‘De rijke vrouw’ Een kort verhaal van Kukrit Pramoj

Door Tino Kuis
Geplaatst in Cultuur, Literatuur
Tags:
10 februari 2022

Kukrit Pramoj (foto: Wikipedia)

‘De rijke vrouw’ is een kort verhaal van Kukrit Pramoj uit de verhalenbundel ‘Een aantal levens’ (1954).

MR Kukrit Pramoj (1911-1995) is één van de meest beroemde Thaise intellectuelen. Hij was premier van Thailand in 1975-76, bestierde een krant (Sayǎam Rath), speelde in de film The Ugly American en bevorderde de Thaise dans, khǒon genaamd. Maar hij is het meest bekend om zijn schrijverschap. Twee boeken van hem worden nog steeds veel gelezen namelijk ‘Vier Koningen’ (Four Reigns, 1953), het leven van Mae Phloy ten tijde van vier koningen (Rama V-Rama VIII), en de verhalenbundel ‘Een Aantal Levens’ (Many Lives, 1954). Van de elf verhalen daarin koos ik het het verhaal ‘De Rijke Vrouw’ om hier te vertalen.

Deze bundel verhalen kwam als volgt tot stand. Kukrit reisde eens met een aantal vrienden naar Baang Saen. Onderweg kwamen zij een gruwelijk ongeluk tegen. Een bus was van een brug gereden en de weg lag bezaaid met lijken. Toen ze verder reisden filosofeerden ze over de vraag waarom nu net deze mensen op dat moment moesten overlijden. Was het hun karma? Was hun tijd gekomen? Verwelkomden ze hun dood? Was het een straf of een beloning? Of gewoon toeval? Ze spraken af elk een verhaal te schrijven. Dat kwam er niet van en zo schreef Kukrit alle 11 verhalen.

De verhalen gaan over een bandiet, een monnik, een prostituee, een prins, een acteur, een dochter, een schrijver, een moeder, een soldaat, een rijke vrouw en als laatste een dokter. Zij kwamen allen om het leven toen de boot waarin zij zaten tijdens een heftige regenstorm omsloeg op de Chao Phraya.

Haar kindertijd

Thongproi wist heel goed hoe fortuinlijk ze was. Ze had nooit te maken gehad met de beproevingen die voortkomen uit ontberingen of onvervulde verlangens. Thongproi kreeg altijd de volle aandacht van haar ouders en oudere broers en zusters ook al was ze de jongste dochter uit een grote zakenfamilie. Ze was tenslotte de jongste, en bovendien was ze op jonge leeftijd zo ziek geweest dat haar vader en moeder vreesden voor haar leven. Maar ze genas op wonderbaarlijke wijze. Haar ouders geloofden dat ze voorspoed bracht want vanaf het moment van haar geboorte bloeide de zaak van haar ouders als nooit tevoren, en ze stonden nu bekend als de rijkste familie in het district.

Om al die redenen was Thongproi geboren in een wereld waar iedereen al haar grillen bevredigden. Ze kreeg alles wat ze wilde want geen van haar oudere broers en zussen verzetten zich ooit tegen haar wensen. Haar ouders weigerden nooit als ze iets kostbaars wilde maar zeiden ‘Geef wat ze vraagt. We danken ons fortuin aan haar, het kwam toen zij werd geboren. Ze moet veel verdienste hebben verworven in haar vorige levens. Waarom zouden we spijt hebben van die opoffering?’

Niemand maakte ooit bezwaar tegen Thongproi’s jeugdige verlangens.  Of het nu ging om eten, speelgoed of kleren, ze hoefde het maar te vragen en ze kreeg het. Ze had een gelukkige jeugd waarin al haar kinderwensen werden vervuld. Ze hoefde nooit twee keer om iets te vragen, de wetenschap dat ze alles kon krijgen gaf haar veel voldoening. Zoals veel kinderen doen fantaseerde ze vaak, liggend onder het muggennet, over al de dingen die ze nog wilde hebben en besloot het de volgende dag te vragen. Ze viel in slaap met de zekerheid dat het geen probleem zou zijn het te krijgen.

