(Editorial credit: SPhotograph / Shutterstock.com)

Interviewer: Goedemiddag Kuhn Srettha. Ik waardeer het dat U bij alle werkdruk even tijd hebt gevonden om vragen van een Nederlandse journalist te beantwoorden.

Srettha: Graag gedaan. En natuurlijk moeten wij de Nederlandse regering te vriend houden nu we in onderhandeling zijn over het afschaffen van het Schengenvisum voor Thais die uw land willen bezoeken. En met de nieuwe conservatieve en wat xenofobe regering wordt dat er niet eenvoudiger op, denk ik zo.

Interviewer: De nieuwe regering heeft nog geen leider, geen premier. Maar het brengt me op een belangrijke vraag. Wie is er in Thailand op dit moment de politieke baas?

Srettha: Nou, dat ben ik natuurlijk. Ik ben de premier, verbonden aan de Pheu Thai, de grootste coalitiepartij. Maar waarom vraagt u dat? Twijfelt u daaraan?

Interviewer: Om eerlijk te zijn: ja, en ik ben niet de enige in dit land. Die twijfel is gestart met dat hele gedoe rondom de terugkeer van oud-premier Thaksin. Het is nogal merkwaardig dat een veroordeelde persoon die maandenlang zo ernstig ziek is dat hij een aparte behandeling krijgt, na zijn vroegtijdige vrijlating, ineens alles kan: reizen naar Chiang Mai met zijn longprobleem, mensen ontvangen, zwemmen met de kleinkinderen, feestjes bijwonen. Vindt u dat met velen ook niet op zijn zachtst gezegd ……………opvallend?

Srettha: Ik ga niet over de verklaringen van de gezondheid van de doktoren. En ik heb ook geen redenen om aan die verklaringen te twijfelen. Mijn collega volgt de adviezen en verklaringen van de doktoren.

Interviewer: Ja, dat bedoel ik nu. Zijn de doktoren nu de baas over de veroordeelden als die wonderbaarlijk genezen zonder ziekenhuiszorg of de regering, u dus?

Srettha: Wij, maar wij volgen de adviezen van deskundigen. Ik ben geen dokter.

Interviewer: Maar u volgt de adviezen alleen op als die u goed uitkomen, of niet?

Srettha: Hoe bedoelt u dat?

Interviewer: Nou. De regering wil de 10 jaar oude opgeslagen rijst verkopen om vervolgens als voedsel te dienen. U noemde de rijst voortreffelijk, maar voedingsexperts melden dat er zoveel gifstoffen in de gekookte rijst zitten dat die kanker kunnen veroorzaken. Lekker is niet een goede maat voor gezond zoals u weet. Maar nu dreigt de regering die experts voor de rechter te dagen als men doorgaat met de waarheid vertellen. U meet met twee maten, vindt u niet?

Srettha: ja en nee. U bent er vast op de hoogte dat ik heb voorgesteld dat die Yingluck rijst eerst grondig in een lab wordt getest op gezondheidsrisico’s. En als die er zijn wordt het niet verkocht als voedsel maar aan bedrijven die er alcohol van willen maken. En mij zult u geen andere Thais horen bedreigen. Dat hoort niet in de politiek. De mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat ambtsdragers de waarheid vertellen. En degenen die dat betwijfelen moeten dan maar naar de rechter stappen als ze willen, niet de regering.

Interviewer: We krijgen dus dit najaar geen oude rijst in nieuwe zakken, of vermengd met nieuwe rijst, Hom Yingluck?

Srettha: Lijkt me niet waarschijnlijk. En de verwijzing naar mijn vriendin Yingluck vind ik ongepast.

Interviewer: Zou het zo kunnen zijn dat de vorige regering nooit begonnen is over en met de verkoop van deze oude rijst omdat dat gunstig zou kunnen uitvallen voor de gevluchte Yingluck? Dat had toch gemakkelijk gekund.

Srettha: Dat moet u niet aan mij, maar aan kuhn Prayut vragen.

Interviewer: U heeft wel wat met Yingluck. Wat eigenlijk?

Srettha: Naast het feit dat zij een zeer aantrekkelijke persoonlijkheid heeft (en ik weet dat van dichtbij), heeft zij veel voor het land betekend, net als haar broer Thaksin. Ik vind het jammer dat zij al haar talenten niet kan inzetten voor het land, en voor mij. Daar zou Thailand zeker beter van worden.

Interviewer: U bent achter de schermen vast bezig om haar terug naar Thailand te halen, of niet?

