Dagboek van Jacques

Door Redactie
Geplaatst in Dagboek, Jacques Koppert
Tags:
27 januari 2013
Sportgroep.

De sportdag is echt een feest voor het hele dorp. Ik volg dagelijks de voorbereidingen. Onze tuin grenst aan het schoolterrein. Niet dat we makkelijk even over kunnen lopen. Tussen de school en ons huis stroomt namelijk een riviertje, op dit moment zo’n 10 meter breed. In de regentijd wordt dat zo maar het dubbele en als er erg veel water van de bergen bij Nan toestroomt, dan lopen de wegen en de tuinen onder. Zoals in oktober 2011. Wij hebben de tuin tot nu toe droog kunnen houden vanwege een meter ophoging.

De school heeft een muziekband. Dagelijks horen we de fanfare van de school het begin van de schooltijd aankondigen. Het sein voor de klassen om zich groepsgewijs op te stellen. Daarna volgen er blijkbaar mededelingen, soms klinkt er applaus. Op een gegeven moment begint de fanfare weer op volle sterkte. De klassen verdwijnen in looppas de school in, te beginnen bij de jongste. Als iedereen vertrokken is marcheert de muziekband af naar het gebouwtje waar de instrumenten worden opgeborgen. Meestal zitten wij dus onder begeleiding van vrolijke fanfaremuziek te ontbijten op ons balkon. Waar kan je zoiets meemaken?

Het gaat niet om de knikkers maar om het spel

In de week voor de sportdag oefent de fanfare en loopt parade over het schoolterrein. De laatste dagen voor de sportdag wordt er door de schoolkinderen, ingedeeld in vier groepen, hard getraind om de openingsceremonie vlekkeloos te laten verlopen. Gek genoeg heb ik de jeugd nooit zien trainen om de sportieve prestaties te verbeteren. Het gaat hier niet om de knikkers maar om het spel.

Op de dag zelf verzamelen kinderen en ouders zich bij het gezondheidscentrum van het dorp. Daar wordt de optocht opgesteld. Voorop de fanfare, daarachter twee mooie meisjes met een spandoek, dan komt de Olympische vlag gevolgd door de vier groepen. In iedere groep lopen kinderen en ouders in hun eigen kleur T-shirt. Voorop loopt een miss met een naambordje. En natuurlijk heeft iedere groep zijn eigen vlag.

De fanfare oefent voor de sportdag

Om 10 uur is de afmars onder begeleiding van de dorpsbewakers, allemaal in zo’n licht beige uniform. Het lijkt een compleet politiekorps. Er wordt 500 meter over de hoofdweg van het dorp gemarcheerd en nog een rondje over het schoolterrein. Dan stelt men zich groepsgewijs op, de organisator brult: rechts omkeert (ik versta in ieder geval ‘kwaa’ ), de vlaggen worden gehesen en het Olympisch vuur ontstoken. Daarna gaan de groepen ieder naar hun eigen partytent, daar wordt voor eten en drinken gezorgd. Tegenover de partytenten van de groepen staat de grote tent van de schoolleiding. Daartussenin ligt het sportveld. Op het gras zijn de hardloopbanen uitgezet met linten. Het feest kan beginnen.

Er is gewoon hardlopen over 60 tot 100 meter, afhankelijk van leeftijd en geslacht. Maar er is ook hardlopen voor koppeltjes, waarbij het rechterbeen van de één wordt vastgebonden aan het linker been van de ander. Sommigen zijn daar heel handig in, bij de meesten wordt het een struikelpartij. Zaklopen gebeurt in estafettevorm, bij het keerpunt moet de loper ze snel mogelijk uit de zak en de volgende loper er zo snel mogelijk in. Een variant daarop is het hardlopen in een veel te wijde broek, die ook gewisseld moet worden. Er worden nog wel meer gekke dingen verzonnen zoals het rollen in een soort dichtgenaaide rietenmat, maar dat heb ik dit jaar niet teruggezien.