Als Thongproi in een eeuwige staat van kindertijd had kunnen blijven en haar wensen niet waren uitgegaan boven jeugdige bevliegingen dan zou ze nooit lijden hebben gekend.

Jonge vrouw

Thongproi groeide op tot één van de mooiste vrouwen in het district. Haar ouders zorgden nog beter voor haar dan tevoren. Vanwege de rijkdom van haar familie hoefde ze haar natuurlijke schoonheid nooit bloot te stellen aan de elementen of de gewone taken te doen die andere meisjes op zich moesten nemen. De nauwgezette zorg, bescherming en toegeeflijkheid van haar ouders maakten dat zij de reputatie kreeg van een schoonheid.

En naast die fysieke kwaliteiten was het algemeen bekend dat ze als dochter van een miljonair erg rijk was. Thongproi zou toch met deze twee voordelen een belangrijke huwelijkskandidaat zijn voor de jonge mannen in het district. Maar iedere keer als iemand haar naam noemde was er iemand die zei: ‘Jij en ik zullen nooit goed voor haar kunnen zorgen. Proi’s ouders gaven haar geen gewone opvoeding. Ze waren altijd inschikkelijk, verweten haar nooit iets en gaven haar alles wat ze wenste. Ze heeft nooit ook maar iets van werk gedaan, ze kan niet eens rijst stomen of soep koken. Ze konden steeds bedienden betalen om dat te doen. Wanneer wij trouwen verwachten we dat onze vrouwen helpen om in ons levensonderhoud te voorzien. Als je een vrouw in huis haalt die alleen maar slaapt en eet, en je moet elk van haar opwellingen bevredigen, dan is ze er alleen maar om de baas te spelen en wie kan dat verdragen?’

Dit soort opmerkingen hielden jonge mannen tegen die wilden dat hun vrouwen werk en vrije tijd samen deelden. Terwijl Thongproi’s vrouwelijkheid bloeide was er niemand die ook maar enige belangstelling voor haar toonde. Niemand van de dorpsoudsten liet een blik op haar vallen als huwelijkskandidaat voor hun zonen omdat ze wisten dat haar levensstijl hun middelen en status ver te boven ging. Thongproi was trouwens ook in het geheel niet geïnteresseerd in deze zaken. Met het opgroeien waren haar behoeften wel veranderd, maar liefde en een echtgenoot hoorden daar nog niet bij.

Haar ouders hadden ook andere plannen. Ze wilden dat ze goed onderwijs zou krijgen om later een hoge positie in te kunnen nemen. Een neef van haar vader was een hoge ambtenaar in Bangkok. Ze werd daarnaartoe gestuurd om meer te leren, beschaafde omgangsvormen te ontwikkelen en mensen met naam en faam te ontmoeten, om zo in hogere kringen te kunnen verkeren.

Bangkok

Thongproi vond het leven in Bangkok niet zo opwindend als ze had gedacht. Vanaf het moment dat ze kon lezen en ze belangstelling kreeg voor de wereld om haar heen gebruikte ze al haar vrije tijd zoals een miljonairs dochter betaamt. Ze las boeken en tijdschriften uit Bangkok, en die gingen vanzelfsprekend over het leven in Bangkok. Thongproi wist meer over het leven in Bangkok dan wie ook in het district en in haar geest bouwde ze daarvan een beeld op. Ze kleedde en gedroeg zal altijd al als een Bangkok meisje en volgde na wat zij hoorde en zag van bezoekers uit Bangkok.

Toen ze daar aankwam was ze daarom niet echt onder de indruk en zelfs wat teleurgesteld. Het echte Bangkok miste de pracht en schittering van de stad in haar verbeelding. Maar dat vond ze niet zo erg want ze hoefde slechts een brief te schrijven aan haar ouders en ze kreeg geld voor cosmetica, kleren en verstrooiing.

