De totstandkoming van de Thaise natie wordt meestal bekeken vanuit een westers perspectief. Het Westen heeft het land immers mede gemaakt tot wat het nu is. De invloed van de Chinese gemeenschap wordt daarbij nogal eens uit het oog verloren. Met de publicatie van ‘The Crown & the Capitalists, the etnic Chinese and the founding of the Thai nation’ laat schrijver Wasana Wongsurawat hier een nieuw licht op schijnen.

Leidende vraag hierbij is hoe de elite in Siam/Thailand er de afgelopen 150 jaar in geslaagd is zijn leidende positie te handhaven, ondanks opstanden, staatsgrepen en oorlogen.

‘De kroon’ in de titel verwijst naar die rechts-conservatieve royalistische groepen en de ‘kapitalisten’ naar de rijke ondernemers met veelal een Chinese achtergrond (de Sino-Thai). Volgens Wasana heeft de Thaise elite haar positie kunnen behouden door twee succesvolle speerpunten van beleid succesvol uit te voeren. In de eerste plaats sloot de elite een krachtig verbond met de rijke Sino-Thaise ondernemers en ten tweede sloot zij zich aan bij de de heersende wereldmacht van dat moment. Dat was eerst China, toen Engeland en daarna de Verenigde Staten. Deze flexibiliteit verklaart de blijvende invloed van de monarchie in Siam/Thailand en tevens de voor Zuidoost Aziatische begrippen zeer succesvolle integratie en assimilatie van de Chinese gemeenschap.

Wasana verwerpt dan ook de mening dat de Thaise natiestaat vooral is gevormd door Europese invloeden. In haar ogen ligt de ‘modernisering’ van Siam/Thailand vooral op technisch-economisch gebied: zaken zoals spoorwegen, telegraaflijnen en grenzen. En dus niet zozeer op de kern van de maatschappelijke ontwikkeling: de maatschappelijke verhoudingen binnen het land en de hiërarchische opbouw. Deze bleven namelijk vrijwel onaangetast sinds het midden van de 19e eeuw tot op heden, afgezien van een kortstondige periode in 1932-1945 (en misschien 1973-1976).

De 19e en begin 20e eeuw: de invloed van de koloniale macht Engeland

In de eerste helft van de 19e eeuw was de blik van Bangkok nog sterk gericht op China, zowel wat handel als politiek betreft (het Siamese koningshuis was schatplichtig aan de keizer van China). Maar daar kwam verandering in toen vanaf het midden van de 19e eeuw Engeland haar macht liet gelden. Om te beginnen in China met de Eerste Opium oorlog (1839-42) en vervolgens ook in Siam. In 1855 werd onder koning Mongkut (r. 1851-68) het Bowring verdrag gesloten met Engeland. Hiermee kwam een einde aan de monopolie posities die de Chinese en Siamese kroon hadden over de internationale handel. Met het opbreken van de monopolies was er een geheel vrije handel mogelijk tegen een zeer laag tarief. Verder werd extraterritorialiteit ingevoerd die er voor zorgde dat vooral Engelse en Franse buitenlanders niet onder het Siamese recht vielen maar onder het recht van hun eigen land uitgeoefend door hun consulaten. Veel Chinese ondernemers registreerden zich als Engels en Franse koloniale onderdanen om zo de Siamese wetgeving te omzeilen.

Het handelskapitalisme of vroegkapitalisme gedijt bij een zekere mate van chaos. De bijna uitsluitend Chinese ondernemers en handelaren voeren er zeer wel bij. Om hun positie te verstevigen sloten zij een hecht verbond met de monarchie. Beide groeperingen profiteerden hiervan. De economische opleving die volgde maakte het ook mogelijk voor koning Chulalongkorn (r. 1868-1910) Siam te hervormen naar Europees model. Deze koning wordt nog steeds geëerd als de ‘Grote Moderniseerder’, in zijn regeerperiode werden spoorwegen en telegraaflijnen aangelegd, irrigatiewerken kwamen tot stand en de grenzen van Siam werden officieel op kaarten vastgelegd. Het staatsbestel bleef echter onveranderd: een absolute monarch die de vanuit Bangkok het hele land koloniseerde en bestuurde. Voorheen (semi-)zelfstandige regio’s die schatplichtig waren aan Bangkok werden officieel ingeleefd bij het Siamese rijk.

