‘Gevalletje waterschade’

Door Lieven Kattestaart
Geplaatst in Leven in Thailand
Tags:
26 mei 2024

Jaren geleden.

Samen met vrouw Oy een paar weken logerend bij schoonma, in haar middeleeuwse optrekje nabij Korat.
De regentijd is aangebroken.
Tenminste, dat vermoed ik, want al dagen achter elkaar betrekt zo rond vier uur ’s middags de Thaise lucht, en valt kort daarna de regen met bakken.
Voor mij is dit onstuimige weer een complete openbaring, want in Nederland heb ik nimmer zulke hoosbuien aanschouwd.

Die avond, met het tupperware bakje een exotische, zij het ietwat armoedige Isaan-waterval nabootsend in het douchehok, is het weer zover. Stromende regen, gelardeerd met felle bliksemschichten. Een gordijn van water klettert omlaag en maakt zo’n lawaai op het golfplaten dak dat je bijna moet schreeuwen om elkaar te kunnen verstaan.

Als ik wat later zeepgeurend en in vers T-shirt naar buiten kijk, valt me een lichtje op. Iemand staat achter het huis met een zaklamp te zwaaien. Inbrekers, alvast een selfie makend op de plaats delict? Een snoodaard wellicht, in bezit van snorkel en slechte bedoelingen?
Je weet maar nooit met dit dievenweer.

Er niet gerust op stap ik voorzichtig naar buiten. Waar ik echtgenote Oy aantref die met een zorgelijk gezicht de overhangende dakgoot bekijkt.
En met name de plastic slang daaraan die het hemelse water af zou moeten voeren. Deze loopt gulpend over, een fikse put slaand in het anders zo stoffige erf.

Ook zie ik de scherpe knik in de afvoerslang, die een ongewenste blokkade vormt.
Als ik Oy daarop wijs, wijst zij vervolgens op mij en ik weet alweer hoe laat het is.

Om in ieder geval een beetje beschut te zijn tegen de halve oceaan die uit den hoge neerdaalt, volgt eerst een koortsachtig zoeken naar de enige paraplu die de schoonfamilie rijk is.
Geboren zijnde met twee linkerhanden kom ik er echter op tijd achter dat geen daarvan gemist kan worden om de paraplu te bemannen, dus word deze expeditie al snel gestaakt.

Normaal gesproken zou de afvoerslang in een watervat hangen, maar datzelfde vat kreeg enkele weken geleden kamikaze-neigingen, en spatte door nog onbekende oorzaak uit elkaar.
Schoonma, doortastend als immer, liet terstond een ander vat aanrukken. Maar de slang daarop aansluiten, dat kwam ooit wel een keer.
Nu dus.
In het soort noodweer dat een zeehond nog zou doen besluiten binnen te blijven, en waarin het me grote moeite kost mijn contactlenzen alleen op eigen traanvocht te laten drijven.

Het lukt me zowaar de knik uit de slang te wringen, waarop meteen het volgende probleem zich aandient.
En wel de dikke bamboepaal die ooit als tussenstation diende, maar die door alle moesson-commotie is scheefgezakt en de slang verder aan zijn lot overliet.

Oy toeroepend even een stuk touw op te zoeken, tel ik intussen druppels en doe een regendans. Dit laatste om de paal, die niet al te stevig staat, wat beter te verankeren in de Thaise grond.
Mijn blote voeten een verfrissend scrub-kuurtje gevend in de vette blubber, overpeins ik hoe het toch kan dat douchen zo lekker aanvoelt, maar regenwater op je hoofd alleen maar vervelend is.

Daarna, af en toe bijgelicht door de miljoenen volts van het donderende onweer, wacht ik op het verlossende touw. Dat me na vijf eindeloze minuten word toegeworpen.
Van verre, want één drijfnatte medewerker lijkt vrouw Oy wel genoeg.

Na het verrichten van weinig subtiel knoopwerk waar zelfs Houdini zijn goedkeuring aan had gegeven, veroorloof ik mezelf een inwendig schouderklopje.
Want nu is het leed dan toch geleden.
Oranje Boven en leve het improvisatietalent van deze geimporteerde kleibint.
Me op slag een beetje MacGyver gevoelend, met eenvoudige middelen vechtend tegen de elementen en de eindoverwinning in zicht.

Jammer dat niemand van de schoonfamilie aanwezig is om dit glorieuze moment te aanschouwen.

