Bangkok in 2011 (Wutthichai / Shutterstock.com)

Bij het zien van de ellende die de watersnood de laatste dagen in Wallonië en het stroomgebied van de Maas heeft aangericht vergeten we al snel dat overstromingen vrijwel jaarlijks voor de nodige problemen zorgen in Thailand. Sterker nog, vroeger maakten ze onlosmakelijk deel uit van het ecosysteem in het stroomgebied van grote rivieren zoals de Mekong, de Chao Phraya, Ping of Mun.

In de vlakten van Midden Thailand rekende men op de overstromingen van de Chao Phraya en diens zijrivieren om de rijstvelden te irrigeren en zo het volk te voeden. Ze behoorden als het ware – net als het onvermijdelijke regenseizoen –  tot het telkens weer terugkerende ritme van het jaar.

In de laatste helft van de negentiende en zeker in twintigste eeuw was er echter geregeld sprake van erg grote overstromingen waarvan de volumes met gemak de ‘normale’, te verwachten watermassa’s overstegen. In 1938 bijvoorbeeld stond heel Bangkok ruim een halve meter onder water. De meeste toeristen vergeten gemakkelijk dat de grondmassa van de Thaise hoofdstad op het laagste punt minder dan 50 cm. boven de zeespiegel uitsteekt, terwijl de hoogste geografische punten op amper twee meter boven de zeespiegel terug te vinden zijn. In 1983 werden niet minder dan 42 provincies tegelijkertijd getroffen en werden tienduizenden gezinnen dakloos. In 1995 was het opnieuw raak in de Thaise hoofdstad waarbij onder meer de verkeersinfrastructuur het zwaar te verduren kreeg.

Tussen 10 oktober en 19 november 2010 werden Thailand en Maleisië getroffen door een reeks van zogenaamde ‘flash floods’ die, in combinatie met de cycloon Jai, een spoor van vernieling trokken. In Thailand werden naar schatting 7 miljoen personen, verspreid levend over 38 provincies, rechtstreeks getroffen door het wassende water. De overstromingen kostten er het leven aan 232 personen.  De materiële schade werd op minstens anderhalf miljard US-dollar geschat. Niet voor niets verklaarde toenmalig premier Abhisit Vejjajiva dat dit “een van de ergste natuurrampen was geweest die het land ooit hadden getroffen”.

Dit was echter nog klein bier met de waterellende die het volgende jaar het Land van de Glimlach trof. 2011 bleek een écht rampjaar met de grootste watersnood uit de recente geschiedenis van het land. Het begon onverwacht op het einde van maart 2011 in de zuidelijke provincies. Onverwacht, want maart valt, normaal gesproken, nog binnen het droge seizoen.  De ongemeen zware regenval zorgde voor ernstige problemen in 50 provincies. Op amper enkele dagen kwamen 160.000 hectaren land onder water te staan en verloren minstens 53 personen het leven. De toestand was zo ernstig dat meer dan 5.000 moesten worden geëvacueerd en in verschillende provincies de noodtoestand werd uitgeroepen. De aangerichte schade werd op minstens een half miljard US-dollar geschat.

Deze overstromingen waren echter nog maar de prelude van wat er zich tussen 25 juli 2011 en 16 januari 2012 in het grootste deel van het land afspeelde. De overstromingen die eind juli begonnen werden nog aangewakkerd door de tropische storm Nock-Ten. De nauwelijks in goede banen te leiden watermassa verspreidde zich snel door de provincies in het noorden, noordoosten en midden van Thailand langs de stroomgebieden van de Mekong en Chao Phraya. In oktober bereikte het water de monding van de Chao Phraya en overstroomde delen van Bangkok. In sommige gebieden hielden de overstromingen tot medio januari 2012 aan, waarbij in totaal 815 doden vielen (waarvan drie vermist) en 13,6 miljoen mensen werden op één of andere wijze getroffen. Vijfenzestig van de 76 provincies van Thailand werden uitgeroepen tot rampgebieden voor overstromingen en meer dan 20.000 vierkante kilometer landbouwgrond werd zwaar beschadigd.

