Zeg nooit tegen een gier dat hij uit zijn bek stinkt! Hij neemt wraak en verslindt alles wat je lief is. Gelukkig zijn er goede godinnen die het voor je opnemen…

Prinses Gouden Bloem is bekend vanwege haar schoonheid. In haar haren een schitterend parfum en bij ieder woord dat ze spreekt vallen gouden bloemen van haar lippen: daarom heet ze Gouden Bloem.

Ze gaat een bad nemen in een rivier bij het paleis, vergezeld door hofdames. Daar zien ze een dode hond voorbij drijven waar een gier op zit; de vogel doet zich tegoed aan het kadaver dat een ondraaglijke stank verspreidt. De dames verwensen dit en Gouden Bloem, ziek van walging, zegt ‘Ik gruwel van deze vogel. Men zegt dat deze vogel vernietiging, verval en dood brengt. Ik bid dat ik nooit meer deze vogel zal ontmoeten.’ En ze gaan allemaal naar het paleis terug.

Maar de vogel is niemand minder dan de gierenkoning. Hij is nog nooit zo slecht behandeld en zweert wraak op Gouden Bloem en haar hofdames. Neemt de vorm aan van een mens, een knappe jongeman en gaat wonen bij mensen in het rijk van koning Sanurat (1), de vader van Gouden Bloem. Hij kan ze overreden iets te doen: zij gaan de hand van Gouden Bloem vragen voor de knappe vreemdeling.

De koning besluit deze mensen op de proef te stellen. Hij geeft de jongeman een onmogelijke opdracht: hij moet een gouden en een zilveren brug bouwen tussen zijn woonhuis en het paleis. Kan hij daarin niet slagen dan wordt hij met zijn pleegouders gedood; slaagt hij wel dan mag hij met Gouden Bloem trouwen.

Maar al de volgende morgen is de opdracht uitgevoerd, tot verbijstering van de koning. Toch laat hij Gouden Bloem trouwen met de vreemdeling. Niemand kan de ellende schetsen voor Gouden Bloem… Iedere keer als de jonge echtgenoot haar nadert ruikt ze zijn vreselijke stank en wordt ze ziek van walging.

De gier in menselijke gedaante kan het haar niet vergeven en vraagt zijn schoonvader toestemming Gouden Bloem mee te nemen naar zijn thuis. Koning Sanurat geeft toestemming maar eist dat zijn dochter wordt vergezeld door haar hofdames.

Gouden Bloem verlaat haar ouders, ongerust en  geschrokken. Ze waardeert zeer de aanwezigheid van haar jeugdvriendinnen. Vroeg in de morgen verlaat de boot de kade en glijdt het sombere, kalme meer op. Maar na de middag krijgt de boot een hoge snelheid en met het vallen van de schemering verdwijnt ineens de jonge echtgenoot met de hele bemanning.

Deze verdwijning zorgt voor ontreddering onder de dames. Totale paniek. Plotseling komt een grote wolk aan de horizon die naar de boot drijft met een vreemd knarsend geluid… De dames worden gek van angst; Gouden Bloem loopt naar de voorsteven en realiseert zich angstig dat de wolk die de boot gaat aanvallen niets anders is dan een vlucht gieren geleid door de gierenkoning zelf…

Ze roept om hulp maar vergeefs. Stom van verbazing blijft ze staan, verstijfd door de dreiging, tot ze plots een geruststellende stem hoort die haar zegt ‘Kind, je bent in groot gevaar! Verstop je! Doe wat ik zeg en alles komt goed!’

Angstig kijkt Gouden Bloem op en ziet niets anders dan de hoge mast van de boot. Maar dan opent de mast zich langzaam… De wolk gieren hangt nu boven haar hoofd; gek van angst perst zij zich door de opening in de mast en maakt zich zo klein mogelijk. En de mast sluit zich om haar heen. In totale duisternis hoort ze vleugels klapperen, huilen en het geluid van totale verwarring.

Als alles weer rustig is ziet ze een vrouw van bovennatuurlijke schoonheid, verguld en met een weelderige haardos tot op haar schouders en een rode sjerp om haar bovenlijf. Ze zegt tegen Gouden Bloem ‘Je bent veilig bij mij. Ik ben Mae Na Yaang, de godin die iedere boot beschermt en ik wil jou beschermen.’

De godin onthult aan de prinses de praktijken van de gierenkoning, van het incident op de rivier tot aan de komst van de roofvogels die helaas alle vriendinnen hebben verslonden. Ze stelt haar gerust over haar lot en raadt haar aan in haar schuilplaats te blijven, want de gierenkoning komt zeker nog eens over de boot vliegen om te zien of Gouden Bloem het bloedblad heeft overleefd. Bovendien, het dek ligt vol met bloed en beenderen.

