Foto: Hans Bos

Een bezoek aan het dorpje Sam Ngao, 40 kilometer ten noorden van Tak, is een beetje een tijdreis. Hier verglijdt dag na dag; het enige hoogtepunt is de wekelijkse markt. Totdat enkele dorpsgenoten zich voor korte of langere tijd tot monnik laten wijden. Tijd voor een groot feest, maar zonder alcohol…

Van een idylle is in Sam Ngao (Drie Schaduwen) nauwelijks sprake. De dorpelingen verdienen hun rijst in de landbouw, uitgeoefend op kleine akkertjes. De mannen hebben dik eelt op hun knoestige handen en verlaten dit aardse tranendal ver voordat hun vrouwen de geest geven. Gerimpelde rozijnengezichtjes, de oudsten vaak geheel of gedeeltelijk tandeloos door het kauwen van betelnoten. Een tandarts kan hier goud verdienen, zij het dat de dorpelingen daar geen geld voor hebben.

Grappig is dat veel mensen in een willekeurig buurtje in Sam Ngao familie van elkaar zijn, al is de scheidslijn tussen echte of opgenomen leden in Thailand moeilijk te trekken. Er wordt getrouwd op jeugdige leeftijd; voor jongeren is in dit gat bitter weinig te doen. Seks is the poor man’s movie….

Een bruid of bruidegom is dikwijls opgeduikeld uit een naburig dorp om de genen niet al te fout te vermengen. De mooiste meiden en de knapste jongemannen liggen het best in de markt, want het oog wil ook wat en de toekomst is toch ongewis.

Foto: Hans Bos

Een krant is in Sam Ngao niet te krijgen. De informatievoorziening geschiedt via de tv en per luidsprekers, overal in de gemeente terug te vinden. En natuurlijk van mond tot mond, want de oude vrouwtjes komen elke ochtend bij elkaar in overdekte bushokjes, met daarbij de aantekening dat hier geen bus rijdt…

Het dorpje bestaat uit een straatje met huizen langs de rivier en een hoofdstraat er haaks op. De relatieve welvaart is deels afkomstig van de EGAT, de nationale elektriciteitsmaatschappij, die op een afstand van circa 15 kilometer het grootste stuwmeer van Thailand beheert. De afsluitende Bhumiboldam produceert de nodige stroom, terwijl EGAT benedenstrooms hotels, zomerhuisjes, restaurants, een golfbaan, markten en een school aanbiedt. Er is zelfs een directe busverbinding met Bangkok. De gemeente strekt zich uit tot vele kilometers in het rond. Op smalle betonnen wegen rijden de mannen met een frees met aanhangwagen. Dat gaat sneller dan met een buffel die je hier dan ook niet meer ziet.

Foto: Hans Bos

Van echte winkels is in het dorp nauwelijks sprake, maar het wordt toch opgestoten in de vaart der volkeren. Sinds kort telt het maar liefst twee vestigingen van 7-11, een uitkomst voor de lokalen en buitenlandse bezoekers.

De reden van ons bezoek en ook het hoogtepunt van de reis was het tempelfeest. Ik heb zelden zoiets meegemaakt. Al vroeg in de ochtend zijn vele tientallen vrouwen op het tempelterrein bezig met koken. Ongelooflijke hoeveelheden soep, groenten, vlees en rijst worden klaargemaakt in grote gamellen op open vuren. Zittend op de grond. En elke vrouw weet in unisono wat zij moet doen voor het avondeten.

Het moet gezegd, het eten is uitstekend te pruimen en niet eens te scherp. Iedereen neemt uit de pannen, geplaatst op lange tafels en zoekt een zitplaats. Let wel: het gaat om honderden bezoekers van het tempelfeest, georganiseerd omdat een vijftal dorpsgenoten zich voor korte of langere tijd terugtrekt in de tempel. Na het eten wast iedereen zijn bordje en lepel af. Eerst in de bak waar de etensresten eraf worden gespoeld, vervolgens in de bak met zeepwater, gevolgd door twee bakken met schoon water. Aan het eind drogen twee vrouwen de handel af.

Foto: Hans Bos

Aan het bidden in het eigenlijke tempelgebouw komt in de avond bijna geen einde. Oude vrouwtjes dansen als jonge meiden op de muziek van authentieke Thaise instrumenten. Van het gezang en gepreek van de voorganger begrijp ik niets.

Vervolgens is het de beurt aan een Thaise popgroep op een immens podium. Het gaat niet alleen om een stuk of twaalf muzikanten, inclusief kopersectie, maar ook om een niet aflatende stroom zangers en zangeressen, omzwermd door een stuk of acht danseressen, getooid met de gebruikelijke veren.

Foto: Hans Bos

De pujai baan, baas van dit deel van de gemeente, klimt op het podium. Hij waarschuwt de vele jongemannen niet met elkaar op de vuist te gaan. Net als bij de verkiezingen geldt dan een boete van maar liefst 250.000 baht. De man laat dreigend weten dat een dergelijk bedrag betekent dat de vechtersbazen, en hun familie, dan hun hele oogst en mogelijk meer, kwijtraken. Vechtpartijen tussen rivaliserend buurten zijn op het Thaise platteland niet ongewoon, vaak aangewakkerd door veel alcohol.

Foto: Hans Bos

Die is op het tempelterrein officieel niet toegestaan, maar van fouilleren bij binnenkomst is geen sprake. Uiteindelijk staan vele tientallen toehoorders voor het podium te dansen, nou ja, bewegen. De basdrum komt zo keihard door dat mijn hoornvliezen dreigen te gaan zwemmen. Volgens zeggen blijft het de rest van de avond verder rustig.

De terugreis naar Hua Hin (670 km) wordt de volgende dag aangewakkerd door de temperatuur van rond de 40 graden en de zeer slechte lucht. Ik meet een AQI van 126, waar de Thaise overheid een bovengrens van 50 aanhoudt en de WHO zelfs 25 het maximum acht. Ook op weg terug wordt het niet echt helder, de bergen in de verte zijn nauwelijks te zien. Hier en daar kringelt rook op van de akkers. Deze boeren zorgen niet alleen voor eten, maar ook voor een langzame dood.

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website