Ubon Ratchathani in 2019 (narongpon chaibot / Shutterstock.com)

Het was de grootste watersnoodramp in de recente Thaise geschiedenis. De Wereldbank ging er van uit dat de economische schade en verliezen als gevolg van overstromingen op het astronomische bedrag van 46,5 miljard US-dollar mocht worden geschat. Door dit enorme schadebedrag werden de Thaise overstromingen van 2011 gecatalogeerd bij de duurste natuurrampen die de wereld in de laatste eeuw hadden getroffen. De Thaise overstromingen eindigden, qua schaalgrootte van de geschatte schade, na de Tōhoku-aardbeving en tsunami in 2011 in Japan, de Grote Hanshin-aardbeving in 1995, de tsunami in de Indische Oceaan in 2004 en de orkaan Katrina in 2005.

Uit tal van rapporten blijkt dat de ramp van 2011 zich wellicht binnenkort opnieuw en zelfs op een nog grotere schaal kan voordoen indien Thailand geen drastische stappen onderneemt om de watermassa’s zoveel mogelijk te controleren. Maar blijkbaar ontbreken niet alleen de financiële middelen hiervoor maar ook de wil. De meest recente overstromingen werden in december 2020 en januari 2021 geregistreerd waarbij vooral de provincies Songkhla, Yala, Narathiwat en Pattani getroffen werden. Het kolkende water en modderstromen kostten in die periode het leven aan minstens 30 personen en meer dan 50.000 gezinnen werden getroffen.

Viphawadee Road in Bangkok op 5 november 2011 (Old box studio / Shutterstock.com)

Om deze ‘Never Ending Story’ af te sluiten nog dit: Eén van de meest bedreigde gebieden is en blijft Bangkok. De zeespiegel stijgt in Thailand elk jaar met vier mm. Deze stijgende zeespiegel stuwt steeds meer water de Chao Phraya-rivier in. Om de stijgende zeespiegel tegen te gaan, werden in 2015 plannen gemaakt voor een dam die zich van Chonburi tot Hua Hin zou moeten uitstrekken. Een megaproject met een prijskaartje van zegge en schrijve 500 miljard baht maar waarrond het intussen oorverdovend stil is geworden. De drie meter hoge dijken die vandaag de Chao Phraya insluiten, verzakken, net als de rest van de stad. In het verleden zakten sommige delen van Bangkok wel drie centimeter per jaar door overmatige grondwaterwinning. Dit is de belangrijkste reden waarom in 1977 de grondwaterwinning in deze regio werd stopgezet. Door die drastische stap is de bodemdaling weliswaar afgeremd tot gemiddeld zo’n één centimeter per jaar maar daarmee is de stad niet gered, verre van…

De onophoudelijke betonnering en vooral het enorme gewicht van de steeds groter wordende infrastructuur van Bangkok heeft het probleem echter verergerd. Bangkok telt vandaag zo’n slordige 700 gebouwen van meer dan 20 verdiepingen hoog en 4.000 gebouwen van 8 tot 20 verdiepingen hoog. Het gigantische gewicht van deze structuren verdringt de sponsachtige grond en verhoogt de bodemdaling. In een rapport uit 2015 waarschuwde de Nationale Hervormingsraad van Thailand dat verplaatsing van de hoofdstad niet uitgesloten was maar ook hier lijkt het alsof men geen oor heeft naar de meer dan terechte kritiek van de experten. Hoeft het te verwonderen dat veel Thai met een visadempje zitten te wachten op dat wat bijna onvermijdelijk één van de volgende jaren staat te gebeuren?

10 reacties op “Thailand & watersnood: “the never ending story””

  1. Johnny BG zegt op

    Iedereen weet het en kijkt er naar. De laatste 3 jaar gaan de verzakkingen in Bangkok sneller dan 10 jaar geleden en als oorzaak zouden dat de badhuizen zijn. Stelletje clowns zijn het bij elkaar maar met hun uitmuntende kennis op middelbaar school niveau gaat het men wel bereiken.
    Voor de mensen die wat willen verdienen “blijf ver weg van de overheid” en vooral de lokale overheid.

  2. Vakman zegt op

    Dan wordt het toch tijd dat men de stijging van de zeespiegel gaat benutten door op het water te gaan bouwen. Dit is overigens ook binnendijks mogelijk.

