Ondertussen, op het platteland

Door Ingezonden Bericht
Geplaatst in Column
Tags: , , , ,
13 april 2012
De weg, door velen geringschattend “Hillbilly Avenue”, genoemd.

Ik kom, als zelfverklaard urbaniet, zelden buiten de stad. De dagen dat ik me buiten de stadsgrenzen begeef zijn zeldzaam en nooit zonder dwingende reden.

Ik heb, zittend in slaperige eetstalletjes, aangestaard door gefascineerde plattelanders, altijd het gevoel dat ik iets mis. Dat het stadsgewoel en de gebeurtenissen in Bangkok in een hogere versnelling gaan zodra ik de stad verlaten heb, alleen maar om mij te zieken. Omdat ik er niet bij kan zijn. Onzin natuurlijk. Gebeurtenissen gebeuren niet louter en alleen om mij te behagen. Of wel soms?

Op het platteland van Thailand gebeurt nooit iets, zo lijkt het althans. Het tempo ligt er zo laag dat het lijkt alsof zaken zich achterwaarts afspelen. De geschiedenis van dit land wordt in het waterhoofd Bangkok geschreven en als plattelanders daar deel van willen uitmaken, zullen ze naar Bangkok moeten afreizen. Iets wat velen dan ook op gezette tijden doen.

“Phut passaa Thai keng maak maak”, kraait de uitbaatster van het eetstalletje gelegen aan een weg, waar eens per uur een brommer overheen tuft en die alleen maar aangelegd lijkt te zijn zodat de dorpelingen kunnen zeggen; “wij hebben ook een weg”. “U spreekt geweldig Thai”. Ik dank haar voor het compliment, maar mij beschuldigen van de beheersing van de Thaise taal boven kleuterniveau, is een pertinente leugen.

Mijn vrouw en ik zijn in het Thaise equivalent van Heerjezusveen, omdat we mijn schoonvader (76) helpen verhuizen. Het houten huisje, waar hij de afgelopen twintig jaar heeft gewoond, lijkt nu tegen de lucht aan te leunen, zo scheef staat het. Termietenlegers zijn al jaren bezig, met de vastberadenheid van fanatieke nazi’s, het bouwsel tot stof te reduceren.

Pa wil niet vertrekken. We wijzen hem erop dat het niet meer verantwoord is om in een dergelijk onderkomen, dat in een verregaande staat van ontbinding verkeert, te blijven wonen. Vandaag of morgen stort het stukje onroerend goed bij de minste of geringste windvlaag, als in een tekenfilm, als een kaartenhuis in elkaar.

Wanneer ik, zonder enige krachtsinspanning, met mijn blote voet een groot gat in de vloer trap, zie ik pa op zijn onderlip bijten. Hij lijkt overtuigd. Zijn nieuwe, gelijkvloerse, uit steen opgetrokken huis ligt vijf minuten lopen verderop. Met fonkelnieuwe plavuizen op de vloer, een keuken en een “moderne” plee, geen hurkgebeuren meer voor deze krasse knar.

In het dorp wemelt het van de kleine kinderen. De scholen zijn gesloten en de dreumesen rennen –kinderen rennen altijd- fietsen, klimmen en spelen, voor mij, onbegrijpelijke spelletjes. Wat een contrast met hun Bangkokkeriaanse leeftijdsgenoten die tijdens de vakantie 18 uur per dag achter hun computer doorbrengen en vaak op 8-jarige leeftijd al drie kinnen hebben.

Links “Wat Kreaw”, rechts de geluidstoren die genoeg decibellen produceerde om de doden te doen herrijzen.

Voor de lokale tempel staat een gigantische geluidsinstallatie opgesteld waaruit vanaf 7 uur ‘s ochtends keiharde plattelandspretpunk klinkt die tot ver buiten het dorp hoorbaar is. Mensen die niet beter weten, fantaseren altijd dat Boeddhistische tempels plaatsen zijn, waar een serene stilte heerst die uitnodigt tot reflectie en het nastreven van innerlijke rust. In werkelijkheid heeft de gemiddelde Thaise ‘wat’ en het terrein erom heen meer weg van een kermis, waar de draaimolen permanent op hol geslagen is.

Ooit vroeg een Thaise man wat ik van de muziek vond die aanstond in het restaurant waar ik met een paar vrienden zat te eten. “mai chop”, antwoordde ik –ik vind er niet veel aan- waarop de man opstond, naar de versterker liep en het volume twee keer zo hard zette. Ik stak mijn duim omhoog.Thais hebben allen de rotsvaste overtuiging dat wanneer je rotmuziek maar zo hard mogelijk zet, het dan vanzelf goede muziek wordt.

De Thaise plattelandspop die, terwijl ik dit schrijf, uit een luidsprekerscongregaat knettert, met een wattage waarmee U2 normaliter in stadions optreedt, valt niet een-twee-drie te beschrijven. Het instrumentarium bestaat meestal uit zanger(es), drums, bass en solo-gitaar.

