Een bijzondere ervaring voor twee dieren en daarna een morele boodschap: vastberadenheid bij het uitvoeren van een mandaat zal goede resultaten opleveren.

Midden in een groot woud. Een tijgerjong dwaalt af van zijn moeder; trippelt weg, onbezorgd, vrolijk, en heeft lol aan het geritsel van de wind door de bladeren.

Plots wordt het donker, de zon zakt weg, de nacht daalt. Een stortbui; hij wordt bang, roept om zijn moeder, maar helaas! Je hoort alleen het geruis van de regen. Langzaam wennen zijn ogen aan de duisternis: hij ziet een grot en haast zich er naar toe. Maar die plek is al bezet: een koe met haar kalf.

De lucht van het wilde dier wakkert het moederinstinct aan en haar eerste reactie is de ongenode gast te doden. Maar haar goeie hart grijpt in bij het zien van zo’n jong en weerloos dier dat staat te bibberen van de kou. Ze vangt het dier op en likt zijn natte vacht. Geheel op zijn gemak drukt hij zich tegen haar warme uiers aan en de koe geeft hem haar melk; zo wordt zij een moeder voor het verdwaalde diertje.

Seizoenen gaan voorbij en tijger en kalf leven gebroederlijk naast elkaar: groeien samen op, zoeken samen eten, houden van hun moeder en, zo vreemd als het lijkt, rund en tijger beloven elkaar nooit te verlaten en elkaar in geval van nood te verdedigen, desnoods met gevaar voor eigen leven.

Maar op een dag valt een tijgerin de koe aan en vreet haar op. En ondanks hun jonge leeftijd vallen rund en tijger het roofdier aan en doden het. Spoedig daarna worden ze overweldigd door verdriet en klagen bij Moeder Natuur die ze heeft veroordeeld elkaar te doden.

Ze klagen in de nacht en overdag, iedere dag. Om beurten smeken ze de regen, beekjes en ook aan de grond waar ze lopen en in de nacht rusten om zo vriendelijk te zijn voor hen tussenbeide te komen.

De kluizenaar

De goden hebben eindelijk medelijden en begeleiden hen naar onderdak bij een vrome kluizenaar. Deze man heeft, dankzij jaren van meditatie en opgebouwde verdienste, magische krachten: hij kan dieren veranderen in mensen.

Hij verandert tijger en kalf in twee knappe jongemannen; noemt het kalf Khavi en de tijger Hônvijai, geeft ieder een zwaard en een magische lotusbloem en zegt hen:

‘Lieve kinderen, als jullie op het rechte pad blijven zijn jullie onoverwinnelijk want ik heb jullie ziel in die zwaarden gestopt en dat maakt jullie onkwetsbaar. Wat de lotus betreft, die verwelkt als een van jullie iets ergs gebeurt. Dus ontdek de wereld en herinner je dit eenvoudige advies: gebruik je verstand.’

Dankbaar buigen ze voor de kluizenaar en gaan naar het oosten zoals de vrome man heeft gezegd. Zo komen ze bij een stad die schittert in een meer met helder water. Net als ze water willen nemen om hun gezicht te wassen verschijnt plots een afzichtelijke reus. Er komt een hevig gevecht maar Hônvijai heeft een magisch zwaard en doodt de reus.

Verrukt over zoveel moed roept de koning Hônvijai naar zijn paleis, nodigt hem uit daar te blijven en schenkt hem zijn enige dochter ten huwelijk.

En Khavi?

Khavi vervolgt zijn reis en vindt een stad met enorme rijkdom, maar die is verlaten. Verbluft doorkruist hij hem in alle richtingen en vindt een grote trommel. Hij slaat er op maar en komt geen geluid uit. Snijdt de trommel open met zijn zwaard en tot zijn verrassing zit er een knappe prinses in: de dochter van de koning.

De arme ziel vertelt van haar ongeluk: een zwerm gulzige arenden heeft de stad aangevallen en alle inwoners opgevreten. Haar ouders hadden geen kans in de trommel te kruipen en zijn gevlucht. Terwijl zij praat komt een massa van die roofvogels op hen af. Khavi pakt zijn zwaard en alle vogels komen door zijn zwaard om.