    De verwoestingen in Duitsland en België en het, op één na hoogste, hoogwater in de Maas in Limburg ooit zijn ook een extreme ‘samenloop’ van omstandigheden. Ten eerste is het zomer; het laatste bijzondere hoogwater in de Maas met vergelijkbare afvoer was in 1980.
    Ten tweede voert de Maas bij een normaal hoogwater voornamelijk de neerslag (regen/sneeuw) af uit bovenstroomse gebieden, waarbij de Ardennen hoofdleverancier zijn. Nu echter hadden we ook te maken met regionaal bijzonder grote hoeveelheden neerslag die door de beken moesten worden afgevoerd naar de Maas. De meanderende beken konden die hoeveelheden niet aan en zelfs de meetapparatuur was er niet op berekend. Zo ook die in de Maas bij St. Pieter. Tijdens de hoogwaterpiek registreerde die niks meer, waardoor de uiteindelijke hoogste afvoer geschat moest worden mbv de meetapparatuur bij Eijsden en zodoende waarschijnlijk niet de hoogste afvoer ooit is geworden. Maar goed, 150 m3/sec meer of minder bij meer dan 3000 m3/sec maakt niet zoveel verschil.
    Als daadwerkelijk het worst case scenario van 3700 m3/sec was bereikt, hadden we in Limburg grote problemen gehad. Dit was de eerste keer dat de nooddijken en waterkeringen in Limburg op de proef werden gesteld die na het hoogwater van december ’93 en januari ’95 zijn gerealiseerd. En tevens is de rivierverruiming optimaal benut zoals oa de Grensmaas in Zuid- en Midden-Limburg. Dat betekent een behoorlijk bergingsgebied.

    Roermond kende echter een ander probleem: omdat er in Duitsland ook enorme hoeveelheden neerslag zijn gevallen die daar al voor verwoestingen hebben gezorgd, kon het water niet via de Roer en haar by-pass, de Hambeek, gespuid worden op de Maas, omdat beide hoogwaterpiek ongeveer samenvielen. Ongeveer 20 jaar geleden zijn er zowel in de Roer als in de Hambeek keersluizen gebouwd die ervoor moeten zorgen dat bij hoogwater in de Maas dit water niet de binnenstad overstroomt en de dorpen langs de Roer. Die konden nu echter niet gebruikt worden, omdat er ook een hoogwater in de Roer was. En vanwege de samenvallende hoogwatergolven werd dat opgestuwd bij de monding van zowel de Hambeek als de Roer in de Maas.

    Wat de verwoestingen in Wallonië betreft, is het niet uitgesloten dat dat een menselijke oorzaak kent. Het Waalse stuwenbeleid staat al jaren ter discussie, omdat hierdoor de waterstand van de Maas in Zuid-Limburg te snel daalt en stijgt, waardoor bij grote hoeveelheden neerslag regelmatig een golf door de Maas gaat die stukken oevers of nieuw aangelegde natuur beschadigt cq verwoest. In het geval van de overstroming van juli is er mogelijk iets soortgelijks gebeurd bij het stuwmeer van Eupen. Daarbij ‘zouden’ de sluizen te laat en te snel zijn geopend, waardoor er een tsunami door het dal is gegaan. Getuigenverklaringen melden dat op sommige plaatsen binnen een half uur het water 1,5 meter was gestegen en uiteindelijk 3 meter hoog stond terwijl het op andere plaatsen zelfs 5 meter hoog is komen te staan.

    Nederland kent ook het euvel van bodemdaling en zeespiegelstijging. Hierdoor wordt het niet alleen lastiger om rivierwater te spuien op zee, maar door de getijdenwerking kan dan vaak alleen nog maar bij eb worden gespuid, omdat bij vloed zout zeewater het land binnendringt en zodoende verzilting optreedt.
    Vorig jaar hebben we te maken gehad met hoogwater in de Maas en Rijn, maar tegelijk een (zuid)westerstorm en springvloed, waardoor er niet gespuid kon worden op zee. Het bergingsgebied in de Biesbosch was al volgelopen door opgestuwd water vanuit zee en kon derhalve geen Maaswater meer bergen, omdat de overloopdrempel vanuit het bovenstroomse gebied van de Maas hoger is dan de overloopdrempel benedenstrooms.

  3. Erik zegt op

    Thailand heeft een nieuwe Homan van der Heide nodig; zie het artikel van Lung Jan in dit blog: https://www.thailandblog.nl/achtergrond/homan-van-der-heide-droeg-het-water-naar-de-zee/

    Maar deze Homan van der Heide liep stuk op de koppigheid van de ambtenarenkliek. En daarnaast denk ik dat het een Chinees zal worden want de centen daarvoor zullen wel uit het Belt & Road plan komen.

