Steevast iedere ochtend, alvorens ik naar mijn werk ga, bel ik met mijn correspondente in Thailand.

Zij woont in Isaan in de provincie SiSaKet op ongeveer een half uur rijden van het stadje Kanthalak. Ze volgt voor mij het Thaise nieuws op de voet en dagelijks bespreken we onderwerpen zoals, economie, politiek, misdaad, inflatie, het weer en ander nieuws. Het gaat ook vaak over liefde en romantiek want ze is tevens mijn vriendin.

Sinds enige weken praten we natuurlijk, over de nietsontziende overstromingen die Thailand teisteren. In haar dorp is er geen vuiltje aan de lucht. Afgezien van veel neerslag, zijn er geen problemen in de directe omgeving te melden.

Hoewel de beelden op TV de nodige indruk maken, blijft zij er opvallend nuchter onder. De Thai dragen hun lot zonder enig emotioneel vertoon. Mijn verontwaardiging en frustratie over de jaarlijks terugkerende watersnoodramp, deelt zij niet. Sterker nog. Zij lijkt het te bagatelliseren. “We must accept”, is haar credo. Het is geen onverschilligheid, want dat is ze zeker niet.

Even dacht ik dat het te maken had met de ‘ver van mijn bed’ gedachte. Tussen Bangkok en haar dorp zitten heel wat uurtjes rijden. Maar ook dat klopt niet.

Vanochtend spraken we over de overstroming van het industrieterrein Navanakorn in de provincie Pathum Thani. Haar broer die in Bangkok woont, is hierdoor werkeloos geworden. En niet alleen haar broer, maar ook zijn vrouw. Net zoals zoveel mensen uit Isaan werkten ze in de Hi-tech industrie. Grote fabriekshallen waar elektronica geassembleerd wordt voor bekende Japanse merken.

Mijn lief heeft er ooit ook gewerkt, nadat ze naar Bangkok was vertrokken om werk te zoeken. Ze moest onderdelen voor computers en telefoons in elkaar zetten. Geen sinecure. De hitte op de werkvloer is immens, bijna niet uit te houden. Het tempo is moordend. De meeste arbeiders werken op basis van stukloon, een soort moderne slavernij. Om het schamele loon iets aan te vullen, maken ze lange dagen en werken ze meestal zeven dagen per week.

Nu niet meer. De fabriekshallen staan onder water. Broer en schoonzus hebben al gebeld, ze hebben geld nodig om te overleven. Financiële buffers zijn er niet. Om de kosten voor eten en wonen uit te sparen overwegen ze om maar weer terug naar Isaan te gaan. Bij Pa en Ma intrekken in het ouderlijk huis. Het woord ‘huis’ is teveel eer voor het onderkomen. Een paar stenen met golfplaten. Ze hopen daar werk te vinden. Tegen beter weten in, want er is geen (betaald) werk in Isaan. Meehelpen op het rijstveld van Pa is het enige alternatief.

Mijn vriendin lacht nog even vrolijk als altijd en zegt: “we must accept, Boeddha will help us”.

7 reacties op “Klein overstromingsleed”

  1. marcos zegt op

    Leuk verhaal en het lijkt hard, maar het is de realiteit. Ik denk dat wij ons meer druk maken dan de Thai zelf. Gister had vriendin van mij 1.5 mtr en toen ik haar net sprak 2 meter water in haar huis. Als je dan inderdaad het gesprek analiseert komt er niet meer uit dan: I lost everything, i feel tired and normal, i can’t do anything, start over and buy new. Zij heeft in dit geval een topbaan en kan ook overnieuw beginnen. Maar de manier hoe makkelijk ze zich erbij neerleggen verbaasd mij ook. Ik wil een kanttekening maken waar ik mij altijd aan stoor, maar wat ik wel begrijp want het is een soort houvast voor de mensen! En dat is altijd de uitspraken: Boeddha helpt ons, het is de wil van Boeddha,
    in de naam van Allah, God heeft het zo gewild. Als ik alle beelden op mijn netvlies zie, zie ik in oorlogen of rampen alleen maar ellende. Zouden ze het allemaal zo bedoeld hebben……………….?

    • Jeroen Hoogenboom zegt op

      Het verbaast mij altijd te zien dat ook westerlingen die al lange tijd in Azië wonen, domweg geen idee hebben wat het woord Karma eigenlijk inhoudt… en dat terwijl Azië, en ook Thailand, ermee doordrenkt is! Expats schudden tot hun dood aan toe het hoofd over de “gelatenheid” waarmee hun vrouw of vriendin harde klappen opvangt. Eigenlijk irriteert het hun ook. “Word nou eens woedend!” “Word nou eens wanhopig!”
      Anders dan veel westerlingen denken, betekent Karma NIET dat het je lot is dat je huis overstroomt, dat je je baan kwijtraakt, of erger. Het betekent wél dat het kennelijk op je weg gekomen is om de gevolgen ervan te dragen. Dat het nu jóuw beurt is om je rug recht te houden. Dat we allemáál een keer aan het kruis hangen. Dat piepen en zeuren nu volkomen zinloos is, want: zoals het nu is, zo IS het nu! Als zij zeggen: Boeddha zal ons helpen, dan wordt alleen maar bedoeld: hij zal kracht geven om verder te gaan. En dat doet-ie dan ook!! Dat is het mooie eraan. Daarom zeg ik altijd: lang leve het boeddhisme! (Overigens: in 1953 reageerden Nederlanders nog precies zo als de Thai nu. Toen was immers de patatgeneratie nog niet geboren.)