( Zwager zou me naderhand, op aandringen van schoonma, nog wel belonen voor het doorstane leed.
Met een fles Laotiaanse namaak-hersenverweker, die me na de eerste slok al achterliet met het brandend verlangen naar een huigtransplantatie.)

Het deksel van het nieuwe vat trekkend, en de glibberige slang binnenboord hijsend, roept Oy me iets toe.
Daarbij een gebaar makend van ‘laat maar zitten, heeft toch geen zin’.
Wat is dat nu weer voor defaitistisch gedrag?
Wij Hollanders staan immers bekend om onze strijd tegen het water, zelfs als het regenwater is. Mijn eigen Thaise Deltawerken naderden hier hun voltooiing, en dan opgeven?
Geen wonder dat hier nooit iets van de grond komt, met een dergelijke instelling.

Net als ik verder wil gaan met hijsen roept ze nog een keer, en wijst op het vat. En ik word kribbig. Glibberend in de smerige modder, meer verzopen dan het achterdek van de Titanic, en tevens op het punt staand een persoonlijke doorbraak te forceren.

Dan kijk ik eindelijk eens in de richting die ze aanwijst, en wel naar de onderkant van het vat.
Waar drie keurig ronde gaten ter grootte van een kleine bloempot al het heerlijke vocht net zo snel weer in de buitenwereld lozen als dat ik het erin breng.
Mijn eigen Waterloo is hiermee een feit, en ineens moedeloos laat ik de slang los. Die vrolijk gulpend de volgende hectoliters richting de tuin van de buren begint te lozen.
Enfin, we mochten ze toch al niet.

De volgende morgen, na een kijkje in de achtertuin ( die nu veel wegheeft van een zompige loopgraaf uit de 1e Wereldoorlog ), stappen we in zwagers aftandse Toyota voor een ritje naar de bouwmarkt. Bij het omdraaien van de sleutel volgt echter een zeer verontrustend gereutel.
Het zal toch niet?

Nogmaals proberen resulteert in een laatste gorgel van de startmotor.
Accu leeg.
Onbegrijpelijk, want het ding is vorige week nog vervangen, en dus splinternieuw.
Zouden ze die dingen hier soms vullen met citroenschillen?
Of, meer waarschijnlijk in dit jaargetijde, restjes zure regen?

Indachtig eega’s advies na het debacle gisteravond, om toch vooral een ‘koel hart’ te bewaren bij Thaise tegenslag, mompel ik binnensmonds een zeer lelijk woord tegen de voorruit en probeer het stuur fijn te knijpen.
Dat helpt.

Dan vraag ik Oy haar mobiel te pakken.
Want vergeet die hele MacGyver maar.

Dit is een klusje voor het A-Team.

4 reacties op “‘Gevalletje waterschade’”

  1. Frans zegt op

    Mooi verhaal weer. Ik kan bij deze verhalen het altijd weer helemaal visueel maken en gelijk de regen op mijn pan voelen en donder in zaamhorigheid met de srem van echtgenote Oy horen zingen en klappen.

    Ik ga nu maar even verwerken dat het niet gelukt is en voel mee met het punt dat de auto het mogelijk nog steeds niet doet.

    Cheers Frans

  2. toni zegt op

    Zeer leuk en zeer knap geschreven verhaal. Bij momenten hilarisch. Gelaagd ook, bv. de mentaliteit van de Isaners wordt ook beschreven, soms sarcastisch maar nooit denigrerend. Graag meer van dit. Lange tijd geen stukje van dit niveau gelezen hier. Het heeft ook een zedenverzachtend effect, vind ik. Mooi, dankjewel!

    • Lieven Kattestaart zegt op

      Beste Toni, ( en bovenstaande Frans ) dank voor de mooie reactie.

      Dit was al een oud verhaaltje, en eigenlijk twijfelde ik om het in te zenden. Want meestal verdwijnt dit soort schrijfsels bijna ongelezen in de mist van het internet. Je weet als schrijver namelijk nooit of iets aanslaat, of dat iedereen er schouderophalend aan voorbij gaat.

      Ben nu toch blij het ingestuurd te hebben, want blijkbaar zijn er toch lezers die er plezier aan beleven.
      Vriendelijke groet,
      Lieven.

  3. jay zegt op

    hartstikke leuk om te lezen ook ik zie het zo voor me haha


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website