Srettha: U begrijpt dat ik daar in dit stadium geen mededelingen over kan doen.

Interviewer: U kunt vast ook niet vertellen waarom u zoveel oude vrienden van Thaksin in de herschikking van het kabinet een baan heeft gegeven ten koste van andere politici die hun sporen toch wel verdiend hebben.

Srettha: U doelt hier waarschijnlijk op de benoeming van de voormalige advocaat van Thaksin, kuhn Pichit Chuenban?

Interviewer: Ja, om er maar 1 te noemen. Hij heeft, net als Prompreaw, niet zo’n brandschoon verleden.

Srettha: Dat weet ik. Maar ik vind dat mensen die in het verleden fouten hebben gemaakt een tweede kans verdienen. U toch ook, hoop ik. Hij kon onder het vorige bewind nergens aan de bak komen. En in die regering zaten ook niet alleen maar lieverdjes. Ik zal geen namen noemen.

Interviewer: Het komt toch vooral aan op het verstevigen of veranderen van bestaande netwerken die over de politiek heen gaan en hun tentakels uitstrekken naar de zakenwereld, leger en politie.

Srettha: Zeker, en dat is in ander landen niet veel anders met uitzondering van de positie van leger en politie.

Interviewer: Zou het uit het oogpunt van transparantie van de besluitvorming niet aan te bevelen zijn dat elk lid van het parlement en van de regering naast zijn inkomen, vermogen en bijbaantjes ook een lijst opstelt van de meer duurzame veroveringen in zijn/haar liefdesleven?  Er gaan nogal wat geruchten rond die dan onmiddellijk ontzenuwd kunnen worden en het geeft een beeld van een netwerk dat zich aan het blote oog onttrekt, maar emotioneel van groot belang is. En alle gigs kunnen worden gelegaliseerd tot mia-noi. Thailand een mia-noi hub.

Srettha: hahahahaha. Dat kan nog leuk worden. Laat de MFP maar met een wetsvoorstel komen of met een wetswijziging van de Kieswet. Ik denk dat het absoluut onhaalbaar is.

Interviewer: Waarom? Omdat in Thailand het persoonlijke niet politiek is? Of omdat er – naast de wandelgangen – teveel gebeurt in de buiten-echtelijke slaapkamers?

Srettha: Misschien wel beide.

Interviewer: U heeft in de afgelopen maanden als premier en minister van Financiën veel buitenlandse reizen gemaakt. Dat heeft u fikse kritiek opgeleverd van de oppositiepartijen die vinden dat u te veel een verkoopmanager bent zonder zichtbare resultaten. U laat overal proefballonnetjes op en als iets riekt naar geld en inkomen, maakt u er met alle liefde en plezier een hub van. Wordt Thailand, het land van de glimlach vervangen door Thailand, het land van de hubs?

Srettha: hahahahah. Niet zo’n slecht idee. Thailand heeft een hoop problemen die we op korte termijn moeten oplossen. Buitenlandse investeringen zijn hard nodig en meer toeristen. En daarnaast hebben we nog een groot aantal binnenlandse problemen.

Interviewer: Ja. Inderdaad. Ik heb u de laatste weken gevolgd en u hebt het gehad over: buitenlandse investeringen, drugs, schuldenlast, droogte, afschaffen Schengen visum voor Thaise burgers, infrastructuur Phuket, luchtverontreiniging in het noorden, elektrische bussen in Bangkok, de oorlog in Myanmar en vluchtelingen, verhoging minimum-loon, 10.000 Baht digitaal geld, rentevoet bepaald door de Bank van Thailand, onenigheid en corruptie in de top van de politie. Dat is nogal wat.

Srettha: Een hele lijst, ja. En gelet op de incompetentie van een aantal ministers moet ik overal het voortouw in nemen.

Interviewer: Incompetentie? Maar dan laat u zo iemand toch niet minister worden, of heb ik dat verkeerd?

Srettha: Ik zie dat u nog niet veel begrepen hebt van de Thaise politiek. En de redenen waarom de premier zo’n belangrijke positie is. Je kunt je toch niet voorstellen dat een persoon als Anutin premier wordt….

Interviewer: Dat niet, maar dan wordt het marihuana-beleid toch beter en sneller geregeld dan nu. Wie is er nu zo tegen dat Thailand een marihuana hub wordt?

Srettha: De vraag stellen is hem beantwoorden of niet. Een oud-premier van dit land is bekend om zijn strijd tegen drugs. En ik volg die mening.

Interviewer: Maar waarom luistert u eigenlijk naar Thaksin?

