‘Aardige en gevaarlijke bomen!’ uit Folktales of Thailand
Frangipani, de plumeria, in het Thais lanthom (ลันทม)
Je kunt niet zomaar een boom in je tuin zetten! Er zijn er die je kwaad willen doen, je bloed willen drinken of je buren pesten. Dan toch maar cement in de tuin?
Een foto van de frangipani, de plumeria, in het Thais lanthom (ลันทม), en die is een feest voor jouw tuin. Maar de Thai vindt de naam erg veel lijken op rathom, ระทม, en dat betekent bedroefd, met een gebroken hart, lijden. De naam wordt geassocieerd met de dood en veel mensen willen die plant niet in hun tuin. De plant wordt gezien als de woonplaats van dode geesten die in hun leven geen al te best bestaan hadden. En die gaan spoken…
Dat is ook aan de hand met de saraka indica, de asoka, ashok, asoca, in het Thais อโศกน้ำ. De boom komt voor in de Ramayana in de strijd tussen Sita en Ravana en in tuinen vooral in India wordt hij niet graag gezien.
Calotropis gigantea
Er is ook een boom die Rak heet: liefde!
De rakboom wordt graag gezien. Rak betekent houden van, koesteren, in de Thaise taal: รัก. De calotropis gigantea, kroonbloem, groot Indisch kroontjeskruid, wordt gebruikt in guirlandes en geeft men bruid en bruidegom graag om de nek. Maar vroeger werd de bloem gebruikt als middenstuk voor bloemstukken bij crematies en oudere mensen willen die boom daarom liever niet in hun buurt…..
Dat geldt ook voor de ngiew boom, in het Thais งิ้ว. Van deze mooie boom, de bombax malabaricum of Indische kapokboom, maakt men doodskisten. Deze boom staat dus niet in je tuin. Dit hout komt veel voor in boeddhistische vertellingen over de hel. De geesten van vrouwen die ontrouw waren geweest moesten langs de ‘stekels’ omhoog klimmen naar de hel en onder die boom stond een woeste tijger te wachten om je op te vreten als je omlaag viel….
Onze buren hebben er een maar die staat net buiten de heg en ze raken hem echt niet aan. De kapok blijft op de weg liggen tot de regen het wegspoelt.
Canna lelie
De phutharaksa beveiligt Boeddha
Deze boom, in het Thais พุทธร้กษา, de canna lelie, ook wel Indisch bloemriet, dient als heg. De bijnaam is ‘Boeddha’s bescherming’ omdat de boom boze geesten weghoudt. Is de boom erg groot dan wordt hij gezien als woonplaats van geesten, goeie of kwaaie. Ga je hem omhakken dan moet je eerst aan de boom offeren…
De bananenboom is levensgevaarlijk. De musa balbisiana, of kluey tani, in het Thais กลว้ยตานี, is de woonplaats van beruchte vrouwelijke geesten. Vermijd contact want ze zuigen je bloed uit en je sterft een pijnlijke dood. De boze geesten heten in Thailand Naang Tani en verschijnen op avonden met maanlicht waarin jongemannen in een verliefde bui kunnen raken….
O die vrouwen toch! Er komen nog meer bomen met kwaadaardige vrouwen. Hier nog zo’n lekkertje: de boom Naang Yaem. De clerodendrum fragans, de Burma conehead, ook wel Lady Nugents rozenbloem, in het Thais นางแย้ม, is ook een boom die je niet in je tuin zet. De boze vrouw die er in woont wordt op latere leeftijd een onhandelbaar mens en gooit dan midden in de nacht stenen naar jouw buren….
Tenslotte nog een boom die je niet in je tuin wilt hebben. De hopea odorata, de ta-khian, in Thais ตะเคียน, is een boom waarvan het hout gebruikt wordt om boten te bouwen. In de boom woont een geest en zij begint vreselijk te jammeren als ze boos is; zij is de naang ta-khian en lokt jonge mannen! Zingt prachtige klaagliederen en als de jongeman naderbij komt dan omhelst ze hem en knijpt zijn bloed er uit…..
Hebben Thais daarom zo vaak ‘cement’ in de tuin liggen?
Bron: Folk Tales of Thailand (1976). Vertaling en bewerking Erik Kuijpers. Meer bomen en volksvermoedens? Zie in deze link het vierde hoofdstuk: http://joythay.weebly.com/thai-superstitions.html