Nostalgie in isaan

Door De Inquisiteur
Geplaatst in Leven in Thailand
Tags: , ,
21 januari 2018

Neen, dit verhaal gaat niet over Isaan. De Inquisiteur is wat foto’s tegengekomen van een bezoek aan Pattaya. De meeste uit Nongprue, net over Sukhumvit Road, ten oosten van Pattaya, zijn oude woonplaats voor hij naar Isaan versaste. Dat deed hem verder zoeken naar oude foto’s en vond er van zeer lang geleden. Dat maakt De Inquisiteur nostalgisch.

Nongprue gaat mee in de vaart der volkeren en waarschijnlijk nog sneller dan in de meeste delen van de wereld. Gestuwd door een al dan niet verantwoorde economische groei in zuidoost Azië en nog sneller wegens aangrenzend bij het zichzelf kosmopolitisch noemende Pattaya gaat het snel, veel te snel. Snorrend op de motorfiets valt het nog meer op. Er wordt nog steeds ongebreideld gebouwd, er komen talloze handelszaken bij, wegen worden heraangelegd en er komen nieuwe straten bij. Straatverlichting is geautomatiseerd, neonreclames bij de vleet. Er zijn zelfs voetpaden gecreëerd.

Toen De Inquisiteur ongeveer vijftwintig jaar geleden voor de eerste keer in deze contreien verzeilde was dat eerder uit avontuur. En ook minder eerbare redenen, mensen die hier destijds al woonden wisten enkele louche kroegen en die moesten worden bezocht. De Inquisiteur logeerde in Pattaya zelf, maakte er vrij snel vrienden, en liet zich makkelijk overtuigen om mee naar de oostzijde op pad te gaan.

‘Inside-information’ van kenners, daar ga je op in.

Weinigen durfden het toen aan: je begon met een wankel oud brommertje met krakende versnellingen te huren, onverzekerd tot en met maar niemand die daar over kloeg. Om vijfhonderd meter verder, je was niet eens van Beach Road tot op Klang geraakt, stil te vallen. Lege tank maar geen indicator.

En een benzinestation vinden was lastig destijds. Vervolgens reed je naar die enorm drukke baan, Sukhumvit Road, toen een simpele rijweg met slechts twee rijstroken doch ook al chaotisch en levensgevaarlijk. Om een idee te geven : het duurde meer dan vier uur om van Bangkok tot in Pattaya te geraken, iets waar je nu een uurtje en een kwart voor nodig hebt. In die jaren kwamen de eerste verkeerslichten te voorschijn maar geen Thai die er rekening mee hield. Krakende bussen beschilderd met kleurrijke taferelen reden doodleuk op het verkeerde rijvak, dertig jaar oude vrachtwagens met een houten laadbak en mooi beslagen blik op de carrosserie boorden zich al toeterend doorheen de pick-up trucks, de driewielers en de honderden motorfietsen. Er liepen ook nog stootkarren met buffels tussen – in plaats van fietsers want die waren er toen nauwelijks. Voetgangers die zich tussen de chaos en het stof waagden werden beschouwd als zelfmoordenaars.

Sukhumvit Road was dan ook een barrière, letterlijk en figuurlijk. Pattaya stapte net op de trein naar moderniteit. Om een voorbeeld te noemen: 3th Road was nog een zandweg, enkel rond Beach Road, 2th road, Klang, Nua en Pattaya Tai waren de straten geasfalteerd.

Aan de overzijde was Nongprue nog ruraal Thailand. Asfalt of beton was zeldzaam en vanaf de spoorweg werden het een simpele zandwegen. De weinige huizen, meestal in hout, hielden op vanaf het spoor. Kokospalmen, bananenbomen, ananasplantages, rijstvelden, kleine poeltjes en veel groen waar buffels graasden. Je hoorde de kikkers kwaken na een bui, je zag exotische vogels nesten bouwen. Regelmatig kwam je een olifant tegen die even zonder zijn mahout op stap ging. Vriendelijke plattelanders in traditionele kledij met de altijd aanwezige glimlach. Of zag je een slang op de weg liggen, die beesten kwamen ook in aanvaring met de moderne tijd en sneuvelden massaal door het opkomende autoverkeer.