Srettha: Wel, Thaksin heeft een heleboel geld betaald om naar Thailand terug te keren op de manier waarop dat nu gegaan is. Maar hij is ook nog steeds een zakenman, ziek weliswaar maar niet gek. Een deel van dat geld dat hij heeft geïnvesteerd in zijn terugkeer wil hij terugverdienen. En als zakenman en vriend van zijn zus begrijp ik dat. Ik ben ook maar premier voor 1 termijn en dan kan dochter Pui de premiershamer overnemen. Ik heb dan mijn deel hopelijk terugverdiend  (met de 10,000 Baht digitaal geld), Thaksin heeft meer jaren nodig voor een goed rendement. Vandaar zijn vurige wens om zijn dochter premier te laten worden. Dan is er continuïteit in de terugverdien-strategie.

Interviewer: Is het Thaise volk en de toekomst van het land gediend met zulke clan arrogantie?

Srettha: Ik denk het wel. Kijk wat er de afgelopen jaren allemaal bereikt is. En dat komt niet door de regeringen die door de militairen werden gesteund. Al die hubs dienen uiteindelijk twee doelen: het volk en de elite. Win-win.

Interviewer: Zou U niet een voorbeeld moeten nemen aan het welvarende Singapore? Daar hanteert men drie uitgangspunten bij het beleid: 1. We plaatsen de juiste persoon op de juiste stoel (geen cronyisme, ook niet voor de nicht van de gig van de premier of de oud-advocaat van de oud-premier); 2. Bij besluiten is alleen van belang of het werkt, niet uit welke politieke hoek of ideologie het komt. Is het effectief dan doen we het. 3. 0-tolerantie voor corruptie. Waarom leert Thailand daar niet van? Zou een systematische aanpak van cronyisme en corruptie niet veel meer opleveren dan al die hubs en die 10.000 Baht digitaal geld?

Srettha: Ik ben nog niet naar Singapore geweest, maar het klinkt interessant maar voor Thailand voorlopig toekomstmuziek.

Interviewer: Dat vrees ik ook. Het betekent tegelijkertijd dat het imago van Thailand op het gebied van mensenrechten, vrijheid van meningsuiting, en vluchtelingenhulp niet snel zal verbeteren.

Srettha: Ik ga daar de komende tijd meer aandacht aan besteden, want wij willen natuurlijk wel graag het voorzitterschap van de Mensenrechtencommissie van de VN gaan bekleden. Ik heb al gevraagd naar een gedegen onderzoek naar de dood van Bung Thaluwang, de vluchtelingen vanuit Myanmar gaan we bespreken met de junta daar en ik probeer het probleem van de Ughurs die nu al bijna 10 jaar in detentie leven in Thailand omdat zij tussen wal en schip zijn geraakt op te lossen. En als we daarvoor het VN-vluchtelingenverdrag moeten ondertekenen kunt u een voorstel van de regering op korte termijn tegemoet zien. En dat doen we niet voor de bühne.

Interviewer: U hebt het er maar druk mee. Ik denk dat u weinig thuis slaapt. En dat uw vrouw u niet checkt als u de deur uit gaat naar kantoor. Klopt dat?

Srettha: Ja, hoe weet u dat?

Interviewer: Dat zie ik aan uw kleding dagelijks. Van de meeste jasjes die u draagt zijn de mouwen veel te kort, de pasvorm is gewoon slecht, u hebt nog nooit van de Windsor strop gehoord in uw stropdas en u bent waarschijnlijk kleurenblind want de kleurencombinaties zijn vaak een aanslag op mijn irissen.

Srettha: Ik zal iemand inhuren die daar op let. Dank voor uw opmerkingen.

4 reacties op “Column: Interview met de Thaise premier Srettha”

  1. GeertP zegt op

    Geweldig Chris,een echte doorbraak in de Thaise journalistiek, laten we hopen dat jouw stijl van interviewen navolging krijgt 555.

  2. Johnny BG zegt op

    De interviewer is niet eens erg kritisch geweest en daarom zie graag een wekelijks vervolg om alle zaken te bespreken waarvan de residenten weten dat ze er zijn, maar het buitenland niet bereiken.

  3. Tino Kuis zegt op

    De vragen van de Interviewer zijn bijna één derde langer dan de antwoorden van de heer Srettha. Ik ken nu de standpunten van de Interwiewer maar die van de heer Srettha blijven wat vaag.

    • Chris zegt op

      Tja, zo gaat dat vaak met politici: korte en nietszeggende antwoorden. Maar je moet tussen de regels door kunnen lezen.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website