Gouden Bloem wacht en op zeker moment vertelt de godin haar dat het gevaar geweken is en dat de storm is gaan liggen. Dan gaat ze zich langs de boot wassen. Ze trekt een haar uit haar hoofd en stopt die in een gouden doosje met een brief waarin staat waar haar boot ongeveer ligt. En als de stroming haar doosje meeneemt, doet ze een wens.

‘Watergodin, hoor mijn wens. Als ik aan alle gevaren mag ontkomen door mijn goede daden, laat alsjeblieft dit bericht terechtkomen bij iemand die me kan redden.’ De watergodin heeft medelijden met Gouden Bloem: ze laat een jonge koning bij haar komen met de naam Pijai (3) die in de buurt vaart. Hij ziet het doosje en als hij de boodschap ziet gaat hij haar zoeken.

Maar dan vaart hij voorbij het eiland van een kannibaal; zij heet Ka-Khao (3). Die wordt op slag verliefd op de jonge koning. Door haar magische krachten brengt ze de bemanning in slaap en laat de boot naar haar eiland varen. Maar haar poging is vergeefs; ze kan haar mooie gevangene niet betoveren. De koning doet of hij zich aan haar onderwerpt maar als ze slaapt neemt hij zijn boot en vaart de haven uit. Bij zonsopkomst wordt de bemanning wakker.

Zo komen ze aan bij de boot van Gouden Bloem. Op dat moment komt ook de gierenkoning aanvliegen, maar dat wordt zijn laatste reis: de jonge koning doodt hem met pijl en boog. Hij neemt Gouden Bloem mee naar zijn paleis en trouwt met haar. Ze leven gelukkig en krijgen twee zoons: Lak en Yom.

Op een dag gaat Gouden Bloem lotussen plukken in een meer niet ver van het woud. Haar kinderen gaan mee. Dan komt de kannibaal Ka-Khao die de koning nog niet vergeten is en het Gouden Bloem niet vergeeft dat ze met hem getrouwd is. Ze heeft gewacht op het moment dat ze wraak kan nemen. En net als Gouden Bloem een lotus wil plukken grijpt Ka-Khao haar vast,  neemt haar mee naar beneden en verandert haar in een gibbon. Zelf neemt ze de vorm aan van Gouden Bloem en komt naar de oppervlakte. Met de hofdames gaat ze naar het paleis waar de koning niets in de gaten heeft. De gibbon moet rondhangen in het woud.

Maar de zoons weten van de verwisseling en erkennen hun ‘moeder’ niet. De koning is daar boos over en dan zegt de kannibaal ‘Majesteit, kijk eens wat een monsters die jongens zijn. Dat zijn mijn kinderen niet meer. Stuur ze maar naar die gibbon.’

Gelukkig kan Gouden Bloem nog wel praten en ze verzorgt haar zoons. Ze verkopen de gouden bloemen die uit haar mond vallen op de markt in een naburig dorp. Dat is het dorp van haar vader, koning Sanurat. De inwoners herkennen de gouden bloemen van hun prinses en vertellen het de koning. Die stuurt een bericht naar zijn zwager om Gouden Bloem te redden.

Koning Pijai haalt zijn zoons terug en ondervraagt hen; ze gaan de gibbon in de gaten houden. Die komt naar hen toe, de koning biedt zijn excuses aan en vraagt hoe de moeder gered kan worden. ‘Helaas, majesteit… Ziet u de zilveren pels die hier groeit? Die groeit zo hard dat ik over enkele dagen niet meer kan praten. Ik zal me moeten terugtrekken in het woud en leven als een wild dier.’

De koning vraagt of er dan helemaal geen remedie is tegen dit verschrikkelijke lot? Maar dan moet de kannibaal gedood worden en zij moet haar voeten baden in haar bloed…. De koning laat de kannibaal doden; eenmaal onthoofd krijgt ze weer haar afschuwelijke vorm. Met haar bloed worden de voeten van de gibbon gewassen en zij wordt weer de knappe prinses.

Zo tonen godinnen medelijden met haar. Ze blijft jong en beeldschoon en wordt een legende die duurt tot in onze dagen.

Vertaald, bewerkt en ingekort door Erik Kuijpers. Titel: Fleur d´or, Thais นางพิกุลทอง. Bron: Contes et Légendes de Thaïlande; 1954. Auteur Jit-Kasem Sibunruang (จิตรเกษม สีบุญเรือง), 1915-2011.

(1) Koning Sanurat, sanskriet Sanuradha, Thais นูรัต; het is een Thaise voornaam.

(2)Mae Ya Naang, Thais แม่ย่านาง, beschermheilige van de Thaise reiziger; zie https://www.thailandblog.nl/achtergrond/mae-ya-nang-beschermheilige-van-de-thaise-reiziger/ 

(3)  Ka-Khao, witte raaf. Pijai, sanskriet Bijaya, overwinning.

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website