      • Gringo zegt op

        @Jeroen: jouw preek over het mooie van het Boeddhisme zal de meeste nuchtere Nederlanders totaal niet aanspraken. Uiteraard staat het je vrij te denken wat je wilt.

        Een vergelijking met de watersnoodramp van 1953 in Nederland gaat volkomen mank. Die gelatenheid van de Thai ontbrak ten enenmale bij de Nederlanders, die als volk enorm meeleefden met de gebeurtenissen in het rampgebied. Toen nog met de gebrekkige communicatiemiddelen, maar iedereen zat aan de radio gekluisterd.

        Massaal werd ook de hulpverlening en wederopbouw aangepakt. Ik was nog maar een kleine jongen, maar herinner mij ter dege de grote radioactie Beurzen open, dijken dicht, dat vele miljoenen guldens opleverde. Ik woonde toen in Almelo en wij hebben toen een heel Zeeuws gezin, dat alles van huis en haard verloren, een week of zes in huis gehad. Helpen ja, de rug recht houden ja, aanpakken ja, maar daar hadden we geen hogere geest als God, Allah of Boeddha voor nodig.

        En wat die patatgeneratie er mee te maken heeft, ontgaat mij volkomen!

        • Jeroen Hoogenboom zegt op

          @Gringo. Mijn preek? Bizar om het zo te noemen. Ik legde slechts iets uit. Maar ik val wél om van dankbaarheid te lezen dat het mij vrij staat “te denken wat ik wil”. Da’s mooi!

          In 1953 stroomde Zeeland vol water, en als gevolg daarvan stroomden de kerken in Nederland opeens vol met christenen. Nood leert bidden, zeggen wij, en eigenlijk ook alleen dan. In Thailand is dat anders; het boeddhisme is onderdeel van het gewone dagelijks leven. Gringo zegt: “dat spreekt de nuchtere Nederlander totaal niet aan.” Nee, dat weet ik. Hij woont er, weliswaar, of gaat er op vakantie, maar het spreekt hem totaal niet aan. Is dat soms een Nederlandse deugd, dat hem dat niets zegt? Staat hij daar boven? Ik vrees dat je dat bedoelt. De Nederlander heeft geen God nodig.

          Mijn vergelijking met 1953 gaat in zoverre mank, dat de ramp hier allesverwoestend was, en in Thailand nu niet. Ik noemde hem toch, omdat het een tijd was van de rug recht houden. Dat religie daarbij een enorme steun kan zijn, is hier inmiddels vrij onbekend geraakt. Te vrezen valt, of juist toe te juichen is, dat Nederlanders daarom in de hel terechtkomen, in plaats van in de hemel.

          • Jeroen Hoogenboom zegt op

            Op het gevaar af dat de reageerruimte steeds smaller en nauwer wordt…

            1. Ik ben erg blij dat Hans gewoon zijn naam noemt, heel anders onze vriend “Gringo”.
            2. In zekere zin is deze thread nu enigszins misplaatst aan het worden: immers, hij ontstond alleen maar door de verbazing die Thais gedrag t.a.v. de overstromingen wekte. En die zijn er nog steeds. Die verbazing kan ik me wel goed voorstellen, maar wekte ook weer MIJN verbazing. Wat ik bepleitte, is wat meer inzicht in de Thaise cultuur en samenleving. Iedereen praat over het Aziatische incasseringsvermogen. Ga nu maar eens naar Vietnam, daar sta je er zelfs versteld van! Dit vermogen is niet los te denken van het boeddhisme. Maar dat Nederland hier en daar een beetje godsdienstwaanzinnig was, en ten dele nog is, betekent nog niet dat dat voor elk buitenland ook geldt. De Thai leven dag en nacht met het boeddhisme, en ik heb nooit gezien dat daar iets mis mee is. Het geeft kracht, en het geeft kleur. Het pept op. Ook aan dorre Nederlanders…

  2. hansg zegt op

    Ik vind het ook vreselijk wat er gebeurd.
    Maar voor mijn vrouw is er een prettige bijkomstigheid
    Ze kon tot nu toe niet aan werkkrachten komen.
    Ze moest derhalve een deel van haar land braak laten liggen.
    De mensen die terug keren naar het dorp, kunnen direct aan de slag.

  3. Bert Van Eylen zegt op

    Goed relaas van de mentaliteit van de Thais en Aziaten in het algemeen.
    Nochtans meen ik dat het stadje waarvan sprake niet ‘Kanthalak’ maar “Kanthalarak” is.
    Ben er ooit geweest en ook in een dorp op 8km daar vandaan, een bananendorp.
    Veel succes met de verdere verslagen die steeds heel goed zijn.
    Groetjes,
    Bert.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website