The French gunboat Comète (1884–1909) Foto: Wikipedia

De spanningen liepen vanzelfsprekend hoog op. In juni 1893 arriveerden voor de monding van de Chao Phraya oorlogsschepen van verschillende naties die eventueel hun landgenoten moesten evacueren mocht het tot een Franse aanval op Bangkok komen. De Duitsers stuurden de kanonneerboot Wolf en vanuit Batavia kwam het Nederlandse stoomschip Sumbawa opdagen. De Royal Navy stuurde vanuit Singapore HMS Pallas.

De Siamese kwestie was inmiddels the talk of the town in heel wat Europese hoofdsteden en de inzet van een paar verhitte debatten in de parlementen in Parijs en Londen. Vooral in Groot-Brittannië zat de regering gewrongen met deze kwestie. Enerzijds werd ze in de pers, waar een duidelijke anti-Franse teneur de bovenhand had, bestookt om in actie te komen. Anderzijds wilde men niet meegesleurd worden in een conflict dat de Britse belangen in het Verre Oosten ernstig kon schaden. In Bangkok zelf waren intussen in de Privy Council, het persoonlijke adviesorgaan van de koning, de meningen verdeeld. Minister van Buitenlandse Zaken Devawongse was voor een onderhandelde oplossing en was er rotsvast van overtuigd dat Siam in geval van nood op Britse steun mocht rekenen. De belangrijkste juridische adviseur van de koning, de Belgische gewezen minister van Buitenlandse Zaken, Gustave Rolin Jaquemyns was dan weer heel wat minder optimistisch en opteerde, net zoals de top van de Siamese strijdkrachten voor de militaire confrontatie.  De voorzichtige Chulalongkorn kwam tot de conclusie dat het  – voorlopig althans – het beste was de kat uit de boom te kijken maar liet wel een aantal maatregelen treffen om de hoofdstad in staat van verdediging te brengen.

Op 13 juli, kort voor zonsondergang, besloten de Fransen, die het wachten moe waren, met hun spierballen te rollen. De Franse aviso Inconstant en de kanonneerboot Comete voeren, geloodst door de kleine Frans stoomboot Jean Baptiste Say, ondanks het uitdrukkelijke verbod van de Siamese regering, de Chao Phraya op met de bedoeling zich bij de Lutin te voegen. De Siamezen waren voorbereid op een vijandelijke actie en hadden de rivier versperd met vuistdikke stalen kettingen, afgezonken sloepen en zestien geïmproviseerde mijnen zodat alleen een smalle geul overbleef die vanaf het land gedekt werd door de tien moderne 6 inch-kanonnen in twee forten langs de rivier. Een handvol kleinere en verouderde Siamese kanonneerboten moesten elke verdere doorbraakpoging opvangen.

Voor Paknam ging de Brits/Thaise loods Jackson aan boord van de Jean Bapstiste Say, terwijl de Duitse haveninspecteur Will met de Akkarat Woradet koers zette naar de  Inconstant. Beiden verboden de gezagvoerders formeel naar Bangkok op te stomen maar de Fransen negeerden hen compleet. Haast was geboden want alleen bij hoogtij zouden ze de aangebrachte versperringen kunnen passeren. Nadat ze een grote, zwart geschilderde boei waren voorbijgevaren, kwamen ze onder het bereik van de Siamese artillerie in de rivierforten. In fort Phra Chulachomklao gaf admiraal Andreas du Plessis de Richelieu bevel om drie waarschuwingsschoten af te vuren. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden was deze admiraal geen Fransman maar één van minstens 25 Deense officieren die door Chulalongkorn waren ingehuurd om de Siamse marine op voet van de Europese zeestrijdkrachten te brengen. De Fransen beantwoorden de waarschuwingsschoten met een beschieting van de forten en de voor hen liggende kanonneerboten. Binnen enkele seconden was de hel losgebroken en vlogen de projectielen alle kanten uit.

Tot geluk van de Fransen, waren veel van de Siamese artilleristen nog in opleiding en bakten ze er niet veel van. Van de vier Deense officieren in fort Phra Chulachomklao waren er twee amper een paar weken in dienst en spraken ze geen gebenedijd woord Siamees. Een handicap, die de bevelvoering in het onder vuur liggende fort er niet gemakkelijker op maakte. Aan Franse zijde bleek het vakmanschap van de kanonniers ook niet je dàt te zijn. Niet één granaat trof fort Phra Chulachomklao…  De Jean Baptiste Say kreeg verschillende treffers te verwerken en liep aan de grond bij Lamphu Rai. In minder dan een half uur was de strijd over en waren de Inconstant en de Comete door de Siamese verdedigingslinie gebroken. Aan Franse zijde waren er 3 doden en 3 gewonden gevallen. De Siamezen hadden 16 doden en 20 gewonden. Er was ook 1 burgerslachtoffer te betreuren. In Paknam was een vrouw gedood door een verdwaalde kogel.

