Het boek van Kamala Tyavanich, The Buddha in the Jungle, bevat een verzameling verhalen van buitenlanders en van Siamezen die een levendige beschrijving geven van het leven en het gedachtengoed in het Siam van eind 19e en begin 20e eeuw. De meeste verhalen spelen zich af in een boeddhistische context: dorpsmonniken die gigantische slangen ontmoeten, monniken als heelmeesters en schilders, een missionaris die door een olifant wordt gespietst maar ook bandieten en roeiers, vroedvrouwen en natuurlijk geesten. Het roept een beeld op van een verloren wereld, de verschillen met het westen en de latere modernisering zonder het verleden te idealiseren. Het is een feest van herinnering.

Veel van haar gegevens haalde zij uit zogenaamde crematieboeken waarin het leven van de overledene wordt beschreven, en verder uit biografieën en reisverhalen van buitenlanders. Het was een verrassing voor mij hoeveel er in die tijd op schrift werd gesteld.

Het hoofdstuk 43 is getiteld ‘Backward or Enlightened?’ en gaat voor het grootste deel over de rol van de vrouw in het Siam (en het verwante Birma) van die tijd zoals door buitenlandse reizigers waargenomen. Daar gaat dit artikel voornamelijk over.

Wat buitenlanders te vertellen hadden over de positie van de vrouw in Siam en Birma ongeveer 1850-1950

Westerse reizigers in het negentiende-eeuwse Siam, die ook India, China of Japan hadden bezocht, waren vooral getroffen door de hoge sociale positie van vrouwen in het gebied dat nu Zuidoost Azië̈ wordt genoemd.

Bischop Bigandet, een Franse Rooms-Katholieke priester die veertig jaar doorbracht in de Shan-staten (Noord-Birma) getuigde van de hoge positie die vrouwen genoten en hij schreef dat toe aan het boeddhisme. ‘Vrouwen en mannen zijn bijna aan elkaar gelijk’, schreef hij, ’ze zijn niet opgesloten in hun huizen maar lopen vrij rond in de straten, beheren winkels en marktkramen. Ze zijn de metgezellen en niet de slaven van mannen. Ze zijn ijverig en dragen volop bij aan het onderhoud van de familie’.

James George Scott (1851-1935) schreef in een memorie in 1926 dat ‘de Birmese vrouwen vele rechten genoten waar hun Europese zusters nog voor vochten.’

Vrouwen deden hetzelfde (zware) werk als mannen. Voor een deel moet dat worden toegeschreven aan de vier maand durende corveediensten die mannen van huis bracht. John Crawford zag in 1822 vrouwen alle soorten arbeid verrichten zoals zware lasten dragen, roeien, ploegen, zaaien en oogsten, niet anders dan de mannen. Maar allen de mannen gingen op jacht.

Een geoloog, H. Warrington Smyth, die tussen 1891 en 1896 in Noord-Siam verbleef, merkte op dat vrouwen de arbeiders waren, en dat niets gedaan kon worden zonder overleg met vrouw of dochter.

Rond 1920 maakte de Deense reiziger Ebbe Kornerup met zijn assistenten een boottocht over de Ping, rivier geroeid door een vrouw. Hij schrijft: ‘’Na de regens was de rivier breed maar soms zo ondiep dat we door het water moeten waden. De roeister was een gezette en aangename vrouw met kort haar. Ze had een broek aan en een Siamese phanung en de betel en gefermenteerde theebladeren die ze kauwde maakten haar lippen donkerrood. Ze grinnikte vrolijk toen het water over haar broek spatte. Ze praatte aan één stuk door met haar begeleiders’.

In 1880 maakte de Britse ingenieur Holt Hallett (Erik Kuijpers schreef een prachtig verhaal over zijn tocht) een reis van Moulmein in Birma naar Chiang Mai om een weg voor een spoorlijn te onderzoeken. Hij merkte op dat ‘vrouwen uitstekend werden behandeld door de Shan (de bevolking van Noord-Thailand, ook wel Laotianen of Yuan genoemd). Dat valt zeker op bij een rechtszaak van een vrouw tegen een man waar de getuigenis van een vrouw als onbetwistbaar bewijs wordt gezien. Kinderhuwelijken bestaan niet, huwelijk is een zaak van persoonlijke keuze en niet van handel’.