Omdat ze genoeg geld had begreep Thongproi niet de echte waarde ervan. Haar leven werd al snel nietszeggend en saai. Ze had er zoveel van verwacht maar uiteindelijk verdween elk besef van mooi en lelijk. Hoewel ze elke gelegenheid aangreep de vele bioscopen, theaters, winkels en feesten te bezoeken samen met haar jeugdige familieleden begonnen al deze pleziertjes te verbleken louter door hun vertrouwdheid. Verveeld zag Thongproi Bangkok als leeg en zinloos.

De vakgebieden die haar familieleden aanraadden zoals huishoudkunde en naaiwerk interesseerden haar in het geheel niet. Waarom zou ze dat leren als ze anderen kon betalen die het beter konden? Ze begon te verlangen naar een leven zonder verveling, naar iets wat haar meer plezier zou kunnen geven. Ze dacht dat ze dat in Bangkok kon vinden maar dat bleek niet zo te zijn.

Het leven in Bangkok was net zo saai als thuis. Thongproi had te weinig levenservaring om te weten dat geluk en lijden altijd betrekkelijk zijn. Overmatig geluk, onbegrensde toegeeflijkheid en constante voldoening van alle wensen ontnam alle betekenis aan haar leven.

De armen en de ongelukkigen kunnen hopen op de mogelijkheid van voldoening maar de diep zittende onbehaaglijkheid van de persoon die alles al heeft is veel moeilijker te genezen. Thongproi besloot naar huis terug te keren nadat ze de hoop om iets nieuws te vinden had opgegeven. Ze pakte haar koffers, zei haar familie en vrienden vaarwel en nam de boot naar huis. Ze wist niet dat haar familieleden al bij haar ouders hadden geklaagd over haar egoïsme en weigering te luisteren naar het advies van ouderen. Haar ouders verweten haar niets, gewend als zij waren haar altijd haar zin te geven.

Haar huwelijk

Op de bootreis vanaf Bangkok merkte Thongproi dat de jonge man naast haar een warme belangstelling voor haar had. Hij was ongeveer haar leeftijd, of misschien een paar jaar ouder, knap, beleefd en goed verzorgd. Op de koffer zag ze zijn naam, San, en dat hij de plaatsvervangende burgemeester was in haar eigen district. Ze had hem nooit eerder ontmoet en ze begreep dat hij op weg was zijn nieuwe ambt op zich te nemen. San wierp regelmatig een blik op haar en omdat hij zag ze geen bezwaar had tegen een nadere kennismaking, sprak hij haar aan.

Hij vertelde haar dat dit de eerste keer was dat hij zich buiten Bangkok begaf om een nieuwe functie te gaan vervullen. Hij voelde zich zowel wat nerveus als opgewonden maar had de positie aanvaard omdat het een promotie was. Zo zaten ze samen wat te praten waarbij San het met alles eens was wat Proi te berde bracht. Toen de boot haar woning in Ban Praen naderde wist Thongproi met zekerheid dat zij San als partner wilde. Het was geen liefde op het eerste gezicht, of mededogen, of wederzijdse sympathie. Het enige wat Thongproi wist was dat ze San wilde bezitten zoals al die andere dingen die ze vroeger kreeg. Omdat het uiterlijk en de manier van spreken van San haar beviel wilde ze hem om dezelfde reden terwijl ze niet besefte dat San waanzinnig verliefd op haar was, een liefde die alleen zou groeien en nooit zou afnemen.

Omdat Proi’s verwachting samenviel met San’s liefde was het niet verwonderlijk dat hij haar vaak ging opzoeken. Haar ouders organiseerden in de daaropvolgende zeven maanden een pronkerige bruiloft en bouwden een luxewoning voorzien van alle gemakken voor het paar. Ze gaven de bruidegom ook een behoorlijk bedrag om hun leven te beginnen, zonder er iets voor terug te vragen.

