganger alsmede voor de expat, die om het visum te verlengen elke drie maanden toch de grens over moet en zodoende het nuttige met het aangename kan combineren.

Hualamphong treinstation

Het treinstation van Bangkok is heel gemakkelijk met de combinatie Skytrain (BTS) en ondergrondse (MRT) te bereiken. Met een overstapje van BTS naar MRT arriveer je direct op het treinstation. Kaartjes kun je al ruim van te voren kopen. De slaaptrein nummer 69 vertrekt om 20.00 uur en arriveert de andere dag rond half negen in de ochtend in Nongkai, de grensplaats met Laos. Voor een tweede klas kaartje betaal je 778 baht en reis je met z’n tweetjes, en met een ruimer budget, dan is een eerste klas coupé voor de prijs van 1317 baht een extra luxe. Je hebt dan samen één coupé waarvoor je 2434 baht betaalt omdat het bovenste bed 200 baht goedkoper is.

De reis begint

In grote lijnen is het plan om van Vientiane met de bus naar Vang Vieng te gaan om vervolgens in Luang Prabang te belanden. Als alles een beetje volgens schema en wens verloopt gaat de reis per boot over de Mekong rivier terug naar Chiangrai. Jaren geleden was ik ooit twee dagen in Vientiane, de hoofdstad van Laos. Deze trip is dus volkomen nieuw, maar dat maakt het daardoor ook een stuk avontuurlijker.

Met de bus kom ik in Bangkok op het Ekamai busstation aan en ga van daar met de skytrain naar de halte Asok waar je overstapt op de Metro, die als eindbestemming het hoofdtreinstation Hualamphong heeft. Op het ticket staat netjes de betreffende trein, het wagonnummer en de gereserveerde zitplaats aangegeven. Dus allemaal heel erg duidelijk. Naar goed Thais gebruik vertrekt de trein een kwartier te laat. Je krijgt een beperkt menukaartje – lees velletje papier – voor het geval je nog iets wilt eten of drinken. Het ontbijt kun je ook al bestellen en wordt morgenvroeg een uur voor aankomst in Nongkai geserveerd. Vanwege de reeds ingevallen duisternis is buiten weinig of niets te zien en kun je als je dat wilt het bed al laten opmaken om vroeg te gaan slapen om uitgerust op de plaats van bestemming te arriveren. Van écht slapen komt in een hobbelende en waggelende trein niet zo heel veel terecht.

Voordat de trein groot Bangkok heeft verlaten ben je een ruim uur verder, dus razendsnel gaat het allemaal niet. Het ontbijt in de trein stelt heel weinig voor en in feite kun je veel beter voor vertrek zelf een ontbijtpakketje ergens laten samenstellen. In de omgeving van het Hualamphong station in Bangkok is daar gelegenheid voor en ook op het station zelf bevinden zich enkele eenvoudige restaurants die deze taak kunnen vervullen.

Wonder boven wonder komt de trein exact rond half negen in de ochtend in Nongkai aan. Bij het station staan een aantal tot een soort tuk tuk omgebouwde motorfietsen die twee of drie mensen voor een gezamenlijke prijs van 60 baht naar de Thaise grens vervoeren. Daar check je uit en vervolgens brengt een grote bus je voor 15 baht naar de ongeveer twee kilometer verder gelegen grenspost van Laos. Het feest begint daar pas echt goed om het noodzakelijke visum te verkrijgen. Je staat al vlug minimaal een uur in de rij en mét visum 1500 baht armer. Mensen in overheidsdienst daar krioelt het van in de democratische volksrepubliek, maar slechts één loketje is open voor de lange rij wachtenden. Je kunt het omzeilen door duizend baht extra neer te tellen. De man die jou heeft benaderd regelt het spoorslags en de extra duiten zullen wel onderling worden verdeeld. En dat gebeurd allemaal onder de rode wapperende vlag getooid met hamer en sikkel. Om niet al te negatief te oordelen; het vervoer naar Vientiane is goed geregeld. Je kunt een kaartje kopen voor de bus of voor 200 baht met een tuk tuk gebracht worden. Een meer luxe optie is een taxibonnetje kopen voor 300 baht, en dat is wel handig als je nog een onderkomen moet zoeken.

Zelf maak ik gebruik van de taxi en dat komt ook goed uit want Auberge Sala Inpeng, dat ik op Internet had gevonden, is volgeboekt en de chauffeur brengt me naar het grotere Lane Xang Hotel dat aan de rivier is gelegen en waar ik voor $ 45,- mijn intrek neem.(www.lanxanghotel.com.la)

Even lekker douchen en scheren en je bent weer zo fris als een hoentje. Van slapen is de afgelopen nacht weinig terecht gekomen en dan is na ruim 12 uur treinen een frisse straal water een echte opkikker.