Lillian Curtis echter schreef de hoge positie van de vrouwen in Laos en Siam niet toe aan het boeddhisme maar aan veel langer teruggaande culturele wortels. Dat blijkt uit oude kronieken en het feit dat de vrouw een belangrijke plaats inneemt in die stammen die nooit tot het boeddhisme zijn bekeerd. De vrouw is vrij in haar keuze van een huwelijkspartner en het huwelijk is geen religieuze ceremonie. De man trekt in bij de familie van zijn vrouw die alle bezittingen beheert. Scheiding is gemakkelijk maar komt weinig voor en is vaak in het voordeel van de vrouw.

Ook twee andere andere schrijvers loofden in soortgelijke bewoordingen de onafhankelijkheid van de vrouw: zij steunden niet op de bevestiging of de hulp van de man. Kinderen groeien op met een moeder, niet een vader, die de financiën beheert.

De veranderingen vanaf het begin van de twintigste eeuw

Koning Chulalongkorn, Rama V, wordt ook wel de Grote Modernisator genoemd. Zijn zoon koning Vajiravuth, Rama VI (regeerde 1910-1925), zette dat beleid voort. Hij was de eerste, maar niet de laatste, Siamese vorst die zijn opleiding voor een deel in het buitenland kreeg en mogelijk ontleende hij een aantal van zijn ideeën aan die ervaring.   In 1913 vaardigde hij een nieuwe wet uit die voorschreef dat iedere Thai een achternaam moest aannemen. Echtgenotes en kinderen zouden de achternaam van de man en de vader moeten aannemen. Waar voorheen geslachten veelal in de vrouwelijk lijn werden gezien ging de Thaise gemeenschap geleidelijk meer over naar een patriarchaal systeem. Ongetwijfeld komt dat mede voort uit het feit dat de adellijke elite een geheel andere opvatting had over man-vrouw verhoudingen dan de rest van het volk. Bij de adel was de man superieur en werd de vrouw opgesloten in het paleis. Bezoedeling van de koninklijke lijn werd zo voorkomen.

Het zijn mijns inziens deze twee oorzaken, de toenemende invloed van het paleis en de adel op geheel Siam (nu ook op de meer afgelegen gedeelten) en de daarmee samenhangende westerse invloed, die de positie van de vrouw vanaf het begin van de 20e eeuw ondermijnde. De verandering van het dorpsboeddhisme in het door Bangkok gesponsorde staatsboeddhisme is een andere factor.

De getuigenis van Carle Zimmerman

De in Harvard opgeleide socioloog Zimmerman deed in de jaren 1930-31 een uitgebreid onderzoek op het Thaise platteland, in het centrum en de periferie. Hij gaf een overzicht van de economie, de gezondheidstoestand, het onderwijsniveau en no veel meer over de toestand van de nog voornamelijk boerenbevolking.

Laat ik hem citeren:

‘De Siamezen hebben een hoge geestelijke, niet-materiele levensstandaard. In Siam vind je geen handel in kinderen en kinderhuwelijken bestaan niet. Zij waren vóór de economische boom in 1960 in het algemeen niet hebzuchtig. ‘ Hij merkte verder op dat ‘de Siamezen een hoge ontwikkeling hebben wat betreft kunst, beeldhouwwerk, zilverwerk, niello werk, zijde-en katoen weven, lakwerk en andere zaken die te maken hebben met artistieke uitingen. Zelfs in de meest primitieve gemeenschappen kan men een mooi bewerkte deur aantreffen, een stuk aardewerk, een kunstig geweven doek en houtsnijwerk achter op een ossenkar. ‘

Persoonlijk kan ik er aan toevoegen dat er een levendige en spannende literaire traditie bestond waar in de meeste dorpen regelmatig verhalen werden verteld, vaak opgevoerd met muziek en dans. De ‘Mahachaat’, ‘Khun Chang Khun Phaen’ en ‘Sri Thanonchai’ zijn drie voorbeelden.

Frank Exell, die langere tijd (1922-1936) in Siam verbleef als onderwijzer en bankier, betreurde in zijn memoires Siam Tapestry (1963) dat Siam zijn charme als ‘vergeten gebied’ (‘backwater’) had verloren en een land was geworden van ‘vooruitgang’. In zijn boek Siam Service (1967), toen Thailand geregeerd werd door militairen die hun oren lieten hangen naar de Amerikanen, verzuchtte hij ‘We kunnen alleen maar hopen dat het land goede leiders zal weten te vinden’.

Hoe waarderen de geachte lezers de status van vrouwen in het huidige Thailand?

