Terug naar Koh Phi Phi

Door Gringo
Geplaatst in Reisverhalen
Tags: ,
26 december 2020

Als kind van 11 jaar ging ik in 1988 met mijn ouders op vakantie naar Koh Phi Phi. Het was mijn eerste reis naar een ver land, palmenstranden, boeddhistische tempels en exotische gerechten – dat was spannend en avontuurlijk, een echte ervaring. Nu, ruim 25 jaar later heb ik Koh Phi Phi weer bezocht, op zoek naar het gevoel van toen en op zoek naar beelden die in mijn hoofd zijn geprent.

Flashback: Opstaan! Papa en mama zijn vandaag al vroeg op, want we gaan vandaag naar een mooi uitkijkpunt. Wat willen ouders toch altijd? Andere kinderen gaan naar Italië en spelen de hele dag op het strand maar ik moet over een pad door allerlei struikgewas een berg op klimmen. En dan die insecten! Tenslotte zijn we boven, wat is het warm hier en er is niet eens een ijscotent. Alleen maar palmbomen!

Nu: Zo, daar sta ik dan op dat uitkijkpunt. Dat beeld van toen klopt nog wel, rondom palmbomen en daar beneden een smalle strook strand die de twee delen van het eiland Koh Phi Phi met elkaar verbindt. Het is inderdaad heet en de muggen vliegen nerveus om je oren. Waarom ga je hier eigenlijk een ​​berg beklimmen? De enige redelijke maar ook stomme verklaring is, omdat die berg er nu eenmaal is. Dat blijkt ook wel uit de vele toeristen die nu ook op dit bergtopje staan. Gelukkig worden er nu wel drankjes verkocht.

Koh Phi Phi Leh

Mijn blik gaat uit naar Koh Phi Phi Leh, het onbewoonde deel van het eiland. Daar in de Maya Baai werd ooit een deel van de film “The Beach” opgenomen en het gold lange tijd als een geheime tip voor rugzaktoeristen. Het is wel duidelijk, dat men hier nu slechts één van de vele toeristen is en niet meer als “ontdekkingsreiziger” op Koh Phi Phi verblijft. Toen waren er geen goedkope tickets en alleen de lange vlucht hier naar toe was al een hele ervaring.

De Maya Bay zelf ziet er nog steeds als een foto van muurschildering uit met het perfecte tropisch strand en het turquoise water dat wordt omgeven door rotsen. Natuurlijk grijpt elke toerist onwillekeurig naar zijn camera of iPad om een foto te maken van deze baai. Vreemd eigenlijk, want die foto’s staan met duizenden al op internet. Een foto maken van alleen de baai is nog niet zo eenvoudig want het wemelt van de boten met toeristen die elkaar verdringen om langs de grotten te varen.

Regenseizoen

Het is nu het regenseizoen, dus het aantal toeristen valt nog mee. Een goede tijd om te reizen, alles is goedkoper dan in het hoogseizoen. Ik zie nogal wat rugzaktoeristen, die blijven zoeken naar een volgend exotische nieuwe plek als ultieme tip. Wat heet een ultieme tip? Een “geheime” plek blijft tegenwoordig niet lang geheim dankzij Twitter & Co. Praktisch elke toerist is uitgerust met een mobiele telefoon, hoe konden dan vroeger reizen zonder smartphone en Google maps?

Flashback: In Bangkok willen mijn ouders vis kopen, vers uit de zee, dus met staart en vinnen. De taxichauffeur begrijpt het niet, brengt ons eerst naar een groothandel bij een haven, maar uiteindelijk belanden we op een markt. Ja, we willen vis eten. Vele kraampjes waar van alles in olie ligt te pruttelen. Het ziet er wel grappig uit, ruikt ook goed en ook mijn ouders genieten van de sfeer op de markt. Mama, zijn er ook vissticks? Nee? Waarom hebben we dan zo lang in die taxi gezeten om hier te komen?

Nu: Ik bezoek de avondmarkt in Krabi en nu ben ik degene, die er niet genoeg van kan krijgen. Hier, probeer het maar eens, zoete kleefrijst in bananenbladeren. Dat smaakt naar meer. Een volgende kraam verkoopt gele en rode worstjes, eten maar! Mijn vriendin koopt een kokosnoot en neemt een slok van de kokosmelk en koopt dan iets wat op sushi lijkt, maar het niet echt is. Wat dan wel? Geen idee, maar het is wel lekker. Hoe zou het met de hygiëne zijn? Ach, niet aan denken, gewoon door eten. Het laatste worstje is ontzettend scherp van smaak met een geur van kruiden.

Bij ons op de grond zitten een stel kinderen te bonzen op voor ons vreemde muziekinstrumenten, maar het is Thaise muziek en voor een Europeaan moeilijk te begrijpen.

