Koning Taksin een begrip in Thailand
King Taksin Shrine in Chantaburi
Taksin werd op 17 april 1734 in Ayutthaya geboren en maakte aan het hof van het koninkrijk een flitsende carrière. Hij werd tot gouverneur van de provincie Tak benoemd.
De hoofdstad Tak was reeds 1000 jaar lang door de Mon bewoond en in de 12e eeuw was de stad de toegangspoort tot Sukhothai. Pas in de 17e eeuw nam de rijkdom toe door de houthandel met Myanmar. Enkele fraaie koopmanshuizen uit die tijd zijn nu nog te bewonderen aan de Trok Ban Chin Road, die allen ongeveer 150 jaar oud zijn. De geschiedenis is ondergebracht in het Tak Museum in de Taksin Alley, ondergebracht in een teakhouten huis met fraaie versieringen.
Toen de Birmezen Ayutthaya in 1766 innamen verliet Taksin met een 1.000 man sterke groep de gevallen stad en nam slechts 6 maanden later in oktober 1767 de vesting Thonburi in, bij de stad Bangkok.
Daarna bevrijdde hij de stad Ayutthaya van de Birmezen, maar liet de stad niet herbouwen. Thonburi werd de toekomstige hoofdstad, waar hij zich door het volk tot koning liet kronen.
Echter de koning werd steeds meer paranoïde en handelde steeds onvoorstelbaarder. Met politiek onhandige manipulaties joeg hij steeds meer groepen tegen zich in het harnas. Door een opstand onder leiding van Phraya Sankhaburigegen werd Taksin gedwongen zich als monnik in Wat Chaeng (het huidige Wat Arun) te laten opnemen. Daarop keerde de in Cambodja wonende Chaophraya Chakri terug en liet Taksin op 6 april 1782 terecht stellen.
Thonburi heeft slechts 15 jaar als hoofdstad gediend. De Chinezen werden van het eiland Rattanakosin verjaagd, zodat koning Rama l daar het Grand Palace kon laten bouwen.
Interessant is te weten dat het eerste voetpad in de Chinese wijk bij de stoffenmarkt Sampeng Lane ligt. De grondprijs is hier het hoogste van de gehele stad en is generaties lang in handen van Chinese handelaren. Bij de traditionele winkeltjes vindt de handel op de begane grond plaats, de familie woont erboven. De bekendste hoofdweg in Chinatown is Yaowarat (Chinatown)
Bron: der Farang, e.a.