Het ‘Chinese vraagstuk’

De Chinese gemeenschap nam in de loop van de 20e eeuw sterk toe. Een goede schatting zegt dat 40-50% van de bevolking van Bangkok aan het begin van die eeuw bestond uit de etnisch Chinese gemeenschap. Ook in de rest van het land hadden de Chinezen een grote economische invloed als belastinginners, handelaren, rijstmolen bezitters en geldverstrekkers. Daarnaast was er ook een grote groep arme werkmigranten die gevoelig waren voor meer revolutionaire ideeën die toen de ronde deden: in het bijzonder Socialisme en Republicanisme. Zo vond in 1911 de Chinese revolutie plaats en kwam er een einde aan het keizerrijk. Heel veel Chinezen stuurden een deel van hun verdiensten naar hun Chinese vaderland, niet alleen naar familie maar ook om de nationalistische regering van Sun Yatsen te ondersteunen. Dat wekte de ergernis van de Siamese vorsten. Echt verbonden met hun nieuwe Siamese vaderland voelden de meeste Chinezen zich nog niet.

Koning Vajiravuth (r. 1910-25) kwam aan het bewind in een jaar dat een staking van Chinese arbeiders Bangkok voor een paar weken geheel plat legde. Vajiravuth heeft zich in zijn regeerperiode in een aantal geschriften beziggehouden met het ‘Chinese vraagstuk’. Zo schreef hij een pamflet ‘The Jews of the East’ (De Joden van het Oosten), waarmee hij de Chinezen bedoelde. Wasana betoogt in haar boek dat Vajiravuth een onderscheidt maakte tussen de ‘goede Chinezen’ en de ‘slechte Chinezen’. De ‘goede Chinezen’ waren trouw aan de koning die het land vertegenwoordigde en steunden de Siamese kroon financieel. Zo zamelden ze geld in waarmee een oorlogsschip kon worden gekocht. In ruil daarvoor kregen de ‘goede Chinezen’ eerbewijzen, koninklijke namen en handelsprivileges. De ‘slechte Chinezen’ daarentegen waren de revolutionaire arbeiders die hun Chinese vaderland trouw bleven en financieel steunden. De ‘slechte Chinezen’ waren een bedreiging en werden daarom onderdrukt.

De revolutie van 1932, de opkomst van het Japanse Rijk en de Grote Oost Aziatische oorlog

In juni 1932 beëindigde een samenwerking van burgers en militairen de absolute monarchie van Siam. Een korte opstand van royalisten, de Borowadet Rebellie vaan 1933, werd neergeslagen.

Het was in deze periode dat de oude bondgenootschappen tussen monarchie en kapitalisme tijdelijk werden verbroken.  De revolutionaire regering probeerden de invloed van de Chinezen te beperken in de hoop zo ook de monarchie te verzwakken en op een afstand te houden. Chinese scholen en kranten werden gesloten, ondernemingen genationaliseerd en bepaalde beroepen werden exclusief voorbehouden aan mensen met de Thaise nationaliteit. In 1938 onderhandelde minister Pridi Phanomyong met diverse westerse landen over het beëindigen van de extraterritorialiteit en andere oneerlijke verdragen. De regering versterkte ook de samenwerking met Japan, dat al jaren in oorlog was met China. Hier kwam een einde aan toen Japan in 1944 de oorlog leek te gaan verliezen. Premier Plaek Phibunsongkhraam trad af en Thailand ging zich voorzichtig aan richten op de winnende partijen van de Tweede Wereldoorlog.

De Amerikaanse hegemonie

In 1946 was het duidelijk dat de Verenigde Staten de nieuwe wereldmacht was. De Koude Oorlog brak aan en de royalisten sloten zich snel daarbij aan door pro-kapitalistisch en anticommunistisch beleid te ondersteunen. Chinese kapitalisten profiteerden van de verschillende, met Amerikaans geld, gesteunde propaganda en ontwikkelingsprojecten. Ook de militairen traden toe tot dit verbond. Het was onder premier generaal Sarit Thanarat dat de monarchie zijn vroegere glorie terugkreeg. Zij die de revolutie van 1932 hadden gesteund moesten verdwijnen: deze mensen werden vermoord, gevangengezet of uit Thailand verbannen. Dat laatste lot trof Pridi Phanomyong in 1947 en Plaek Phibunsongkhraam in 1957. Veel ‘slechte Chinezen’ werden weggezet als ‘communisten’, een term die eigenlijk alle dwarsdenkers omvatte. Helemaal zonder slag of stoot ging dat niet. In september 1945 kwam het tot rellen onder Chinese gemeenschap in Yaowarat (Chinatown). Ook in 1974 waren er ongeregeldheden met doden in Chinatown: de Phlapphalachai Rellen. Deze beide oproeren zijn echter zo goed als verdwenen uit de Thaise geschiedenisboekjes.