Wij gingen op stap net op de middag en ons eerste doel was het Dao Resort. Zonder uitzondering dachten we met z’n allen dat de eigenaar, toen een Fransman, gek was. Wie bouwt er nu zulk een mooi resortje in het midden van niets ? Toegegeven, men was al enkele villages aan het bouwen in de buurt. Gezellige spullen en spotgoedkoop, gericht op buitenlanders die het milde klimaat en het goedkope leven opzochten. Toen al.

Dao Resort had ook een restaurantje waar je voor negentig Belgische frank (toen waren het nog Belgische franken en Nederlandse guldens) lekker peppersteak, salade en frietjes kon eten. Een feest want veel westerse restaurants waren er toen nog niet, zelfs in Pattaya niet.

Gezellige omgeving, onder de palmen eten naast het zwembad waar mooie meiden in zaten te kletsen, wat moest een mens nog meer? Wel, achter het hotelgedeelte was ook een bar, Dao Bar. Ons tweede doel, het pintelieren kon aanvangen.

De Inquisiteur had dan al wel in Pattaya zelf Walking Street ontdekt, samen met Beach Road en Second Road, plus soi zeven en acht, – destijds zowat de enige uitgangsbuurten van Pattaya, soi Bua Kao was een kale plek. Maar verder wist hij nog van weinig, de beruchte soi zes kende hij nog niet.

In de bar is het donker, zeker omdat je al een ganse tijd buiten in het felle zonlicht vertoefde. Je kreeg direct een gezelschapsdame aan je zijde, kiezen kon niet, je werd gekozen. Gelukkig waren wij er voor de lol, drinken en poolen. Na een uurtje of zo, want er stond geen pooltafel, trokken we verder.

Nog dieper de rimboe in. Wanneer het regende, en dat kan wel eens in de maanden juli of augustus, een hele onderneming. Want nu was er niks meer dat op een wegbedekking leek. Een zandweg vol kuilen en diepe plassen. Indien de zon scheen, nog waarschijnlijker dan regen, zag enkel diegene die als eerste reed wat voor zich uit. De rest was in een stofwolk gehuld. Geen nood echter, we genoten even veel van de rit als van het cafébezoek.

Een heel eind verder voorbij wat nu Siam Country Road heet, was er nog een kroeg. De Butterfly Bar. De naam alleen al. Pleisterplaats voor hooghartige golfers die hun gades wijs maakten dat ze tot vlak voor zonsondergang zouden spelen, maar zich vervolgens rond dertien uur in deze kroeg begroeven om zich aan een bacchanaal te zetten. Zij waren de stamgasten en ze tolereerden toeristen als wij nauwelijks.

Tot hun geliefden wat plaatselijke roddel opvingen en zich op een dag rond twaalf uur installeerden in de Butterfly. De bar overleefde die middag nauwelijks en is sindsdien gedegradeerd, enkel hardliners komen er nog.

In de loop der jaren breidde Nongprue, in Pattaya smalend de Darkside genoemd, verder uit. Er werden nog veel meer villages gebouwd en er kwamen winkels bij. Zelfs een soort taxidienst, pick-up trucks maar in het rood om het verschil met de blauwe Pattayaanse taxi’s te kunnen zien. En die vertragen nu ook hier alle verkeer op de spitsuren. Kroegen verschenen bij de vleet, velen verdwenen net zo snel. Kwam er zelfs een ‘bruin cafe’ op de proppen. De Lucky Time bar. Op en top Hollands, hotel, restaurant en cafe.

De eerste jaren in Thaise traditie, geen ramen en deuren, tot de eigenaar besloot om er een airco-gekoelde zaak van te maken. En hup, plots was er ook enigszins drinkbare koffie te verkrijgen want in de rest van Thailand was dat tot voor de eenentwintigste eeuw een soort afwaswater. De zaak bestaat nog steeds.