Niemand mag zijn medailles houden
Er worden medailles uitgereikt, maar niemand mag zijn medaille houden. Ze worden verzameld bij de groep en na afloop gaan ze weer terug naar school. Voor volgend jaar. Zoals gezegd het gaat niet om de knikkers. Hoewel sommigen heel fanatiek hun best doen. Eergevoel kan ook een belangrijke drijfveer zijn. Ondertussen wordt de stemming erin gehouden doordat iedere groep zijn eigen muziek draait en langs het sportveld dansjes uitvoert.

Na de jeugd – en een ruime eetpauze – komen de volwassenen aan de beurt. De sfeer wordt nu nog meer ontspannen. Het is meer ‘sanoek’ dan ‘kaankielaa’.  Soj doet mee met het sportieve deel. Ik heb ook een rol. Op een gegeven moment wordt mijn naam omgeroepen, het signaal om naar voren te komen voor het omhangen van medailles bij de winnaars. Een  erebaan. Aan het eind is er nog een stoelendans en worden er prijzen uitgedeeld aan de groepen. Zoals voor de leukste dansgroepjes, voor de beste verzorging van de groep of voor de meest behaalde overwinningen. De prijzen bestaan uit een doos bier, shampo’s, snoepgoed en dergelijke, allemaal mooi verpakt.

Hoe zit het met de financiële kant van de zaak? Ten eerste is er een ‘Boeddhaboom’ zoals mijn vrouw het noemt: iedereen draagt vrijwillig bij naar draagkracht. De school heeft dit jaar toch weer ongeveer 20.000 bath opgehaald. Ten tweede wordt er per groep gezorgd voor eten, drinken en snoep. Iedereen in de groep levert een bijdrage. Ten derde was er weer een sponsor benaderd door de school. Ze weten dat wij de school een goed hart toedragen en dus altijd meedoen. Dit jaar hebben wij iedereen getrakteerd op ijs.

Om vijf uur komt er een einde aan het sportgebeuren. De organisator laat de fanfare weer aanrukken. De vlam wordt gedoofd en de vlaggen worden gestreken. Door de microfoon klinkt ingerukt mars. Het opruimen kan beginnen. Dat gebeurt snel en effectief. Voor het donker wordt, is het sportveld leeg en verlaten. De jeugd heeft tot 2 januari vakantie, dus een weeklang geen ochtendfanfare bij het ontbijt.

Oudejaarsavond: de carport wordt ontruimd en de muziek gaat aan
De feesten volgen snel op elkaar. Sportdag is voorbij. Van Oud- naar Nieuwjaar is aan de beurt. De oudste zus van Soj logeert bij ons met man en dochter. Het huis is nu voor de logés. De zussen kunnen het goed met elkaar vinden. Ze zijn druk met het klaar maken van eten voor oudejaarsavond. Ik voel me een beetje verloren en kruip achter mijn laptop.

De carport wordt ontruimd, matten op de vloer en de muziek gaat aan. In het begin komen er vooral ouderen. Soj heeft verteld dat we de video van ons trouwfeest gaan vertonen. Die heeft nog niemand gezien, is dit jaar pas op cd gezet. Het is spannend om jezelf terug te zien na 15 jaar. De film maakt indruk ook vanwege de gevoelige momenten wanneer mensen in beeld komen die inmiddels overleden zijn. Zoals de moeder van Soj. Maar eten en drinken gaan gewoon door. Als de film is afgelopen, schakelen we over op karaoke.

Cadeautjes voor de kinderen.

Er is nog ongeveer vier uur te gaan tot de jaarwisseling. De muziek staat hard zoals het hoort. Er wordt luid en vals gezongen. Voor dansen is het nog te vroeg, eerst nog wat meer alcohol. De kerstverlichting aan de balustrade van het balkon brandt. Het is sfeervol. Soj had bedacht dat voor de kinderen cadeautjes moesten worden ingepakt en had speciaal daarvoor sinterklaaspapier meegenomen. We hadden dus ook pakjesavond. Allemaal praktische cadeaus, zoals zeep of tandpasta. Soms een knuffelbeest. De verdeling ging op z’n Thais: onnavolgbaar. Er werden nummertjes getrokken, vervolgens keken de ouders voor wie het cadeau bestemd was?!?