Thongproi ervoer onnoemelijk veel geluk in het eerste jaar van haar huwelijk. Haar leven was geheel vervuld nu haar echtgenoot het centrum was van van de interesse en het verlangen dat ze eerst ontbeerde. Ze wilde alleen nog maar hem en hij gaf zich geheel over. Hij was vele malen toegeeflijker dan haar ouders. Hij vervulde al haar wenen en voor haar bleef er niets te wensen over. Hij deed alle kleine huishoudelijke taken die zij had moeten doen, alsof hij één van de twee bedienden was die ze had ingehuurd. Iedereen die hun huwelijk zag zei dat ze ongelooflijk gelukkig was, en in het eerste jaar gaf Proi hen gelijk.

In dat eerste jaar van haar huwelijk verliep alles zo gladjes en zonder problemen dat de ze er op uitgekeken raakte. Het zou fijn geweest zijn als de toegeeflijkheid van haar man iets nieuws was geweest. Geen enkele hindernis verstoorde het rustige verloop van haar huwelijk. San veranderde niet. Hoe meer Proi nadacht over haar leven hoe meer ze moest toegeven dat de verveling iedere dag toenam. Haar leven was als van een gekooide vogel met een gewetensvolle verzorger. Er was niets meer te wensen. Ze kwam geen gevaren tegen, voelde geen lijden, nam geen risico’s en was zonder hoop of zorgen.

Het leven vloeide overvloedig verder. Ze kreeg alles wat ze wilde, zoals altijd. San deed alles wat ze vroeg. Haar leven werd weer saai en onbenullig zonder de droefheid of bezorgdheid die momenten van vreugde en vrijheid zo bijzonder maken.

Thongproi bracht het grootste deel van de dag door op de veranda voor haar huis waar zij de boten op het kanaal voorbij zag komen. Echtparen roeiden langs, hun gezichten gebruind door de zon. Hoewel hun kleren haveloos waren en hun gezichten getekend door hun zware bestaan zag zij toch een glimp van geluk. Ze begreep dat niet. Soms meerden de boten af op de oever bij haar huis. Ze hoorde dan het geluid van onenigheid en ruzies wat haar deed vermoeden dat conflicten de krenten waren op een taart, de specerijen die het eten smakelijk maakten. Ze was zelf niet in staat gebleken smaak toe te voegen aan haar leven want haar man schonk geen enkele aandacht aan de listen waarmee ze een ruzie wilde uitlokken. Hij was altijd de eerste die het weer goed wilde maken wat haar bittere tranen ontlokte over de eenzaamheid en eentonigheid van haar leven.

San had een aantal jonge en innemende schoolvrienden die zelf geen familie hadden. Soms kwam er één op bezoek en zo leerde Proi ze ook kennen. Ze was een mooie vrouw en het was niet zo vreemd dat die jonge mannen in haar geïnteresseerd raakten. Om haar bestaan wat op te vrolijken deed ze haar uiterste best hun aandacht uit te lokken. San echter gedroeg zich niet bezitterig en legde haar geen strobreed in de weg. Na verloop van tijd leek hij haar zelfs aan te moedigen om te gaan met andere mannen wat haar boos maakte. Ze beschouwde haar man steeds meer als een stuk huisraad dat zijn beste tijd had gehad en opgeborgen moest worden. Maar omdat hij toch een levend schepsel was en in naam haar echtgenoot moest ze dit leven zonder betekenis verdragen.

De meeste mensen zouden jaloers zijn op haar omdat ze altijd haar zin kreeg. Maar een leven zonder hartstocht of verdriet is altijd onbeduidend. Nadat ze altijd alles had gekregen wilde ze nu het onmogelijke. Ze wilde dat San haar tegenwerkte, haar voor de gek hield en van haar profiteerde zoals ze had gelezen in romans. Maar hij deed het niet. Het zou ingegaan zijn tegen zijn karakter.