Flashback: Bij een volgend uitje is het doel de Tiger Cave Temple Wat Tham Sua in Krabi, waarvoor je, volgens onze gids, 1237 treden omhoog moet klimmen. Anderen zeggen, dat het 1260 of 1273 treden zijn, bij het tellen raak je kennelijk gemakkelijk de tel kwijt. Bij het begin snuiven we al een wierookachtige geur op, in de tempel is het nogal rokerig. Dat is de wierook, verklaart mama. Oh, maar waarom steken ze dan zoveel van die stokjes tegelijkertijd aan? Om de muggen te verdrijven soms? En waarom hebben die monniken zulk kort haar? Hebben die ook last van de warmte?

Nu: We tellen de treden, 647, 648, 649, nog ongeveer 600 treden om de Verlichting te bereiken en dat is ons doel. De gids had het afgeraden, duurt te lang en is te vermoeiend, maar we gingen toch. Het T-shirt kleeft, nat van het zweten, aan het lichaam. De lucht is warm en vochtig. Waarom zijn we weer een ​​berg aan het beklimmen? Oké, niet zeuren, doorlopen. De treden zijn hoog, smal en scheef. Door de reling kun je diep naar beneden kijken. Mooi uitzicht eigenlijk wel, maar je moet geen hoogtevrees hebben.

Uitzicht

Eindelijk zijn we boven en zien een enorm Boeddhabeeld, waarbij je jezelf nietig voelt. Het uitzicht is groots en de wind waait door je haren. Hier boven op de berg voel je je hoog boven het aardse leven verheven, alleen in de natuur! Oeps, ik zie een bord, dat er WiFi beschikbaar is, dus zo ver weg van het aardse leven zijn we nu ook weer niet. Ik zie ook een monnik, die foto’s maakt met zijn iPad. Hij heeft net twee toeristen iets van het boeddhisme uitgelegd. Afzien van de moderne technologie hoort niet bij de zaken, die je niet zou moeten doen. Zou de monnik die foto’s nu op Facebook of Instagram plaatsen?

Flashback: Op de terugweg naar beneden zie je een heleboel apen. Ze zijn gewend om te worden gevoed door de toeristen. Wie dat niet doet, wordt achterdochtig bekeken. Zo dacht ik er toen over. Ik herinner mij ook een aapjesverhaal in een restaurant. Ik zat daar met mijn ouders en op een tafeltje in de buurt zat een aap. De aap kijkt nieuwsgierig naar ons en komt langzamerhand dichterbij. Hij heeft een halsband om waaraan een lange lijn vastzit. Kennelijk is die aap van de eigenaar. Plotseling zit de aap op mijn schouder en woelt met zijn vingers door mijn haar. Waarom doet die aap dat? Zou hij vlooien zoeken?, denk ik verbaasd.

Nu: We zitten in een ander restaurant dan toen, maar ik kom weer een apen tegen. Ik hoor een gil en alle hoofden draaien naar de kant waar die gil vandaan komt. Er zitten aapjes op verschillende tafels en één daarvan pikt een stuk pizza van een toerist. De chef-kok vindt het niet leuk en komt met de lange pizzaschop, die hij in de oven gebruikt, om de aap weg te jagen. Die gaat wel, maar zit even later weer vrolijk op de tafel voor een volgend stukje pizza. Wat doen de toeristen? Die pakken hun camera’s en iPad’s om het tafereel vast te leggen. De chef-kok haalt zijn schouders op, wat kan het hem ook schelen. Het eten was al niet meer te redden en een goede foto voor Facebook is voor toeristen tegenwoordig meer dan een pizza waard, nietwaar?

Flashback: Mijn ouders willen met me naar een andere baai, de Railay West Beach, maar dat is alleen per boot bereikbaar. Er wordt een vissersboot afgehuurd, die ons op een afgelegen stuk strand afzet. Niemand anders te zien! Kind, je bent helemaal rood, waar is de zonnebrandcrème? Hu je T-shirt maar aan in het water en zet je duikbril op. Oh, mama, ik zag een paarse zeester. Prachtig! Later, als we terug willen is er deining op zee en het waait tamelijk hard. Oef, we gaan nogal te keer door de golven en dan die rotsen! Mama, ik ben bang! De visser glimlacht zijn tandeloze glimlach, mama vraagt hem of hij wel weet waar hij naar toe moet, maar de visser verstaat geen woord Engels. Gelukkig, na een poosje zien we de veilige kust weer opduiken.

Nu: Ik wil vandaag weer naar Railay West Beach en nog altijd kun je daar slechts met de boot komen. Zeer exclusief nu. Maar het is laagseizoen, dus moet je langer wachten, want de boot gaat pas als er genoeg passagiers zijn. De schipper heeft alle tijd en onderhandelen om te vertrekken is niet mogelijk, want de schipper spreekt: geen woord Engels. Eindelijk aangekomen bij Railay West, hebben we weer pech. Er komt een onweersbui opzetten en snel klettert de regen op het dak van een restaurantje, waar alle gasten naar binnen gevlucht zijn. We gaan eten en met de grote groep is het best gezellig.