23 uur: Soj en ik gaan de dansvloer op
Als het laatste uurtje van het jaar is aangebroken, gaan Soj en ik de dansvloer op. Het is een vrolijk feest, bier- en whiskyliefhebbers komen niks te kort. Cola en Fanta drinkers trouwens ook niet. Ik heb een 4,5 ltr pak rode wijn ingezet. In de eerste plaats voor mezelf, maar een paar vrouwen drinken ook mee. Ik weet niet of ze het echt lekker vinden.  Zingend en dansend gaan we naar twaalf uur. Daarna snel achter de computer, foto’s downloaden en de Nederlandse familie gelukkig Nieuwjaar wensen met de eerste foto’s van het jaar erbij. De reactie van het thuisfront zal ik pas de volgende dag zien. Er zijn feestgangers die nog een uurtje doorgaan maar ik vind het wel mooi zo.

Nieuwjaarsochtend gaan we om half zeven samen naar de tempel. Het is druk in het grote gebouw naast de tempel. De monniken zijn er nog niet. Ik denk: hadden we niet een uurtje later kunnen gaan. Maar zo werkt het niet. Iedereen moet langs het altaar geweest zijn, een kommetje rijst gestort hebben op een grote hoop en op z’n plek zitten voor de monniken komen.

Lang op de vloer zitten op z’n Thais overleef ik niet, dus blijf ik bij de ingang op een stenen bank zitten. Op een geven moment wordt er een jongetje van ongeveer 4 jaar naast mij op de bank geplaatst duidelijk met de instructie om daar te blijven zitten. Moeder (of oma) gaat naar binnen, die zie ik niet meer terug. Het is een braaf jongetje, hij verroert zich niet. Ik zeg eens vriendelijk hallo en zowaar hij lacht terug maar hij blijft verder als een standbeeld zitten. Ineens ziet hij blijkbaar iemand die hij kent, hij glijdt van de bank en rent weg.

Toespraken, gebeden, zegening en nasi
Ik zie de monniken aankomen vanuit het monnikenverblijf, elf in totaal. Er zijn vier jonge jongens bij, ik schat ze rond de 12 jaar. Is dat niet erg jong? De monniken gaan naar binnen en als ze op een rijtje zitten, worden er toespraken gehouden. Vervolgens hoor ik het hoofd van de tempel wat zeggen. De hele zaal lacht. De hoofdmonnik is duidelijk populair. En dan beginnen de monniken met hun gezongen gebeden. Het ritueel ken ik inmiddels wel. Aan het eind driemaal met je hoofd naar de grond, met je handen over je haar strijken en de zegening is voltooid.

Ondertussen zag ik bij de twee uitgangen van de tempelzaal mensen uit een hele grote pan plastic bakjes vullen met nasi. Er stonden zo’n honderd bakjes klaar voor de mensen die naar buiten kwamen. Ik dacht nog als ze maar niet te weinig hebben. Zie ik tot mijn verbazing dat mijn vrouw twee bakjes meeneemt. Dat mocht, zei ze. Ik geloof haar want van zichzelf is ze niet zo brutaal. Zeker niet onder het oog van Boeddha.

Het nieuwe jaar is begonnen, nu nog even wennen aan de nieuwe jaartallen.

Beste Thailandbloggers,
Genoten van de verhalen van Jacques en van allen die hem voorgegaan zijn in de series ‘De Week van’ en ‘Dagboek? De redactie van Thailandblog nodigt je uit om ook in de pen te klimmen. Dus expats, toeristen, Thailandlovers, backpackers,kortom iedereen die ‘iets’ met Thailand heeft: maak ons deelgenoot van je ervaringen. Stuur je kopij als Word-bestand naar het redactieadres. Omvang circa 700-1000 woorden, maar we doen niet moeilijk als je verhaal wat langer wordt. Taal- en tikfouten halen we er gratis uit. We zijn benieuwd.

1 reactie op “Dagboek van Jacques”

  1. Rudy Van Goethem zegt op

    Hallo…

    Wederom een prachtig verhaal, en als je je ogen dichtdoet, ben je er weer… ik kan niet wachten tot ik terug in Thailand ben…

    Ik tel de maanden af tot ik er ga wonen, en dan mail ik zeker verhalen door… want tenslotte, door dit soort van verhalen te lezen, zijn we toch altijd een beetje in Thailand… niet?

    groeten…

    Rudy.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website