Meer Chinese invloed

Een nieuwe periode brak aan met de nederlaag van de Verenigde Staten in Indochina (Vietnam). Chinese kapitalisten trokken opnieuw naar China. Met name met de opkomst van de Chinees vicepremier Deng Xiaoping in 1977, die het verwerven van rijkdom als iets heel goeds noemde. De eerste buitenlandse reis van Deng Xiaoping was in 1978 naar Thailand. Hij bezocht toen koning Bhumibol en werd uitgenodigd tot het bijwonen van de inwijding tot monnik van de toenmalige kroonprins Vajiralongkorn. De warme band tussen de kroon en China bleek ook wel toen in 1980 Princes Maha Chakri Sirindhorn haar eerste reis naar China maakte, gevolgd door nog 29 andere reizen. In 2009 werd de prinses door China genoemd als ‘Beste Vriend van het Chinese Volk’.

Conclusie

Wasana wijst er in haar boek op dat de geschiedschrijving over Siam/Thailand te veel stil staan bij zaken als democratie, grondwetten en liberaal westerse ideeën. Zij meent dat voor de ontwikkeling van de Thaise natiestaat de hechte band tussen de Thaise kroon, de Sino-Thaise kapitalisten, de heersende wereldmachten en later ook de militairen, veel belangrijker zijn. Deze innige banden gaan al lang terug en duren tot op de dag van vandaag voort.

Bron

Wasana Wongsurawat, ‘The Crown and the Capitalists, the etnic Chinese and the founding of the Thai nation’, Silkworm Books, 2019, ISBN 976-616-215-159-0 

Je kunt haar verhaal ook beluisteren in deze videopresentatie van haar boek:

6 reacties op “De kroon en de kapitalisten, hoe de Thaise natie tot stand kwam”

  1. Hammus zegt op

    Thailand zal nooit volledige democratische principes omarmen. Het huidige regime, militaristisch van aard en origine, gebruikt democratie om zich daarmee met een zweem van rechtvaardigheid te omhullen. Maar in feite richt zij zich op wat de bovenklasse aan belangen behoeft: continuiteit, macht, controle. Toevalligerwijs politieke principes die ook in China prevaleren.

    • chris zegt op

      Wat is volledige democratie? Die bestaat niet, nergens. Niet in Nederland, niet in de USA, niet in Frankrijk, niet in Thailand.
      Je kunt spreken over een aantal democratische principes, maar die kunnen vorm krijgen in hele verschillende organisaties en vertegenwoordigingen van het volk. Een volkscongres of een twee-partijen systeem is niet per definitie beter of slechter dan een volksvertegenworridging van 15 of 25 partijen.

  2. Rob V. zegt op

    Deze professor heeft na 10 jaar werken een zeer mooi boekwerk geschreven. Ik heb hem in mijn kast staan. Dat de invloed van de Chinezen er altijd is geweest is niets nieuws maar ze legt goed uit hoe die verdeling ging zo vanaf de tijd rond Bowring tot vandaag de dag. Ook weer wijzer geworden dat Koning Vajiravuth niet de Chinezen als joden zag maar de ‘goede’ prees met een brief aan ‘mijn Chinese vrienden’. Niet iedereen krijgt spaart zo goed voor een mooi oorlogsbootje bij elkaar. 🙂

    • Rob V. zegt op

      Niet iedereen spaart zo geld bij elkaar voor een leuk oorlogsbootje*

  3. Alex Ouddiep zegt op

    Deze samenvatting is buitengewoon helder.
    Vooral de link met de monarchie is veelzeggend.

  4. Lung Jan zegt op

    Een mooie samenvatting Tino ! Toch even een kleine aanvulling: de auteur heeft terecht gewezen op het achterpoortje dat ontstond toen Mongkut, na het afsluiten van het Bowring-Verdrag, en onder druk van Fransen en Britten het extraterritorialiteitsprincipe toestond. Wat niet in het boek staat is dat veel van deze etnische Chinezen zich ook lieten ‘naturaliseren’ tot Nederlandse koloniale onderdanen. Zowel in de nationale archieven in Bangkok als in Den Haag is er heel wat briefwisseling terug te vinden met betrekking tot het verlenen van twijfelachtige paspoorten aan Chinezen die zogezegd vanuit Nederlands-Indië naar Siam waren geëmigreerd als over al dan niet vermeende corruptie door het Nederlandse consulaat-generaal bij het verlenen van dergelijke paspoorten. Minstens twee consuls kwamen door deze praktijken in opspraak of moesten zich hiervoor verantwoorden….
    Ik wil er overgens ook nog op wijzen dat het extraterritorialiteitsprincipe in feite al veel eerder werd toegepast toen in het begin van de 17e eeuw de vorsten van Ayutthaya – gedreven door economische overwegingen – exclusief aan de VOC toelieten haar eigen jurisdictie uit te oefenen over het VOC-personeel… Een diplomatiek voorrecht dat geregeld voor wrevel en spanningen zorgde…


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website