Hoe de Siamese staat tot stand kwam en het verzet ertegen met koning Chulalongkorn als de Grote Kolonisator.

Inleiding: koning Chulalongkorn en de kolonisatie van Siam

Wat de Thaise kinderen en de westerlingen steeds trots wordt voorgehouden is het feit dat de Siamese staat nooit is gekoloniseerd. Dat zou voornamelijk te danken zijn aan de intelligente en hard werkende koning Chulalongkorn (Rama V, regeerde 1868-1910) die de Fransen en de Britten ambities wist te beteugelen.

Dat is zeker waar maar het gaat voorbij aan een andere waarheid en wel dat koning Chulalongkorn zelf een kolonisator was. Hij was een klein wolfje die inpikte wat de grote wolven, Engeland en Frankrijk, lieten liggen. Op zijn reizen naar Singapore, Java en Brits-India (1870-1872) sprak hij vele malen zijn bewondering uit over de koloniale administratie in die gebieden en zonder die kolonisatie op zich te veroordelen. Die ervaring was een bron voor zijn latere denkbeelden over de ‘modernisering’ van Siam.

Vanaf de regering van zijn vader, koning Mongkut (Rama IV, regeerde 1851-1868) hadden de Britten een sterke invloed op het politieke en economische beleid van de Siamese regering. Zo genoten Britse onderdanen van een extraterritoriaal juridisch systeem: er waren aparte Britse rechtbanken in Siam wat pas door Pridi Banomyong na de revolutie van 1932 ongedaan zou worden gemaakt. Ook waren er vele privileges op handelsgebied. Mongkut en Chulalongkorn omringden zich met honderden westerse adviseurs die een belangrijke invloed hadden op het Siamese beleid. Chulalongkorn’s vele zonen (40+) studeerden in het westen.

Als wij nu de omvang van de staat Thailand in ogenschouw nemen moeten we niet vergeten dat het koninkrijk Siam in het midden van de 19e eeuw, tijdens de regeringen van Mongkut en de eerste decennia van Chulalongkorn beperkt bleef tot Bangkok, de Centrale Vlakte en een deel van het zuiden. Het Noorden was het onafhankelijk koninkrijk Lanna (Chiang Mai, zij werden toen nog ‘Lao’ genoemd), er waren onafhankelijke edelen (sommigen noemden hen ‘koningen’) in Lampang, Phrae en Nan, onafhankelijke edelen in wat nu de Isaan is en het Diepe Zuiden met zijn Malay-Moslim bevolking was ook nog vrijwel onafhankelijk. Zij waren allen schatplichtig aan Bangkok (met eens per jaar een tocht naar Bangkok om het ‘loyaliteiswater’ te drinken) maar verder geheel zelfstandig in hun beleid. Daar maakte Chulalongkorn een eind aan, in samenwerking, met toestemming en soms met enige tegenwerking van de Britten en de Fransen die een bufferstaat in het Noorden en een vriendelijke en toegeeflijke koning wel op prijs stelden.

Toen het Britse leger zijn heerschappij over Birma uitbreidde en de Konbaung Dynastie bevocht (1885-1887) was het koning Chulalongkorn die de Britten hielp door voedsel voorraden te sturen.

Chulalongkorn

Chulalongkorn koloniseerde de gebieden in het Noorden, Noordoosten en Zuiden die uiteindelijk de grote staat Siam (vanaf 1946 definitief Thailand geheten) tot stand bracht . Vanaf 1880 zond hij geleidelijk zijn ambtenaren, politie, leger en vooral belastinginners naar het Noorden, Noordoosten en het Zuiden. In de jaren daarop slaagden zij er in de plaatselijke heersers geleidelijk opzij te zetten waarbij Siamezen (d.w.z. mensen uit Bangkok) hun plaats innamen. Dat proces was in 1910 vrijwel voltooid. Het is daarbij opmerkelijk te noemen dat het leger in Chulalongkorn’s regeerperiode opgeleid werd niet om buitenlandse vijanden te verslaan maar om zijn binnenlandse kolonisatie te ondersteunen en te voltooien..

Het verzet tegen Chulalongkorn’s optreden was betrekkelijk mild. Er was passief verzet zoals uit het leven van de nog steeds in het Noorden geëerde monnik Phra Khruba Si Wichai blijkt, maar er waren ook een paar gewelddadige opstanden, nu vrijwel vergeten hoewel kort in de boeken genoemd. Deze gebeurtenissen passen niet in de royalistische geschiedschrijving in het huidige Thailand.

De ‘Phu mi bun’ opstand in de Isaan 1902

‘Phu mi bun’ (phôe: mie boen) betekent: ‘mensen met verdienste’. Het was een religieuze beweging geleid door een ‘heilige’ man, een profeet, Ong Man, die met een aantal gewapende mensen het Siamese centrum in Ubon Rachathani aanviel. Ze wonnen een aantal schermutselingen maar een legertje onder leiding van Sanphasit (een broer van Chulalongkorn) lokte ze in een hinderlaag. Enige honderden rebellen werden gedood, anderen gevangen genomen (zie afbeelding). Sommigen waren in staat te vluchten naar Frans-Laotiaans gebied waar ze nog enige tijd hun verzet volhielden.