Lao Textiles

Vientianne

Sinds tien jaar geleden, ik was toen voor het laatst in Vientiane, is veel veranderd. Het lijkt alsof de plaats groter is geworden, er is veel bijgebouwd. Zelfs aan de boulevard die langs de Mekong rivier loopt is men druk met de bestrating bezig en zo te oordelen gaat het goed uitzien. Echt druk is het nog niet in de hoofdstad van Laos en met een wandeling van een goed uur heb je al heel wat van de plaats gezien.

Bij een fraai huis waar de Franse invloed van weleer afstraalt en waarin Lao Textiles is gevestigd stap ik met een paar Amerikaanse dames naar binnen. Een alleraardigste donkere Amerikaan die zo te bemerken hier iets in de melk heeft te brokkelen verzorgd voor het groepje een rondleiding door het atelier waar zo’n twintig dames zijde weven. Het is secuur werk en het moet gezegd zijn de motieven zijn niet alledaags en ook niet zo uitgesproken Aziatisch. De diverse producten zijn bepaald niet goedkoop te noemen, maar er gaan ook heel wat uurtjes in zitten alvorens een product gereed is. Het blijft echter spul voor de liefhebber waartoe ik niet behoor. Overigens is het bezoek interessant te noemen en als je de dames aan het werk ziet is dat een goede therapie voor verwende en ontevreden Westerlingen.

Franse invloed

Franse invloeden

Van een aantal gebouwen straalt de koloniale sfeer van het oude Indo-China nog af. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het aangrenzende Thailand zie je in Vientiane ook nog een ander Europees fenomeen; het terras. Verder nog steeds veel Franse opschriften en niet te vergeten dito restaurants. De lunch gebruik ik op het terras van een zaak luisterend naar de naam Les dix délices.

Als de avond is ingevallen ziet de plaats opeens heel anders uit. De vele lampjes zorgen voor een feestelijke sfeer en de terrasjes van de eetgelegenheden komen tot leven. Op een rond plein zien de terrassen door de aanwezigheid van een paar tot de betere categorie behorende restaurants bijzonder feestelijk uit. Besluit om daar maar plaats te nemen en van het goede leven te genieten. Kan ook de verleiding niet weerstaan om een goed glas wijn te bestellen.

Op de fiets

Na de lange treinreis heb ik goed geslapen en ga deze dag per fiets Vientiane verder verkennen. Voor tienduizend kip, minder dan een euro, huur ik een fiets en ga maar lukraak op pad, want zo groot is Vientiane niet en verdwalen doe je er echt niet.

De bezienswaardigheden van de plaats kom je al fietsend vanzelf tegen. Begin maar om zo lang mogelijk mijn weg te vervolgen langs de Mekong rivier. In feite rij je dan de stad uit en kom je in een andere wereld terecht. Een aantal heel erg simpele restaurantjes, als je ze die benaming mag geven, die langs de rivier liggen heeft vanwege de aanleg van de boulevard en wegwerkzaamheden de deuren moeten sluiten. Beschouw de woorden ‘de deur moeten sluiten’ maar als het bekende gezegde, want een deur is en was nooit aanwezig. Simpele houten optrekjes met een evenzo simpel rieten dakje. In een van de betere gelegenheden die alsnog overeind is gebleven drink ik iets en heb vandaar een mooi uitzicht over die machtig grootse rivier, die vanwege het droge seizoen langs de oevers droog staat. Langs deze weg bevinden zich ook enkele nieuw gebouwde hotels waar het als je van de rust wilt genieten goed toeven is. De toekomst zal het leren of men goed heeft gegokt en de aanleg van de nieuwe boulevard toeristen meer deze kant van de stad laat optrekken.

Sisaket

Al fietsend kom je automatisch bij het meest bekende historische monument van de stad terecht. Het oude tempelcomplex heeft de laatste koning van Laos, Koning Anou, tussen 1819 en 1824 laten bouwen. Afgezien van een gedeeltelijke restauratie door Prins Phetsarath in 1920 is het allemaal nog in originele staat. Langs de zijkanten van de tempel bevinden zich galerijen waarbinnen een groot aantal bronzen Boeddha beelden zijn geplaatst.

Ho Phrakeo

Sisaket is in feite de enige oude tempel die de stad bezit. In 1827 vielen de Siamezen, de bewoners van het huidige Thailand, de stad binnen en verwoestten op Sisaket na alle tempels. De toenmalige bewoners werden naar de overzijde van de Mekong rivier verbannen, in feite dus naar het huidige Thailand.

Ho Phrakeo

Al verder fietsend kom ik luttele meters verder bij Ho Phrakeo terecht, de voormalige koninklijke tempel van koning Setthathirat die het in 1565 liet bouwen als onderkomen en ter verering van de zogenaamde Emerald Boeddha. Dit Boeddhabeeld is geheel van jade en werd in 1551 door de Laotianen uit het noorden van het toenmalige Siam meegenomen. Geroofd zou je eigenlijk moeten zeggen. In het jaar 1779 vielen de Siamezen echter Vientiane binnen en namen het beeld mee terug naar Bangkok. Daar staat het nog steeds en wel in de Wat Phra Kaeo. Bijna alle tempels van Vientiane werden door de Siamezen verwoest met uitzondering van deze tempel.