Bronnen

  • Kamala Tiyavanich, The Buddha in the Jungle, Silkworm Books, 2003
  • Carle C. Zimmerman, Siam Rural Economic Survey, 1930-31, White Lotus Press, 1999

13 reacties op “Siam en de hoge sociale status van vrouwen, 1850-1950”

  1. De Inquisiteur zegt op

    Eigenlijk zie je hier in mijn streek daar nog wel veel van terug.

    Vrouwen voeren ook alle arbeid uit, zelfs zwaar werk.
    Meestal ook zijn het de dames die ‘de broek dragen’ thuis – wel met veel tolerantie tegenover hun echtgenoot.
    Tevens beheren ze meestal de financiën.
    Huwelijken zijn met instemming van de dame, dus geen dwang. Bij scheiding gaat het meestal 50/50.

    • Tino Kuis zegt op

      Precies en dat is dan een heel verschil met wat ik altijd de dominante, officiele cultuur noem die door “Bangkok’ wordt opgelegd. Je ziet dat terug in schoolboekjes etc. Onderdanige vrouwen. Het ‘zwakke geslacht’. De werkelijkheid is anders, zeker in de Isaan en het Noorden.

    • Gringo zegt op

      Niet alles zie je terug, ook niet in de Isaan.
      Ik zou het namelijk best aardig vinden als de vrouwen weer met blote borsten gingen lopen.

      Mag van mij ook hier in Pattaya, hoor!

      • Tino Kuis zegt op

        Mannen ook!

  2. Roger zegt op

    Beste Tino,

    Alweer een bijzonder interessante bijdrage.
    Mijn oprechte dank.

    Groeten, Roger.

  3. NicoB zegt op

    Veel werkzaamheden worden door Thaise vrouwen uitgevoerd, op het land zowel als in de bouw, veel vrouwen regelen de geldzaken, veel mannen respecteren hun vrouw naar mijn waarnemingen redelijk, maar dat is en blijkt vaak ogenschijnlijk. Veel Thaise mannen zijn ontrouw en beschouwen de vrouw als hun bezit zodra ze de vrouw eenmaal bezeten hebben. Veel mannen gebruiken ook fysiek geweld tegen hun vrouw, de vrouw reageert daar op dat alles door als ze de kans krijgt een andere man te nemen, veel vrouwen in Thailand gaan ook vreemd en niet alleen in Thailand, ook gebeurd dat in Nederland vrij veel, de eerste man was een wegkomer uit Thailand, niet gestoeld op enige emotioneel waardevolle relatie, de 2e keuze vaak meer gestoeld op een emotionele binding. Hetgeen ik hier noteer stoelt op eigen waarnemingen van zeer dichtbij en mij aangedragen door Thaise vrouwen in Thailand en Nederland.
    Mijn conclusie op basis van feiten is dan ook dat vrouwen in het verleden heel wat beter af waren dan thans, maar ja … na apen van het westen betekende modernisering, ten koste van de waardigheid en positie van de vrouw.
    NicoB

  4. Tino Kuis zegt op

    O ja, die eerste foto is in 1923 genomen in Chiang Mai: vrouwen op weg naar de markt

  5. danny zegt op

    Bedankt voor een mooie bijdrage van de geschiedenis van Thailand.
    Het lijkt op veel plaatsen dat de Tijd is stil gaan staan in de Isaan, want het verhaal is nog erg herkenbaar in dit gebied in de Isaan en zoals de Inquisiteur, dit leven, heeft aangevuld in de herkenbaarheid van jouw verhaal.
    Laten we hopen dat dit nog lang zo zal blijven, want het is voor sommige de reden, dat ze voor de Isaan hebben gekozen om hun laatste adem uit te blazen.
    mooi verhaal Tino.

    goede groet van Danny

  6. Fransamsterdam zegt op

    Zoals gewoonlijk weer een zeer lezenswaardige bijdrage van Tino Kuis.
    Niet zomaar een mening, maar een onderbouwd verhaal.
    Ik ga er beslist nog eens wat bronnen op naslaan, maar wil voorlopig als curiositeit slechts opmerken dat de gevolgen van het recht op het aannemen van een achternaam in onze cultuur zichtbaar zijn door de afschaffing van de slavernij, uit m’n hoofd in 1863. Als iemand ‘Seinpaal’ van z’n achternaam heet, weet je vrijwel zeker dat zijn voorvaderen, en voormoederen (?), via Suriname uit Afrika hiernaartoe zijn gekomen.
    Bestaan er in Thailand ook zulke ‘stigatiserende’ achternamen, sinds 1913?