De solo-gitarist doe strikt wat er van hem verlangd wordt; soleren. Op de eerste tel zet de solo-gitarist de solo in, om daarna niet meer op te houden tot aan het einde van het nummer. Tijdens het refrein zet de de solo-gitarist zijn solo nog wat aan, om uiteindelijk, wanneer de zanger(es) even adempauze lijkt te nemen, met gierende uithalen het nummer naar een hoogtepunt te persen. De drumsolo’s, of liever gezegd, “drumbreaks”, doen vaak denken aan het geluid dat je hoort wanneer er iemand van de trap af lazert. Not for the faint-hearted…

Andere, immens populaire muziek, is “luuk thung”, een muziekstijl waar ik wel dol op ben. “Luuk thung” is de Thaise versie van country muziek. Trage, dromerige bastonen en orgelriedeltjes begeleiden het dramatische verhaal van de zanger in wiens leven alles fout gegaan is, wat er maar fout kan gaan. De zangmelodieën zijn voor een westers oor even wennen –het stemgeluid komt enigszins afgeknepen over, en soms lijkt het erop dat de zanger(es) ‘vals’ zingt- maar het geheel is wonderlijk harmonieus. “Vals” en “zuiver” zijn immers begrippen die cultureel bepaald zijn. “Luuk thung” is met stip de meest populaire muziekstijl in heel Thailand, inclusief Bangkok. Een oude grap in dit land is dat wanneer je “luuk thung”, achteruit draait, de zanger zijn huis, zijn land, zijn vrouw, zijn kinderen en zijn waterbuffel weer terug krijgt.

Elke liefhebber van kokosnoten krijgt tranen in de ogen van deze foto

Morgen weer terug naar Bangkok. Pa is gesetteld, happy en ziet nu ook in dat het toch wel een deprimerend krot is geworden, dat geliefde huis waarin ie oud is geworden.

Ik zie me uiteindelijk wel neerstrijken in een plek als dit, wanneer ik uitgewerkt ben. Beetje werken aan mijn roman. Wat moet je anders?

Ik haat tuinieren…

12 reacties op “Ondertussen, op het platteland”

  1. Hans Bos zegt op

    Leuk verhaal, goed geschreven. Complimenten!

    • cor verhoef zegt op

      Dank je wel Hans. Met plezier geschreven. We zitten inmiddels op Kok Pa Ngan, te genieten van een onverdiende vakantie 😉

      • carlo zegt op

        Hallo cor,
        Goed verhaal en echt heel goed geschreven. Ik ben zelf vaak op het platteland in surin dus herken ik het wel.
        Als je daar gaat aowen en je gaat dus echt een boek schrijven, Laat het mij dan even weten.
        Wil het graag van je kopen.
        Veel succes,
        carlo

    • Rudy zegt op

      Dag Hans, jammer dat je vertrekt.
      Altijd met veel plezier je verhalen gelezen
      Groet

  2. Andre Vromans zegt op

    Geweldig verhaal over niets. Tranen van het lachen, hiervoor kom ik speciaal op dit forum.

  3. Tom zegt op

    Geweldig verhaal en honderd procent waar. Thaise muziek is alleen leuk als die keihard staat.

  4. Olga Katers zegt op

    @Cor,
    Je vertelt precies hoe het toe gaat op het platteland! Ik woon tussen de koeien en de geiten, en ik zou niet anders willen, ik neem de “muziek” op de koop toe, en zet mijn eigen herrie op en dan wordt het pas echt gezellig. Ik blijf genieten van wat er om mij heen gebeurt. En ik blijf uitkijken naar jouw verhaaltjes! dank!

  5. Dit verhaal zou in een boek over Thailand moeten. Zoals je het beschrijft zo is het ook. Subliem!

  6. Nisson zegt op

    prachtig verhaal Cor, ik heb m’n dag portie lachen weer gehaald en heerlijk geschaterd

  7. M.C.Veen zegt op

    Haha mooi stuk! Meer roman achtige stukjes lees ik ook graag, een heel boek ben ik dan weer te lui voor. Maar geen nood ik kom die tuin wel doen… 🙂

    • Olga Katers zegt op

      Hr van Veen, geen nood ik help wel, ik ben soms Hendrik Jan de Tuinman!
      En dat hoort er allemaal bij, ja en op het platteland, gratis! “ja Nederlanders”gratis mest!

  8. Sir Charles zegt op

    Ben in ieder geval blij dat mijn vriendin en haar familie niet houden van ‘luuk thung’ hoef ik het gelukkig ook niet aantehoren want vind er met de beste wil van de wereld helemaal niets aan evenals dat ‘morlam’ waar zij gelukkig óók niet van houden.

    Ach smaken verschillen nou eenmaal, zo zijn er ook veel Nederlanders die niet houden van ‘smartlappen’ en Duitsers die niets moeten hebben van ‘schlagers’.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website