De Shan opstand 1902-1904

Deze was van een grotere en meer bedreigende omvang. De Shan, ook wel Thai Yai genoemd, is een volk uit Birma, ten noordoosten van de provincie Chiang Mai. In de jaren voorafgaande aan de opstand in 1902 kwamen duizenden Shan naar Noord-Thailand om te werken in de teak-industrie (beheerst door de Britten), als handelaren en in de bij Phrae gelegen robijn mijnen. Ten dele was dit het gevolg van chaos, gevechten en honger in de Birmese Shan staten. Zij waren Britse onderdanen maar hadden het gevoel door de Siamezen te worden uitgebuit. (Ook hier betekent ‘Siamezen’ eigenlijk ‘mensen uit Bangkok’). Ze moesten over van alles belasting betalen: tabak, boten, pakezels en varkens.

H.M. Jensen

In juli 1902 wilde een politiemacht een Shan roversbende arresteren. Dat mislukte, de politie vluchtte en de Shan namen hun wapens in beslag. De groep opstandelingen groeide aan tot enige honderden en zij vielen de stad Phrae aan. De Siamezen vluchtten, de Shan namen de stad in, plunderden en doodden Siamese regeringsfunctionarissen, mogelijk met hulp van de plaatselijke edelen die hun positie hadden verloren. Zij marcheerden vervolgens naar Lampang waar een politiemacht onder leiding van de Deen kapitein H.M. Jensen en geholpen door Louis T. Leonowens (zoon van Anna in het King and I verhaal), stand hield.

De Deen Jensen sneuvelde later geraakt door een schot toen hij nabij Ngao (Phayao) de Shan rebellen achterna zat. Zijn graf is in Chiang Mai (zie afbeelding), betaald door koning Chulalongkorn die ook zijn weduwe voorzag van een toelage. Ook de leider van de rebellen sneuvelde bij de aanval op Lampang.

De heerser van Phrae (een koning?) was naar Luang Prabang in het al Franse Laos gevlucht. De zegevierende Siamezen beschuldigden hem van samenwerking met de Shan rebellen en veroordeelden hem in absentia tot de doodstraf.

Ondertussen arriveerde een Siamese strijdmacht van een paar duizend soldaten onder leiding van maarschalk Surasak. Zij achtervolgden de rebellen naar het noorden. In het dorpje Ta Pha bij Chiang Kham richtten zij nog een bloedbad aan onder onschuldige burgers. De Shan rebellen namen voor enig tijd Chiang Khong en Chiang Saen in bezit. Pas eind 1903-begin 1904 kwam aan de opstand definitief een einde toen resten van rebellen bij Chiang Khong naar het (Franse) Laos vluchtten.

Na deze opstand werd het grootste deel van het leger uit Bangkok in het Noorden gestationeerd. De dienstplicht werd uitgebreid naar het Noorden en Noordoosten en de administratie vanuit Bangkok versterkt.

Het was de monarch van Bangkok, Chulalongkorn, die de andere monarchieën, met name in het Noorden van Siam, omver wierp. Deze opstanden waren de aanleiding de macht in de rest van het land te verstevigen. Zo ontstond het trotse Siam, sinds 1946 definitief Thailand, Land der Vrijen, geheten.

Hier staat, in vier afleveringen, het enigszins chaotische verslag van deze opstand met meer aanvullingen en details:

In deze video bespreekt professor Andrew Walker de Shan opstand in breder verband en zijn betekenis voor de vorming van de Thaise staat:

[embedyt] http://www.youtube.com/watch?v=6e9xeUmhDZc[/embedyt]

8 reacties op “De Shan opstand in Noord-Thailand, 1902-1904”

  1. Fransamsterdam zegt op

    Dit is weer meer een stuk om te bestuderen dan om er even een opwellende reactie op te geven, maar ik wil in ieder geval mijn waardering uitspreken.

  2. AlexOuddiep zegt op

    Je hebt de weinig gestructureerde gegevens van hlaoo s blogspot tot een begrijpelijk verhaal omgevormd – geen kleine klus.

    We zijn allemaal wat behept met de vereenvoudigende benadering om de huidige situatie te zien als op een natuurlijke wijze uit het verleden voortkomend; ze lijkt daardoor ook gelegitimeerd.

    Het betreffende gebied was een lappendeken zoals Duitsland voor Bismarck, en Europa voor het ontstaan van de Europese Unie.

    Lanna was bepaald niet voorbestemd om een deel van Siam-Thailand te worden, het was een paar eeuwen ‘onafhankelijk’, d.w.z. een labiele eenheid, afwisselend vazalstaat van Burma en Siam en soms van beide. Ook Siam was ‘onafhankelijk’, maar bij de gratie van Engeland en Frankrijk.