De Franse oorlogsschepen meerden omstreeks 22.00 u. aan op  de Chao Phraya en richtten, om de Franse eisen iets meer kracht bij te zetten, hun geschut op het koninklijke paleis.  Dit betekende echter niet dat Chulalongkorn zich meteen gewonnen gaf.  De volgende ochtend vielen de Siamezen de nog steeds gestrande Jean Baptiste Say aan, namen de bemanning gevangen en legden beslag op het schip. Een poging van de intussen ook op de Chao Phraya gearriveerde Franse oorlogsbodem Forfait om het schip te heroveren, werd afgeslagen.

The gunboat Lutin (1877–1897) was stationed in central Bangkok in March 1893 – Foto: Wikipedia

Op 16 juli arriveerden niet minder dan 12 Franse oorlogsbodems die door Contre Amiral Edgard Humann, chef van de Verre Oosten-Divisie van de Franse Marine, vanuit Saigon naar de Golf van Siam waren gestuurd. Ze blokkeerden meteen de monding van de Chao Phraya waardoor Bangkok volledig geïsoleerd werd. Twee dagen later liet de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Jules Develle, een ultimatum bezorgen aan de Siamese vorst. De twee Britse oorlogsschepen die intussen waren aangekomen deden tot frustratie van de Siamezen niets… De Franse vloot verliet op 25 juli 1893 de Siamese territoriale wateren, nadat koning Chulalongkorn alle Franse eisen had gehonoreerd. Siam moest bovendien de forse som van 3 miljoen francs ophoesten als ‘wiedergutmachung’. En dit gewoon omdat ze het lef hadden gehad hun territoriale integriteit te verdedigen tegen een Franse invasiemacht…

Werden de Fransen er beter van ? Ongetwijfeld, ze legden zelfs nog bijkomende eisen op de onderhandelingstafel die de Siamezen, in het besef dat ze niet op de verdere steun van Groot-Brittannië moesten rekenen, met bijzonder veel tegenzin inwilligden. Zo werd er, bij een verdrag van 3 oktober 1893, een gedemilitariseerde zone van 25 km breed langs de Mekong ingesteld en werden de provincies Battambang en Siem Reap overgedragen. Chantaburi werd onder Frans protectoraat gesteld en amper 48 uur na de ondertekening van het verdrag al bezet door een Frans garnizoen. Door de gevoelige gebiedsuitbreiding werden de funderingen gelegd voor wat kort daarna bekend zou staan als Indochina, de Franse kolonie in Zuidoost Azië.

De Siamezen hadden hun lesje geleerd. Om de nationale integriteit en soevereiniteit te kunnen handhaven had Chulalongkorn met het mes op de keel belangrijke en vernederende toegevingen moeten doen. Dat Groot-Brittannië er een eigen politieke agenda op nahield die niet noodzakelijk compatibel met Siamese politieke agenda was, was hard aangekomen bij de anglofiele Siamese koning en zou de verhouding tussen beide landen de komende jaren scherper stellen. De crisis leidde ook tot het besef dat het inhuren van buitenlandse experts, zoals de Deense gezagvoerders in de Siamese oorlogsvloot, niet altijd de beste oplossing was. De Siamese vorst stuurde vrijwel meteen na afloop van de crisis een aantal jonge officieren waaronder een aantal van zijn zonen, naar diverse buitenlandse militaire academies onder meer in Sandhurst, Dartmouth, Brussel, Berlijn en St. Petersburg om er verder opgeleid te worden of zich te specialiseren.

Besluitend nog dit: Als er een Eerste Franco/Siamese Oorlog is geweest, dan moet er toch ook een Tweede zijn geweest Lung Jan? Natuurlijk beste lezer, maar dat is stof voor een ander verhaal…

2 reacties op “‘Kanonneerbootdiplomatie’: de eerste Franco-Siamese oorlog (1893) deel 2”

  1. Rob V. zegt op

    Bedankt voor duidelijke verslag ลุงยัน!

  2. Daniel VL zegt op

    Zoals altijd weer een bewijs dat grenzen bepaalt worden na oorlogen of gevechten. Engeland heeft doordat het een groot leger had zo de Nederlanden klein gekregen in Zuid Afrika.
    In Australië heb ik 2 jaar geleden een man ontmoet die een boek geschreven heeft over de geschiedenis vervalsing door de Engelsen over hoe het land ontdekt is. Niet door de Engelsen maar door de VOC de Nederlanden er staat in Perth een monument van Willem De Vlamingh die na een woelige zeereis aan de kust van wat nu Australië heet aanbeland was. Hij is dan de Swan rivier opgevaren en heeft enkele bemanningsleden op verkenning gestuurd, maar die vonden de binnen landen te droog en ongeschikt om er te overleven. (De Engelsen zijn dan later in Botany bay aan land gegaan en hebben er een gevangenis opgerich)t
    Ze zijn terug naar open zee gevaren om terug in Nederlands Indië terecht te komen.
    Er is in Mandurah een interessant museum over de scheepswrakken uit die tijd welke daar gevonden zijn.

    Mijn vader was heel zijn leven geboeid door landen en volkeren en hun geschiedenis.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website