Wassen aan de kraan (wonen in de tempel, nr 3)

Door Erik Kuijpers
Geplaatst in Boeddhisme, Cultuur, Korte verhalen
Tags:
2 februari 2023

Kan een simpele waterkraan comfortabel zijn? Nou en of! Deze tempelkraan laat zo’n honderd tieners zich wassen. Hij zit niet ver van mijn kamer af en ik kan alles zien.

De kraan zit precies hoog genoeg om op je hurken te zitten en je te wassen. De straal is krachtig en warm dankzij een bron nabij. Zelfs in de koude maanden is badderen zo lekker dat de jongens treuzelen en het daar zo lang mogelijk rekken. Mijn vrienden zijn onder de indruk. ‘Het lijkt wel een thermaal bad’ zeggen ze zonder te weten wat dat precies is…

Overdag wordt de kraan veel gebruikt. Helemaal vroeg in de morgen want dan haast iedereen zich om te wassen en naar school te gaan. Het geluid is dan oorverdovend.

Ik denk er wel eens aan een andere kamer te vragen maar er zijn geen kamers meer over. Na verloop van tijd wen je aan de herrie en vind ik het wel leuk om aan te zien. In de nacht hoor je soms iemand zingen of in zichzelf praten.

Goedkope Thaise zeep…

Hoe men baddert…

Mijn vriend Chalerm (‘de beroemde’) woont in de kamer naast mij en baddert heel vaak. Maar hij gebruikt nooit zeep. Ik vraag me wel eens af hoe Decha (‘de sterke’) zich kan wassen zonder zijn klokkie af te doen. Maar pas later snap ik dat: ‘Als ik het in mijn kamer laat dan verdwijnt het: het is waterproof, niet diefstalproof’.

Dan is er nog Kasem (‘geluk, voorspoed’) die zo snel baadt dat hij niet eens de roos van zijn lijf af krijgt. Als je hem daarmee plaagt dan zegt hij ‘Mensen die snel wassen zijn gewoon niet vuil.’ En dan Klahan (‘de moedige’) die zo lang staat te wassen dat niemand tegelijk met hem wil. Daeng (‘rooie’) moet altijd alleen baden; hij gebruikt veel zeep maar ‘leent’ die altijd van een ander…

Vaak zie ik jongens een emmer water dragen en heel vlug naar de wc rennen; ik neem aan dat die aan de race zijn…. En een keer doet de kraan het niet! Dan komt er niemand en is er stilte.

Een farang!

Op een avond maak ik een wandeling langs de rivier niet ver van de tempel. Daar zie ik een kletsnatte farang mij tegemoet komen met een overvolle rugzak. Hij lacht naar me, ik lach terug en wil wel eens weten wie hij is en wat hij daar doet. Ik probeer met hem te praten in mijn gebroken Engels maar versta niet alles wat hij zegt.

Hij vertelt me een wereldreis te maken als backpacker om er een boek over te schrijven. Heeft nog geen plaats om te slapen dus nodig ik hem uit in de tempel en hij aanvaardt dat direct. Ik loop voor hem uit. Spelende kinderen lopen met ons mee want een farang is een bijzondere verschijning. Ook de tempelhonden vinden hem apart en ik moet ze wegjagen.

‘Neem er je gemak van en doe alsof dit jouw kamer is’ zeg ik hem als we op mijn kamer komen. ‘Dank je’ zegt hij en laat zijn rugzak op de grond ploffen. Nu pas zie ik hoe vermoeid hij is. ‘Ga je eerst maar wassen’ zeg ik hem.

Ik breng hem naar de kraan waar al een paar jongens staan. Bloot, want het is al donker. Het enige lampje schijnt uit de kamer van een monnik en je ziet slechts schimmen. Iedereen is bloot om de sarong te ontzien. Ik had er eerst moeite mee maar was mij nu ook in mijn nakie in de avond. De farang kijkt eerst vreemd en vraagt ‘Doet iedereen zijn kleren uit?’ ‘Uh ,.. ja, dat is traditie.’ Meer weet ik niet uit te brengen. Hij past zich snel aan.

Ik ga een slaapplaats voor hem maken. Mijn bed is te smal voor twee dus hij moet op de grond slapen. Als hij terugkomt van de kraan haalt hij slaapmatje en klamboe uit zijn rugzak en ik help hem die op te hangen. Een groepje jongens staat in de deur te kijken naar wat die farang allemaal bij zich heeft en de enigen die wat Engels spreken vertalen dat terwijl de anderen niet verder komen dan oh en ah… Ze maken zo’n herrie dat de monnik uit zijn kamer komt en wat roept; dat wordt het weer stil.

Ik zie dat hij moe is en zeg hem te gaan slapen. Hij kruipt onder zijn klamboe en valt direct in slaap; ziet er nu zo moe uit dat ik me afvraag of hij die wereldreis wel kan maken …

Ben er vroeger uit dan anders. De klamboe is leeg. Is hij al vertrokken? Nee, zie zijn rugzak nog. Kijk uit het raam en sta versteld: daar, midden in het daglicht, staat de wereldreiziger, de farang, in zijn blote reet! Geen wonder dat het daar zo stil is…

Wonen in de tempel; bewerking van verhalen uit de vorige eeuw. Naast monniken en novices wonen studerende tienerjongens uit arme gezinnen in de tempel. Hebben een eigen kamertje maar zijn voor hun eten afhankelijk van geld van thuis of van een schnabbel. Op feestdagen en als de scholen dicht zijn eten ze met monniken en novices mee. De ‘ik’-persoon is een tiener die in de tempel woont.

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website