    Bangkok verplaatsen is hard nodig; Jakarta wordt ook verhuisd (naar Kalimantan, Borneo) omdat het in de bodem verdwijnt. Wat daar kan kan in Thailand ook als de wil er maar is…

    • Tino Kuis zegt op

      Homan van der Heide richtte zich vooral op irrigatie en het vasthouden van water om de rijstoogsten te verbeteren, en nauwelijks op het voorkómen van overstromingen.

  4. Alexander zegt op

    Collectieve blindheid
    Het is ontegenzeggelijk dat massa-extinctie een zekerheid is, alleen weten we nog niet dat ze al is begonnen.
    Wat ook een zekerheid is dat er enorme gebieden zullen gaan verdwijnen en dat landen als Bangladesh en zelfs ook Nederland de strijd tegen het water uiteindelijk gaan verliezen, ook steden als Miami en Bangkok zullen met zekerheid verdwijnen door de zeespiegelstijging.
    Hitte, droogte en luchtverontreiniging zorgen en gaan zorgen voor grote voedseltekorten en sterftegolven.
    Ook de enorme migratiestromen en oorlogen zullen daardoor toenemen.
    De rampenfilms die we allemaal wel kennen zullen in het echt gaan plaatsvinden en dit is geen doemscenario want met de huidige pandemie weten we dat ze al lang zijn begonnen.
    Hoe wij met dieren omgaan zal ons nog veel vaker met de neuzen op de feiten gaan drukken.

  5. Gringo zegt op

    Op dit blog staan meerdere postings (van mij) over het waterbeheer in Thailand, te beginnen in 2011. Er leek in 2013 goed nieuws te melden met de aamkondiging van de komst van een Ministerie van Water, zie
    https://www.thailandblog.nl/achtergrond/waterbeheer-thailand-deel-4

    Bij mijn weten is dat Ministerie er nog altijd niet, waaruit men de conclusie mag trekken, dat de (politieke) wil om het probleem aan te pakken ver te zoeken is.

  6. Sjaak S zegt op

    Waar je ook komt, zie je dat de grote steden op tijdbommen liggen, of het nu een stijging van de zeespiegel betreft, overstromingen, aardbevingen of vulkaanuitbarstingen.
    Het is nooit de vraag of het wel gebeurt, maar wanneer het gebeurt. De grootste rampen moeten nog komen…

    • Ik denk dat het wel meevalt. Zo lang er mensen op aarde zijn, zijn er ook al doemscenario’s. De wereld moet al minsten 1.000 keer vergaan zijn. En we zijn er nog steeds. Angst inpraten is een verdienmodel geworden. De groene transitie is een miljardenbusiness die aan de gang gehouden moet worden met angst zaaien.

      • Johnny BG zegt op

        @Peter,
        Facebook, Instagram en Amazon zijn ook een miljardenbusiness geworden met angst als verdienmodel nl. de angts om iets te missen. Alle drie zorgen ze voor een negatief effect op het menselijke handelen.
        Voor de groene transitie is er natuurkundig bewijs dat de verandering niet het probleem is maar de snelheid. De bloemetjes, diertjes en de mens kunnen de snelheid niet meer bijbenen met rampen als gevolg. Toevallig via BVN een uitzending gezien van “Vroege vogels” Daarin de opmerking dat de grutto’s weer terug zijn na de winter ondanks alle barre omstandigheden. Zoiets geldt ook voor de mens. Die blijft er heus wel als soort maar het individu kan onnodig verdwijnen en dat is kapitaalvernietiging in de wereld waarin wij leven. Als we willen dat je van geboorte tot graf verzorgd wil worden dan zal men ook met te grote veranderingen rekening moeten houden want het gaat toch om het individu?

  7. TheoB zegt op

    Ik ben het wel met je eens Lung Jan, behalve dan ten aanzien van de flatgebouwen en alle andere bouwsels die met (hei)palen op een stevige zandlaag (onder de drassige en uitdrogende, dus inklinkende, bovenlaag) staan.
    Dat kun je goed zien bij b.v. de trappen naar de bovengrondse metrolijnen. Vlak vóór de onderste trede loopt de stoep omhoog, omdat de straat verzakt is.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website