    • Tino Kuis zegt op

      Veel Surinamers stammen af van verhoudingen tussen slavenhouders en slavinnen. Die slavenhouders gaven dan grappige namen aan die kinderen. In mijn praktijk had je de familie ‘Nooitmeer’ en ‘Goedvolk’. Een man heette ‘Madretsma’ en vroeg mij wat dat voorstelde. Ik wist het niet, maar jij moet het zien!
      Ik ben zelf een afstammeling van een vluchteling. Tweehonderdvijftig jaar jaar geleden vluchtten katholieken uit Nordrhein-Westphalen (bij Twente) voor de onderdrukkende protestante Pruisen. Mijn over-over etc grootvader, Bernardus Keuss, vestigde zich in Uithuizen, rond 1778.

      Ik probeer altijd Thaise namen te begrijpen. Hier staat een stukje. https://www.thailandblog.nl/achtergrond/thaise-namen-lang/

      De vriendin van mijn zoon heet รวิพร วนาพงศากุล ofwel ráwíephohn wánaaphongsǎakoen. Rawie is ‘zonneschijn’, phohn is ‘gezegend’, wanaa is ‘bos’ en phongsaakoen is ‘familie, afstammeling, geslacht’.
      Haar grootvader was een Chinese immigrant, een Teochew. ‘Gezegend door zonneschijn’ ‘Afstammeling uit het bos’, prachtig toch?

      Achternamen met vijf of meer lettergrepen zijn bijna altijd van Chinese voorouders. Andere achternamen komen weer alleen voor bij een bepaalde etnische groepen. De moeder van mijn zoon had als achternaam ‘hǒmnaan’, ‘lang-geurend’ en komt uit de Thai Lue groep.

  7. joy zegt op

    In het Thaise huwelijk wordt vaak de vergelijking met een olifant gemaakt, waarin de vrouw het achterste gedeelte van die olifant is en de man het voorste gedeelte. Een olifant kan namelijk wel op zijn achterste poten staan, maar niet op zijn voorste poten………..

    Groet Joy

  8. Rob V. zegt op

    Volgens een enquete gehouden onder 1.617 Thaise mannen tussen de 20 en 35 ziet een derde hun vrouw als hun bezit: ‘One-third of the respondents believed that married women were “owned” by their husbands and they must be responsible for household work and take care of the family.’

    Nu herken ik dat beeld niet uit mijn eigen omgeving, de mannen en vrouwen die ik sprak hebben denkbeelden die ergens zitten tussen ‘gelijkwaardigheid voor man en vrouwen, beide moeten werken en beide moeten het huishouden doen’ t/m het wat klassiekere beeld dat de vrouw primair verantwoordelijk is voor het huishouden en de man primair voor het inkomen. Maar in alle gevallen was de relatie tussen man en vrouw gelijkwaardig of vergelijkbaar. Maar dat beeld kan vertekend zijn omdat voor zover ik weet ze alle een degelijke opleiding en baan hadden, middenklassen gezinnen of stelletjes tussen de 20 en eind 30. Wie weet zijn er groepen waar het beeld ‘de man is de baas over de vrouw’ er wel in aanzienlijke aantallen is waardoor je gemiddeld op het nogal hoge nummer van 1/3 uit komt. Wie zal het zeggen? Ik durf geen conclusies te trekken zonder uitgebreider onderzoek.

    Volgens diezelfde bron gaf 45% van de mannen toe fysiek geweld te gebruiken tegen hun vrouw of vriendin indien ze dronken waren. Helaas noemt men geen cijfers over geweld in nuchtere staat. Volgens een tweede bron was er bij 30,8% melding van geweld in 2012. Die cijfers tekenen dan weer scherp af tegen een enquête in 2009 door het National Statistics Centre dat 2,9% van de vrouwen melding deed van geweld, met het hoogste percentage 6,3% bij 15-19 jarigen en als lag als 0,6% door vrouwen met een Bachelor of hoger diploma. Met wat googlen kom je ook nog een stuk tegen met de titel “Domestic Violence Behaviors between Spouses in Thailand” maar dat noemt slechts wat nummers tegen van rond de duizend aangiftes (wat mij onwaarschijnlijk laag lijkt op de hele bevolking…).

    Ongeacht de getallen lijkt de conclusie wel dat, zoals je kunt verwachten, bij herhaaldelijk geweld de relatie verbroken word en/of de aangifte bij de politie doorgezet. De vrouw zal gewoonlijk zich dus niet keer op keer laten mishandelen of misbruiken. Dat lijkt me een normale menselijke reactie: sporadisch geweld kan men met de mantel der liefde bedekken maar als je partner duidelijk niet spoort dan ga je van hem of haar af.

