Het achtste wereldwonder (deel 2)

Door Joseph Jongen
Geplaatst in Reisverhalen, Thailand tips
Tags: ,
10 januari 2017

We gaan verder op weg naar de beroemde rijstterrassen van Banaue op de Filipijnen. Om een goede indruk daarvan te krijgen moet je maar een ‘googelen’ naar Banaue rice terraces. Werkelijk adembenemend.

Om precies tien uur staat Norman volgens afspraak bij het hotel en dat geeft toch enig vertrouwen. Eigenlijk kan ik niet over een taxi spreken, want ik word in een comfortabel Toyota busje vandaag naar de bezienswaardigheden van Baguio gebracht.

Een vroom begin

De Roomse opperbaas heeft ongetwijfeld zijn beste publiciteitsmanager naar de Filipijnen gezonden. Jezus is hier samen met zijn heilige moeder alom vertegenwoordigd. Bijna in alle auto’s zie je rond de achteruitkijkspiegel een rozenkrans hangen. Norman, mijn chauffeur en tevens gids, heeft slechts een kruisje aan de spiegel hangen en is zoals ik later verneem is hij niet zo kerkelijk.

Via een weg omhoog belanden we bij de grot van Lourdes met daarnaast gelegen een kapel met huizenhoge beelden van de twee genoemde heiligen der heiligen.

Al snel gaan we verder en wel naar het slijk der aarde. We brengen een bezoek aan een echte goudmijn. Twee grotere ondernemingen vonden het delven blijkbaar niet meer interessant en hebben de boel de boel gelaten. Particuliere gelukszoekers werken er echter nog dagelijks. Van de mijn zelf is niets te zien want die ligt in het heel wat lager gelegen dal. Vanaf de hoge berg heb je echter een mooi uitzicht over een mooi stukje natuur. De Amerikanen en ook de Japanners hebben in de afgelopen decennia hun stempel op de Filipijnen gedrukt. We brengen een bezoek aan enkele fraaie parken waarmee de stad is verrijkt. Rond de klok van 5 laat ik weten dat het wel genoeg is geweest voor vandaag en dan komt een voorstel. Norman wil mij wel enkele dagen van dienst zijn en mij naar het achtste wereldwonder begeleiden. Na over en weer gedachten te hebben uitgewisseld besluit ik akkoord te gaan met zijn voorstel en bijbehorende prijs. Het gemak van een privéchauffeur boven een busrit van tien uur geeft toch de doorslag en daarbij is zijn prijs in mijn ogen alleszins redelijk. 
Morgenvroeg om acht uur staat hij voor mij paraat.

Op weg naar het achtste wereldwonder

Mijn chauffeur (klinkt deftig) staat deze ochtend een half uur later voor de deur dan gepland. De weg is afgezet vanwege een grootse studentenoptocht. Honderd excuses, maar voor de vertraging kan ik alle begrip opbrengen. Gewoon een kwestie van overmacht. We gaan echter snel op pad en rijden Baguio uit. Hoog tegen de bergen liggen heel wat huisjes. Vraag me af hoe de mensen er kunnen komen. Ongetwijfeld zal er wel een weggetje lopen maar het lijkt me een hele klim.

De stad uitrijdend passeren we legio kleine dorpjes. Afgaande op de woninkjes en de vele kleine neringdoenden is de welstand niet bepaald hoog. De weg is smal en door het vele verkeer en bochtige weg schieten we maar langzaam op. Na een uurtje rijden maken de dorpjes plaats voor een werkelijk fenomenaal mooi natuurgebied.

Hoge bergen en diepe dalen met mooie wolkenpartijen en heel veel groen. Het uitzicht is werkelijk adembenemend. Op mijn verzoek stopt Norman regelmatig om mij in de gelegenheid te stellen foto’s te maken. Een enkele keer doe ik dat vanuit de auto waarbij het dak wordt opengeschoven. Ik lijk wel een beroepsfotograaf.

Lunch

Rond de klok van twee maken we een stop om in de plaats Abatan Bogyas bij Farmers Den de lunch te gebruiken. Men serveert hier vlees en dat is duidelijk waarneembaar. Twee koeienkoppen, een dito staart en heel veel vlees fungeren als een soort etalage. De slager, die druk bezig is, lacht mij toe en groet vriendelijk. Val in de boter omtrent het onderwerp van mijn fotoclub voor de komende maand: slachtmaand. Bestel op aanraden van mijn begeleider een heet geserveerde schotel vlees met vooraf een keurig soepje en dat is een écht getrokken bouillon.
De twee koeienkoppen verban ik maar uit mijn gedachten. De Filipijnse keuken mag niet erg verfijnd zijn maar is zeker op dit adres wel puur en eerlijk.

We vervolgen onze weg richting Sagada waar ik twee nachten ga doorbrengen. Laat het maar aan mijn gids over waar ik terecht kom. De reis verloopt verder door een werkelijk fantastisch mooi stukje natuurschoon en dan staat het achtste wereldwonder, de rijstterrassen van Banaue, (met de klemtoon op de laatste letter é) over twee dagen mij nog te wachten.

We rijden Sagada binnen waar aan de diverse restaurantjes en winkeltjes kan worden afgeleid dat het kleine plaatsje toeristen aantrekt. Verneem dat het hier om rust gaat en alle restaurants en ook de cafés om negen uur ’s avonds de deuren sluiten. We bereiken via een smal kronkelend weggetje het George Guest House met werkelijk keurige en schone kamers. Hoef er niet lang over na te denken en van de prijs verschiet ik in positieve zin. Voor 12 euro per nacht slaap ik hier en dat ik elders voor eigen rekening moet ontbijten kan de pret niet drukken. Per slot van rekening beschik ik over een auto met chauffeur. Overigens ben ik er de enige gast en verblijf in een mooie en zeer ruime kamer.