Het blijft regenen en bovendien valt de duisternis in. Waar is de boot? Nergens te zien wij zijn gestrand. Aha, daar is de boot dan toch, de schipper heeft de bui afgewacht. Het licht van de lamp valt op zijn gezicht, hij is blind aan één oog, moeten we daarmee terug? Het water is wild en we maken elke twee seconden een klap op het water. Mijn vriendin vloekt en de schipper ook. Hij staat op blote voeten op het gladde hout van de achtersteven en stuurt de boot rond de rotsen. Zonder licht! Of hij weet wat hij aan het doen is? Eindelijk dan zijn we terug, nu eerst maar een flinke borrel op de gezondheid van de betrouwbare (!) Thaise schippers.

Tenslotte: Nog één keer terug naar boven. Vanaf het uitkijkpunt op de berg een laatste blik naar beneden, een laatste foto met mijn iPad. Later misschien plaatsen, dan kan mama het zien, want die zit nu ook op Facebook. Mijn hemel, wat gaat de tijd toch snel! De zon staat laag, tijd om onder te gaan in de azuurblauwe zee. De ene golf na de andere rolt in de richting van het strand. Opnieuw en opnieuw, dat stopt nooit. Onze vakantie wel, want die is voorbij. Een heerlijk weerzien van Koh Phi Phi met mooie herinneringen van toen. We komen terug, dat staat vast, al was het alleen maar op het juiste aantal traptreden de berg op te tellen, want daar waren we halverwege mee gestopt.

Vrij vertaald reisverslag uit de Berliner Zeitung

5 reacties op “Terug naar Koh Phi Phi”

  1. Joop zegt op

    Leuk en mooi verteld verhaal……ik was namelijk ook in 1988 voor het eerst op Koh Phi Phi.
    Wat mij het meeste opviel was dat op het kleine voetbalveldje dat er was geen bomen geveld mochten worden…..er stonden wel 20 palmbomen op het veld en de spelers maakten daar handig gebruik van….nooit meer zoiets gezien.
    Enkele jaren later werd er toch gekapt en kwamen er vele resorts bij, sommige van wel 5 verdiepingen….heel jammer….later de tsunami er nog overheen en het paradijsje had veel geleden.

    PS. Ben ook boven bij viewpoint geweest in 1988 , toen nog langs een touw, maar wel een klein hutje waar je iets kon kopen gevonden.

    Groetjes van Joop

    • Joop zegt op

      Beste lezers,

      Ik heb de foto’s nog eens bekeken van “viewpoint” in 1988.
      Een heel groen eiland zonder bebouwing vanaf boven gezien.
      Herinner me ook nog de houten steiger van toen en dat het enige straatje dat er was niet bestraat was.
      Kortom nog heel weinig toerisme in de avonduren….overdag legden er wel veel boten aan met dagtoeristen maar die waren om 17.00 uur allemaal vertrokken. Groetjes Joop

  2. Sjaak S zegt op

    Leuk verhaal… ik was de eerste keer in oktober 1980 daar.In mijn herinnering vond ik het fantastisch, maar ik maakte zojuist mijn dagboek van die tijd open en daar stond over mijn reisje naar Phi Phi: “Van die toer kan ik zeggen dat die “leuk” was, maar meer ook niet” en “Dat was de laatste georganiseerde toer van me”…
    Ik ben in 2012 weer eens daar geweest. Met mijn vriendin Aom, die ik toen pas had leren kennen en ik vond het een van de leukere trips die ik maakte en toch “georganiseerd”…
    Waarvan ik het meeste onder de indruk was: het water. Lichtgroen, helder en je ziet deze leuke vissen met een heel lange bek rond de pier zwemmen, waar je ’s middags kunt eten en souvenirs kunt bekijken/kopen.
    In 1980 bestond die pier al en in 2012 was het alleen maar een beetje groter geworden…niet veel verschil van toen.
    De treden van die tempel ben ik ook opgestapt. Mijn vriendin stopte al gauw en ik haalde net als jij, helemaal doornat de top en heb foto’s gemaakt. En een leuke verassing: toen ik weer naar beneden wilde gaan, kwam ze hijgend en zwetend op de top aan… hahaha…volgens mij werd ik toen echt verliefd op haar… een volhouder!!! 😉

  3. Founding Father zegt op

    Het zou echt heel mooi zijn als de reageerders uit bovenstaande reacties, de foto’s van destijds uit de jaren 80 zouden plaatsen….

    • Joop dobber zegt op

      Goedemorgen,

      Ik heb geen idee hoe je in de reakties een foto bij moet voegen.

      Groetjes


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website