Beschermd door die dappere strijder gaat de prinses samen met hem op zoek naar haar ouders. Lange tijd reizen ze van stad naar stad, iedereen vragen stellend. Vergeefs! Als ze op een dag rusten aan een rivier roeit een oude vrouw naar hen toe.  Ze geven haar te eten, beuren haar op en vermoeden niets. Maar deze vrouw is niets minder dan een toverheks gestuurd door een naburige koning om de prinses te ontvoeren!

Khavi praat die avond met hen en vertelt van zijn avonturen en onthult de bron van zijn kracht. Daarna slaapt de toverheks nabij hen; zijn verhaal maakt haar niet vrolijk en ze wacht tot ze slapen om het zwaard te stelen en gooit dat in het vuur. Bij de eerste vlammen wordt Khavi wakker en ziet dat de slechte vrouw de weerloze prinses wegdraagt die bittere tranen huilt: waarom, klaagt ze, ben je zo onvoorzichtig deze vreemde vrouw te ontmoeten? Waarom heb je over jouw geheimen verteld zonder ook maar de minste voorzorgen?

Maar de goden zijn waakzaam. Ze hebben medelijden met deze rechtschapen man: uit de hemel valt een stortbui neer die het vuur dooft; het zwaard is alleen wat zwart en dof.

Hônvijai ziet die dag dat zijn lotus verlept is. Hij herinnert zich de voorspelling van de kluizenaar en gaat, vol van angst, in grote haast naar het oosten. Hij reist ongelooflijk snel want de goden verkorten de reisduur. In de verlaten stad vindt hij zijn broer liggend op de grond en niet ver van hem zijn zwarte zwaard. Hij maakt het zwaard schoon. Daarna gaan ze samen naar de stad waar de prinses gevangen zit.

Hônvijai vermomt zich als kluizenaar en Khavi maakt zich onzichtbaar. Hij bezoekt de koning die de prinses heeft laten ontvoeren en biedt hem een buitengewoon elixer aan wat de koning aanvaardt. Hij laat direct een offeraltaar bouwen op advies van de ‘kluizenaar’ en, bij het opgaan van de zon, ontmoet Hônvijai hem daar. Hônvijai doodt de koning en dan verschijnt Khavi die de kleren van de koning aantrekt. Hij toont zich daarna aan het volk dat hem enthousiast begroet. Daarna bevrijdt hij de prinses en ze trouwen met pracht en praal.

Hônvijai neemt zijn reis weer op maar neemt eerst afscheid van Khavi en zijn vrouw. Hij vertelt hen ‘Vergeet niet het advies van de vrome man: gebruik je verstand, altijd!’ Want, net zoals hun avonturen begonnen, ongeluk ontstaat door een enkele onvoorzichtigheid.

Vertaald en bewerkt door Erik Kuijpers. Titel: Le tigre en le veau, in Thais เสือโค. Bron: Contes et Légendes de Thaïlande; 1954. Auteur Jit-Kasem Sibunruang (จิตรเกษม สีบุญเรือง), 1915-2011. 

Zij heten Khavi en Hônvijai, ook Khawi en Honwichai, in Thais คาวี en หลวิชัย. Er is in Thailand een postzegel van gemaakt: https://www.lastdodo.nl/nl/items/5008015-volksverhalen

3 reacties op “De tijger en het kalf – Fabels en legendes uit Thailand Nr 05”

  1. Tino Kuis zegt op

    Mooi, die verhalen, Erik!

  2. Tino Kuis zegt op

    En dan, lieve jongens en meisjes, gaan wij het nog even hebben over die prachtige Thaise namen.

    เสือโค suua (stijgende toon) ’tijger’, khoo (middentoon) ‘koe’. Khoo komt net als koe uit het Sanskriet. In het Fries is het ook koo

    De auteur จิตรเกษม สีบุญเรือง Jit-Kasem (midden toon, lage toon, stijgende toon) ‘Vreugdevol Hart’ Sibunruang (stijgende toon, midden toon, midden toon) ‘Schitterende Verdienste’

    คาวี khaawie ( twee midden tonen) ‘koe’

    หลวิชัย. honwiechai (stijgende toon, hoge toon, midden toon) hon ken ik niet, wiechai betekent ‘Overwinning’

  3. Erik Kuijpers zegt op

    Met excuus voor het typefoutje; de titel is natuurlijk ‘le tigre et le veau’.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website