Bij een tweede inval in het jaar 1828 werd ook dit kleinood verwoest. In 1936 werd de tempel naar oud voorbeeld weer herbouwd en in 1993 gerestaureerd. Aangezien het originele jade Boeddhabeeld momenteel in Bangkok staat werd de naam gewijzigd in Ho Phrakeo en is in het gebouw tegenwoordig een klein museum gevestigd. Aan weerszijden staan een aantal oude, blijkbaar legendarische, boeddhabeelden Toch is het nog steeds een van de meest vereerde oorden van Laos en bij het grote nieuwe Boeddhabeeld zul je steeds mensen aantreffen die in de meest denkbare overtuiging daar troost, hulp en geluk trachten te vinden. Wil je het vermaarde echte jade Boeddhabeeld bewonderen dan moet je toch in Bangkok zijn.

Muzaik

Deze avond eet ik een hapje in de Manthathurath Road bij het restaurant luisterend naar de naam Muzaik. Eigenlijk gewoon een beetje aangetrokken door het terras, want een andere verklaring kan ik echt niet geven. Er holt voor dit niet al te grote etablissementje in mijn ogen teveel personeel rond, maar de vriendelijk eigenaar Kinkham heeft alles goed in de smiezen en bekommert zich her en der met een vriendelijk woord over de gasten.

Een Australiër op leeftijd, getooid met paardenstaart bemoeit zich eveneens met de gasten. Het is een figuur die in mijn gedachten een beetje ontheemd zijn einde hier slijt. Wellicht heeft deze job aanvaard om zijn penibele financiële situatie ietwat aan te vullen, of om gewoon iets te doen te hebben. Als ik Kinkham, de eigenaar van de zaak, samen met zijn gesprekspartner op het terras zie genieten van een mooi groot glas rode wijn kan ik niet nalaten dat voorbeeld te volgen. Hij komt persoonlijk een karaf met een heel mooi glas brengen. Als later op de avond mijn maag gevuld en karaf en glas leeg zijn, komt hij met zijn karaf mijn glas vullen en maken we een gezellig praatje. Kijk dat noem ik nu vakmanschap en het gaat helemaal niet om dat extra glaasje wijn.

Ga als je in Vientiane bent er maar eten, de sfeer overtreft het culinaire, maar soms is dat wel aardig. Twee dagen Vientiane is ruim voldoende om de stad te leren kennen en alle bezienswaardigheden te bezoeken.

De reis gaat per bus verder naar Vang Vieng. Voor de prijs van 45.000 kip (ongeveer € 4,25) heb ik gisteren al een kaartje gekocht en voor die prijs komen ze je zelfs bij het hotel ophalen om je naar het busstation te brengen.

Wordt vervolgd

3 reacties op “Een vleugje Laos (deel 1)”

  1. erik zegt op

    Laos is een bezoek waard en daarom dank voor jouw artikel.

    Wat betreft hamer en sikkel; mogelijk dat je ze hebt gezien, maar de vlag van Laos bestaat toch echt uit een blauwe-rode-blauwe baan met een witte cirkel in het midden en ook het Laotiaans wapen bevat die gereedschappen niet. Hamer en sikkel doen me aan Moskou denken.

    Voor de volledigheid: ‘de tot tuktuk omgebouwde bromfiets’ heet hier tuktuk of samlor. Kun je gewoon in de groothandel kopen, ook jij en ik. Maar de naam is overal in dit land weer anders.

    • Joseph zegt op

      Erik, de vlag met hamer en sikkel hangt er echt naast de vlag van Laos. Ook in Vietnam kom je veelvuldig de hamer en sikkel tegen.

  2. Fransamsterdam zegt op

    De hamer en sikkel zijn in 1991 officieel uit de nationale vlag verdwenen.
    .
    Koning Anou begin 19e eeuw de laatste koning van Laos?
    Wikipedia denkt daar heel anders over:
    “Kort na de Tweede Indochinese Oorlog grepen de communistische en neutrale groeperingen in het jaar 1975 de macht en riepen op 2 december 1975 de Democratische Volksrepubliek Laos uit. Koning Savang Vatthana en koningin Khamphoui traden af. Ze werden samen met kroonprins Vong Savang opgesloten in een interneringskamp. De koning stierf er op 13 mei 1978. Ook de koningin en de kroonprins overleden in gevangenschap. De jongste zoon van de koning, prins Sauryavong Savang, levend in ballingschap, treedt op als hoofd van de familie in naam van kroonprins Soulivong Savang (*1963), zoon van de overleden kroonprins. Prins Sauryavong Savang en zijn broer Thayavong Savang ontsnapten in 1981. Van het lot van de overige kinderen, prins Sisavang Savang, en de prinsessen Savivanh Savang en Thala Savang, en verdere familie is niets bekend. Ze zijn waarschijnlijk vermoord of overleden door de slechte behandeling in gevangenschap.”
    .


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website