    Bron 1: http://m.bangkokpost.com/learning/advanced/1141484/survey-70-of-20-35yr-old-thai-men-admit-to-multiple-sex-relationships
    Bron 2: http://www.dw.com/en/violence-against-thai-women-escalating/a-17273095
    Bron 3: ‘Thailand Random’ ISBN 9789814385268.
    Bron 4: http://citeseerx.ist.psu.edu/viewdoc/download?doi=10.1.1.681.5904&rep=rep1&type=pdf

  9. Rob V. zegt op

    Bovenstaande was een reactie op NicoB.

    Op het stuk zelf heb ik weinig commentaar. Bedankt Tino. Ik ben het er mee eens dat de vrouwen in de regio al lange tijd een belangrijke rol vervulden en vervullen. Het is duidelijk dat ze allerlei soorten werk doen, niet alleen rondom het huis maar ook daar buiten. Deels uit noodzaak, in de tijd van voor de industrialisatie heb je elke hand nodig die er is, dus vrouwen en kinderen moeten dan ook zwaar werk verrichten om bijvoorbeeld de oogst tijdig binnen te halen en te verwerken. Om een eerlijker vergelijking te maken tussen de Thaise vrouw in de 19de eeuw zou je eigenlijk de Europese vrouw uit zeg de 18de eeuw er bij moeten pakken. Je kan verwachten dat dan ook veel vrouwen op veel fronten hun steentje bijdragen en dat onder de boeren er weinig uithuwelijking is. Dat laatste gaat immers om het behouden of verkrijgen van bezit, iets voor de hogere klasse (adel e.d.) en niet voor de boertjes die geen landeigenaar waren.

    “In de zestiende eeuw gold het als een recht en een plicht voor de ouders om een geschikte huwelijkspartner voor hun dochter(s) te vinden. In de zeventiende eeuw hanteerde men subtielere maatstaven. De ouders mochten hun kinderen niet dwingen tot een hen onwelgevallig huwelijk, maar de kinderen mochten evenmin een verbintenis aangaan waartégen de ouders zich uitgesproken hadden. ”
    Bron: http://www.dbnl.org/tekst/_won001wond01_01/_won001wond01_01_0005.php

    Wat ik wel roet zie strooien in de positie van vrouwen in Europa is de kerk, welke onder meer het beeld steunden dat de vrouw lager was dan de man. En natuurlijk ook echtscheidingen. Zo uit het hoofd staat me bij dat die in Thailand gebruikelijker waren dan bij ons in het westen. Zie oa:
    https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/5795/liefde-en-huwelijk-in-nederland.html

    Maar ik dwaal af. De status van de vrouw in Thailand heden ten dagen is lang niet slecht. Thailand mag dan ook het (inmiddels al weer achterhaalde) gebruik hebben overgenomen dat de man de familienaam overdoet op de kinderen maar in zowel Nederland als Thailand stappen we gelukkig weer terug naar meer gelijkwaardigheid van de seksen. In een gewoon gezin heeft de vrouw het prima en de man ook, men slaat of schreeuwt er niet op los en de vrouw laat echt niet over zich heen lopen. Buitenstaanders verwarren dan wel weer regelmatig ‘verzorging’ (zoals de nagels knippen van de man) als onderdanigheid maar ik moet het eerste Thai-Thai of Thai-westerling stel nog tegen komen waar de vrouw onderdanig is, door het stof gaat of ‘haar plaats’ kent.

    Maar ik besef me natuurlijk ook dat niet alles koek en ei is. Er zijn problemen, er zijn groepen in de samenleving die wel geweld en dergelijke te maken krijgen. Daar moet aan gewerkt worden: betere wetten en betere naleving omtrent alimentatie, laagdrempeliger toegang tot aangifte, sociale vangnetten zodat een burger (man of vrouw) enige zekerheid of steun heeft rondom het inkomen. Dit zodat je niet bij je partner hoeft te blijven uit noodzaak voor rijst op de plank en/of een dak boven je hoofd. Dat betekent wel meer belastingen voor betere voorzieningen. Dat en het meer een meer bespreekbaar maken van hoe om te gaan met huisgelijkgeweld maakt de reeds goede positie van man en vrouw binnen relaties/huishoudens alleen maar beter.

    Maar dit is om eerlijk te zijn vooral de indruk die ik krijg door om me heen te kijken. Voor echt harde conclusies durf ik me hand niet in het vuur te steken, daar zijn frequente onderzoeken naar nodig die trens kunnen laten zien.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website