    Door deze Shan rebellie naar voren te halen, heb je deze benadering terecht op de proef gesteld.

  3. NicoB zegt op

    Zeer informatief stuk, geeft wel aan, dat er zeer roerige tijden geweest zijn om tot het huidige Siam te geraken.
    Te hopen is, dat dit stuk historie niet weer zo ernstig opborrelt, daar waar het voorouders heeft die wellicht nog een appeltje te schillen hebben.
    Gezien de Hoekse en Kabbeljouwse twisten in het recente verleden ga je denken dat er wellicht al wel appeltjes te schillen zijn en geschild worden?
    NicoB

  4. Rob V. zegt op

    Wederom bedankt Tino voor het onder de aandacht brengen van een (minder bekende) bladzijde uit de geschiedenis. Het beeld van 1 vereendigd, broedelijk land dat al generaties dikke maatjes is met Bangkok wordt er duidelijk in gehamerd. Dat zagen we maar weer in de geschiedenis/volkeren/cultuur musea. Het uitlichten van die banden, en wat daar niet goed op aan sluit niet vermelden of een historische kaart en dan de grens van het huidige Thailand gebruiken en gebieden in Laos en Birma niet weergeven…Terwijl het zonde zou zijn die kennis min of meer verloren te laten gaan en elk mens met wat kennis en verstand wel weet dat geen enkel land ‘puur’ , vrij van conflict (extern en intern) of onoverwonnen etc. is.

  5. ofanders zegt op

    Waardeer je degelijke en afwijkend van de gewone topics erg. Maar wat hier een beetje wordt verwaarloosd is, dat destijds amper sprake was van ”staats-”gevoiel met grenzen etc. zoals we nu onafhankelijke landen kennen. Er was geen echte grens, geen wegen, eigenlijk het enige criterium wat telde was, wie belasting (schating- vooral bedoeld als protectie geld) betaalde aan wie. Al zal dat zo rond 1900 al wel aan het wankelen zijn geslagen. Overigens hebben die Shan/Karyen./Thai Yai zelf een nogal afwijkende kijk op die zaken-zoals ze in feite nog steeds hebben.
    Dit tevens bedoeld als afzwakking van die historische verhalen uit de 15e/16e etc. eeuw dat Thailand dan wel Burma aan de macht was- er woonden amper mensen (het ging om minder als 1 miljoen) en het was mar net wie toevallig het meeste geld wist te incasseren.

    • Rob V. zegt op

      Inderdaad, die echte grenzen waren er niet maar een lappendeken van heersers die er dan af en toe op uit trokken met een legertje. Vervolgens tegen de mensen ‘jullie behoren aan mij, geef mij spullen’ en weer verder trok om er lange tijd niet weer te komen. De volgende dag kon er in dat dezelfde plaatsje een andere heerser langs komen met hetzelfde verhaal. Zoals je zegt niets geen één geen staats of volks gevoel.

      De grenzen van die staatjes/heers waren uiterst vaag, overlappend, fluctuerend. Toen Siam uiteindelijk de grenzen ging tekenen waren ze nog steeds vaag en dan praten we over eind 19de eeuw. Ik moet nu ook denken aan een andere regio, het zuid oosten, en de Angkor Wat. Vandaag de dag wil men precies weten waar de grens loopt en is al dat gedoe ontstaan welke vierkante meter van wie is.

      Overigens komt op het einde van de video (na 17 minuten) kort ter spraken wat Tino hier ook aanstipt over de kolonisatie door Chulalongkorn. Cho Phiriya Chai Thepawong (ruler of Phrea) vlucht, er komt een commissaris vanuit Bangkok in de plaats. De professor stelt vervolgens de vraag hoe het komt dat een hoofdhet voor elkaar kreeg alle monarchieën te overheeren/domineren, het hele land. ‘we can wonder why Siam could not have 2 or 3 monarchs’ .

  6. Tino Kuis zegt op

    ‘….. dat destijds amper sprake was van ”staats-”gevoiel met grenzen etc. zoals we nu onafhankelijke landen kennen.’

    Precies, ofanders, en dat is nu juist wat ik ook beweer en ten grondslag ligt aan dit verhaal. Het is tegengesteld aan de gangbare mening dat er in de 19e eeuw al een soort ‘staatsgevoel’ en ‘grens’ was: ‘Wij zijn allen Thais en onderdanen van de Koning in Bangkok’. De Thaise geschiedenisboekjes doen net alsof al vanaf 1800 Siam heel groot was: inclusief Laos, Cambodja, delen van Birma, China en Vietnam met vaststaande grenzen. Onzin dus.
    zie : Tongchai Winichakul ‘Siam Mapped, 1994

  7. Harrybr zegt op

    Kijk nu nog naar de oorsprong van het belastinggeld en waar dat weer besteedt wordt resp. de (nieuws) programma’s op de Thaise ( Bangkok ) TV en je ziet nog steeds diezelfde scheidslijn.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website