Vele avontuurlijke farangs zagen brood in de Darkside. Spotgoedkoop een zaakje openen en zie, de destijds economische hoogdagen in het westen zorgden voor een stroom toeristen en expats. Het huren van een motorfiets was nu veel makkelijker en ook de Darkside bloeide op in hetzelfde tempo als Pattaya maar had nog heel wat achterstand in te lopen. Want het bleef er donker. Wie het aandurfde om ’s avonds te komen kreeg de schrik van zijn leven. Van het fel verlichte Pattaya stak je de nu zestig meter brede Sukhumvit over en moest je vervolgens even wachten. Tot je ogen aan de duisternis waren aangepast. Geen straatverlichting, nauwelijks neonreclames. Maar het was al beter dan ervoor. Er kwamen wegwijzers in het Engels. En bleven ze bouwen.

Nu, meer dan vijfentwintig jaar later, bouwen ze nog steeds massaal. Is er regelmatig water. De elektriciteit valt niet meer met de regelmaat van de klok uit. Internet is er goed geworden. Zelfs in De Inquisiteur zijn oude wijk moet de straatverlichting niet meer handmatig aangeknipt worden. Af en toe vult men de kuilen in het wegdek op. Lintbebouwing op zijn Vlaams. Er is nu een echt spitsuur, vooral de levensaders van Nongprue, soi Nern Plub Waan, soi Kao Noi en soi Kao Talo veranderen iedere ochtend en avond in een chaos.

Voor spontaan tropisch groen moet je nu een kilometer of twintig verder rijden. Handelszaken en kroegen blijven moderniseren, ze hebben allemaal een westers toilet. De Inquisiteur weet nog een bar of twee met een bamboe dakbedekking en een <gat in de grond> maar dat is het. Ze hebben overal koud bier. Je krijgt geen diarree meer van de ijsblokjes. Olifanten komen niet meer in de bebouwde omgeving, daar tegenover zie je vaker en vaker slangen die te weinig territorium vinden en zodoende in de woonwijken verdwalen. Door de vercommercialisering hoef je de Thaise taal niet meer te spreken, Engels kunnen ze nu overal en ook de Russen komen al ver met hun koeterwaals.

Vind iedere nationaliteit zijn eigen kroeg. Holland/Belgium house, nog steeds daar. En ook de Brass Monkey Bar bestaat nog altijd. Thais gebouwde grote, open bar want geen ramen en deuren, vloeren op verschillende niveau’s waarbij men nooit een waterpas heeft gebruikt. Drie uitstekende pooltafels. Doch Hollands onderhouden, altijd netjes en proper. Een altijd beschikbare lekkere vette hap. En vooral, de oude vrienden frequenteren er nog steeds.

Waarom De Inquisiteur deze bar vernoemd? Hier ontmoette hij liefje-lief.

En verzeilde zodoende in Isaan. Waar hij hoopt dat de traagheid van het leven nog een poosje zal aanhouden.

– Herplaatst bericht –

4 reacties op “Nostalgie in isaan”

  1. willie zegt op

    Een hele intieme vraag misschien inquisiteur,maar hoe oud bent u?
    ik schat u een jaar of 55 en dus bent u al een jaar of 25 geleden begonnen met het bezoeken van Thailand?

    • Cornelis zegt op

      Zo intiem is die vraag nu ook weer niet, hoor: het antwoord staat gewoon in het artikel……….

  2. fred zegt op

    Ik ben 60 en kwam de eerste keer in Pattaya in 1978.In België waren toen veel mensen die in hun atlas op zoek gingen waar dat onbekende land lag.
    Walking street was toen nog een zandweg. Totaal niks te maken met het Pattaya van vandaag. De sfeer van Vietnam heerste er toen nog. Persoonlijk vond ik het in die periode ook niet echt denderend. Er was toen toch iets te weinig comfort. Ik ging terug in 1987 en 1990 en dat vond ik toen de leukste periode in Pattaya. Een pak relaxter en gezelliger als nu.Pattaya was toen op zijn hoogtepunt. Bars waren bijna 24 op 24 open. Het was één groot feest.
    In die early jaren zag je geen enkele maar ook geen enkele westerse blanke vrouw in Pattaya. Evenmin blanke gezinnen. Geen Russen geen Chinezen.Enkel Thaise vrouwtjes en Europese single mannen.

  3. joskeshake zegt op

    Eergisteren nog in Holland/Belgium house gezeten en 25 jaar geleden mag je niet vergeten dat soi 2 ook heel belangrijke plaats was om uit te gaan.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website