Hoe het verder ging

Na drie jaar huwelijk viel Proi ten prooi aan een slechte gezondheid. San en haar familie namen haar mee naar talloze dokters maar haar verschijnselen waren hardnekkig. De naakte waarheid was dat haar bestaan niets meer had om verder te willen leven. Het mengelmoes van geluk en verdriet dat de meeste mensen ervaren was niet voor Thongproi die alles had wat men zich kon wensen, geld, een huis en een gedienstige echtgenoot. Niemand kon zich voorstellen wat ze nog meer wilde. En zij wist ook zelf het antwoord niet. Van dag tot dag verloor ze de wil om te leven. Uiteindelijk besloot San haar mee te nemen naar Bangkok voor een behandeling, want misschien zou een verandering van omgeving en uitgaan haar verschijnselen verlichten.

Thongproi zat stil in de boot samen met San. Toen zij die avond Ban Praen verlieten liet zij haar gedachten dwalen die zich vermengden met het geluid van de regen en de wind. San sprak op zachte toon tegen haar maar zij luisterde niet. Hij vroeg haar waarschijnlijk of ze iets wilde zodat hij iets voor haar kon doen zoals altijd. Maar Proi was overweldigd door een diepe afkeer van alles. Er was niets meer waar ze naar verlangde.

Niemand wist hoe lang Proi haar steriele leven nog had moeten verdragen als de boot niet was omgeslagen. Ze staarde slaperig in de lege ruimte toen de boot plotseling naar één kant overhelde en omsloeg. San werd in een andere richting geworpen. Toen Proi het water raakte liet ze zich zinken zonder een enkele poging te doen zichzelf te redden.

Toen San de volgende ochtend het levenloze lichaam van zijn vrouw zag bemerkte hij een zachte glimlach om haar lippen. Zij glimlachte altijd op dezelfde manier als zij iets kreeg wat zij graag wilde of als iemand iets deed wat zij vroeg.

5 reacties op “‘De rijke vrouw’ Een kort verhaal van Kukrit Pramoj”

  1. Hans Pronk zegt op

    Bedankt Tino, weer een mooi verhaal. Overigens zal het niet meevallen om geen poging te doen om je zelf te redden na miljoenen jaren van evolutie. Maar het past natuurlijk wel mooi in dit verhaal.

  2. Simon zegt op

    Een prachtig verhaal.

  3. Erik Kuijpers zegt op

    Tino, dank hiervoor.

    De Thaise literatuur is rijk aan dit soort verhalen. Ik werk aan vertaling van vergelijkbare juweeltjes; niet uit het Thais, dat is jouw huzarenstukje, maar uit andere talen doch het plezier is er niet minder om.

  4. Cees zegt op

    Dank voor het plaatsen van deze mooie vertaling. Graag zou ik hetzelfde verhaal ook in het Thais willen ontvangen. Waarom?

    Eén van mijn hobbies is om een paar kleinere humanitaire stichtingen te helpen. Belangrijk daarbij is het voor mij om regelmatig in contact te blijven om zo de resultaten van mijn hulp te kunnen controleren. De stichtingen bieden steun aan arme, zieke kinderen.
    Dikwijls wordt me gevraagd waarom en hoe farangs zo rijk en gelukkig zijn. Al probeer ik op alle mogelijke manieren vergeefs uit te leggen dat dat helemaal niet het geval is (hoeft te zijn).
    Uiteraard begrijp ik hun visie van ‘ons farangs’. Waarschijnlijk had ik ook zo gedacht, was ik hun situatie.

    Ik hoop dat het verhaal van Kukrit Pramoj in het Thais het me makkelijker maakt om de betrekkelijkheid van rijkdom en geluk aan de kinderen te illustreren, zodat ze hopelijk iets makkelijker hun eigen positie en doelstellingen kunnen verwerken …

    Cees (‘do good- feel well’)

  5. Tino Kuis zegt op

    Bij de drie verhuizingen de afgelopen paar jaar is het boek verdwenen, sorry. Hieronder staan de naam van de schrijver en daarna de titel van het boek. Het moet ergens te koop zijn.

    ม.ร.ว. คึกฤทธิ์ ปราโมช

    หลายชีวิต


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website