Diner

Op advies van mijn gids eten we deze avond in een aardig restaurantje waar ik de enige niet Aziaat ben, want het is nog laagseizoen en dat is aan alles te merken. De keuze valt op kip-curry en groente. Krijg een grote kom voorgeschoteld met daarin de vermelde gerechten. Smaakt uitstekend en laat daarbij ook het nationale biertje, een San Miguel Light, naar binnen glijden. We rijden naar het Guesthouse terug en het is niet te geloven: om negen uur vertrek ik naar dromenland.

Doodskisten en hard werken

Na een verfrissende douche ontbijt ik samen met chauffeur Norman in een voor Sagada begrippen netjes en schoon restaurant. Vandaag ga ik de grootste bezienswaardigheden van Sagada bezoeken, namelijk een grootse grot en de zogenaamde Coffins, het Engelse woord voor lijkkist.

Alvorens op pad te gaan haalt Norman een jonge gids op die, gewapend met een grootse op benzine of wellicht een andere brandstof werkende lamp, als het licht in de duisternis moet fungeren. Voor we naar de grot gaan moet ik me bij een bureau laten registreren voor de som van 35 peso, oftewel 70 cent. Waar dat voor dient? Wel als ik in de grot verdwaal en later gemist wordt en wellicht als geraamte wordt aangetroffen, weet men dat het geraamte Joseph Jongen uit Nederland is.

De grot

Als we bij de grot arriveren krijg ik enige uitleg omtrent wat er zo allemaal te zien is, waarbij de twee mannen mij uitbundig afbeeldingen van de pornogrot tonen. Het betreffen rotsformaties die enige vergelijking vertonen met de vrouwelijke- en mannelijke geslachtsdelen. Foei toch, dat zoiets in een Christelijk land waar je over de Goddelijke geboden en voornamelijk katholieke kerken bijna struikelt, met een lach en grap vertoont mag worden.

Bij het zien van de glibberige treden die omlaag voeren bekruipt mij toch een ietwat angstig gevoel. Bij elke stap die ik verzet wordt dat gevoel versterkt. Lopen kan ik het zelfs niet noemen want ik beweeg me meer als een aap, op handen en voeten kruipend, heel voorzichtig verder. Daarbij moet ik ook goed opletten om geen schuiver te maken en zodoende mijn camera beschadig.

De handdoek in de ring

Manhaftig ga ik verder waarbij ik met mijn handen steun zoek aan de rotsen en ook regelmatig helpende handen van mijn twee begeleiders worden uitgestoken. Neem toch maar een manmoedig besluit en vertel de heren dat ik ondanks de in het vooruitzicht gestelde erotische formaties niet verder wil gaan. Moet er niet aan denken om op een zodanige manier onderuit te gaan dat mijn camera op de schroot terecht komt en om, nog veel erger, mijn botten te breken. Zie dat noodlot in gedachten al voor me en heb evenmin trek om mijn vakantie in het water te zien glijden.

De gids doet een voorstel

Samen blijf ik met Norman en de lamp op de plek waar we ons bevinden achter en de gids neemt mijn camera mee. Waarom die camera mee? Heel simpel. Ik kan dan thuis aan iedereen de erotische foto’s laten zien die de gids met mijn toestel gaat maken. Joseph himself heeft de tocht door de grot volbracht en heeft geen gezichtsverlies geleden bij de thuisblijvers.

Ga maar op het voorstel in en kan de foto’s (alleen aan volwassenen) straks tonen. Terug in het daglicht kom ik tot de conclusie dat ik een verstandige beslissing heb genomen.

Lijkkisten

We vervolgen onze weg naar de tweede bezienswaardigheid; de als het ware tegen de rotsen geplakte overleden personen ‘verpakt’ in uitgeholde boomstammen. Gelukkig is het pad omlaag gemakkelijker begaanbaar. Krijg uiteraard nog een hele uiteenzetting omtrent dit oude gebruik. Mensen die vermoord zijn worden op een eenzame plek begraven en dat geldt eveneens voor vrouwen die tijdens zwangerschap zijn overleden. Die waren volgens de kerk blijkbaar onrein.

Onrein was ook mijn broek opgelopen in de grot toen handen en voeten mij in de steek lieten en op mijn zitvlak heel even de tocht moest vervolgen.

Wordt vervolgd

3 reacties op “Het achtste wereldwonder (deel 2)”

  1. compuding zegt op

    Joseph, je bent een meester verteller ik heb genoten van je reis verhaal

  2. Jan zegt op

    Leuk verhaal en herkenbaar. Ik heb de tocht in de grot wel volbracht, maar het was heel zwaar. Glibberge rotsen en door water. Op een gegeven moment moest je ook nog met een touw naar beneden en visa versa. Pffft een zeer avontuurlijke en prachtige tocht Was wel de moeite waard.

  3. Fransamsterdam zegt op

    Dit soort rijstterrassen herinner ik mij nog wel uit aardrijkskundeboekjes van de lagere school, al ging het dan over Indonesië.
    Eigenlijk had ik verwacht dergelijke landschappen ook standaard in Thailand aan te treffen.
    Misschien dat het ontbreken daarvan altijd wel een kleine stille ontgoocheling zal blijven.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website