De Metteyya, de toekomstige Boeddha

Door Tino Kuis
Geplaatst in Achtergrond, Boeddhisme
Tags: ,
18 april 2017

In november 1883 reisde koning Chulalongkorn, Rama V, in zijn koninklijke boot naar Lopburi. In Wat Mani Cholakhan deelde hij monnikspijen uit, de jaarlijkse kathin ceremonie. Toen hij eer wilde bewijzen aan de Boeddha door kaarsen aan ter steken zag hij tot zijn verbazing en ergernis dat het enige beeld aldaar de Metteyya voorstelde. Hij vroeg om dat beeld te verwijderen en er een beeld van de Boeddha voor in de plaats te zetten zodat hij zich voor de Boeddha ter aarde kon werpen.

De koning berispte de monniken: ‘Zoek geen toevlucht tot de Metteyya maar alleen tot de Drie Juwelen: de Boeddha, de Sangha en de Dharma’. Hij vroeg een vooraanstaande monnik, Phra Yangrakkhit, of hij boog voor de Metteyya. ‘Nee, dat doe ik niet’, zei de monnik. De verering van de Metteyya wordt al beschreven in het Sukhotai-tijdperk, eind dertiende eeuw.

Het is altijd goed om een gewenst antwoord te geven als de koning je iets vraagt.

Wie is de Metteyya?

De Metteyya werd en wordt alom vereerd in alle boeddhistische landen, van Afghanistan tot Japan en van China tot Indonesië, zeer waarschijnlijk al vanaf de Verlichting van dé Boeddha. Hij is een toekomstige Boeddha die na een periode van wanorde en ellende, wanneer de Dharma, de Leer, geheel vergeten is, orde op zaken zal stellen en rechtvaardigheid, tolerantie en liefde zal brengen.

‘De Boeddha’ is slechts een titel (de ‘Verlichte’) waarmee we op dit moment de verlichte Gautama Siddhartha aanduiden. Er zijn in de oneindig lange geschiedenis vele Boeddha’s opgestaan er zullen nog veel volgen. Veel voorspellingen gaan er van uit dat de Metteyya vijfduizend jaar na Gautama Siddhartha zal verschijnen.

De Witte Lotus

China is het land van vele opstanden, vooral boerenopstanden. Velen daarvan werden geïnspireerd door de Metteyya, de boeddhistische Messias. Tussen het jaar 300 en 1900 zeker een tiental .

De ‘Witte Lotus’ was een geheime sekte, een religieuze en politieke beweging, ontstaan laat in de dertiende eeuw toen de Mongoolse Yuan dynastie de Han Chinezen overheerste. Ze had de Metteyya als voorbeeld. Het was een sekte die de autoriteiten angst aanjoeg zoals zelfs nog blijkt uit een wet in 1912:

‘alle gemeenschappen die zichzelf ‘de Witte Lotus’ noemen, de Metteyya sekten en de Ming ts’un religie (Manicheeërs) of de school van de ‘Witte Wolk’ samen met iedereen die er afwijkende en ketterse praktijken op nahouden, die op geheime plaatsen woorden en beelden aanbidden, wierookstokjes aansteken, ’s nachts vergaderen en zich overdag verspreiden om zo het volk op te ruien en te misleiden onder het voorwendsel van het ontwikkelen van deugden, zullen strafbaar zijn..’

Chinezen aanbidden autoriteit maar alleen als die rechtvaardig is.

Jezus en de Metteyya

Boeddhabeeld uit Gandhara, 2e eeuw

In het Jaar des Heren 1910 ondernam de dominee van de Amerikaanse Presbyteriaanse Missie in Noord-Siam, de heer William Clifton Dodd, een zoektocht vanuit Chiang Mai naar Sipsong Panna in Yunnan, Zuid-China. In Sipsong Panna woont het Thai Lue volk, daar ‘Dai’ genaamd. Hij kwam terecht in een stadje, Meuang La, een paar dagmarsen ten noorden van Chiang Rung (Jinghong in het Chinees) gelegen. Bij de plaatselijke tempel hing hij afbeeldingen op met Christelijke thema’s. William Dodd vertelt dan:

‘…Toen ik terug kwam van het nemen van een bad zag ik dat de Lue zich stonden te vergapen aan die schitterende afbeeldingen. Het was duidelijk dat ze er weinig respect voor konden opbrengen en het meer beschouwden als vermaak. Nadat hun nieuwsgierigheid wat bevredigd was legde ik de afbeeldingen nog eens uit. Het was mooi te zien hoe hun pret veranderde in aanbidding. De boodschap was nieuw voor hen en velen hieven hun handen in verering. Een Lue man vroeg: ‘Is dit Yesu die wij Ariya Metteyya noemen?’ Ik antwoordde: ‘Ja, want Ariya betekend ‘Hooggeboren’ en Metteyya ‘Albarmhartig’. Ik legde vervolgens uit dat Jezus hooggeboren en albarmhartig was. De Lue’s reageerden bedroefd: ‘De Komende’, de Messias, is al gekomen en wij hebben hem niet gezien’. Ik was blij dat zij het verband zagen tussen Jezus en de Metteyya. De bezorgde Lue man zei: ‘Wij hebben Hem niet gezien met onze eigen ogen maar we zien afbeeldingen van Hem. We zien Zijn Boek en horen Zijn Boodschap’. Ik denk dat hij de boodschap aanvaardde.’

Tot zover William Dodd.

Een andere zendeling, Daniel McGilvary, probeerde in 1876 mensen te bekeren tot het christendom in een aantal stadjes rond Chiang Mai. Hij schreef: ‘Als ik vroeg of ze Jezus wilden vereren dan zeiden ze dat ze er over na zouden denken. Sommigen gingen een stapje verder en zeiden dat ze Jezus vereerden onder de naam van de ‘Buddha Metteyya, Hij die nog moet komen’.

Het is niet zo verbazingwekkend dat boeddhisten Jezus met de Metteyya verwarden. De boodschap dat op een dag de Metteyya zou komen om een rechtvaardige gemeenschap te stichten werd in de vele plaatselijke palmblad manuscripten in vele tempels al voorspeld en door monniken en plaatselijke geleerden verkondigd. Mijn leraar Thais is een christen en hij zei dat de Metteyya Phra Yesu (Jezus, spreek uit ‘jeesoe’) is.

Noten

1 Het is ‘Metteyya’ in het Pali, ‘Maitreya’ in het Sanskriet en ‘Phra Sri Ariya Mettrai’ in het Thais. Al deze woorden zijn afgeleid van het Sanskriet woord ‘maitri’ wat loving-kindness betekent. In het Thais is dat het bekende ‘mêettaa kàróenaa’. Een verwant woord in het Thais is verder nog ‘mit(r)’ wat ‘vriend’ betekent. ‘Ariya’ betekent ‘Edel’. Wij zijn ‘Ariërs’, ‘Edelen’, nietwaar? ‘Sri’ is een voorvoegsel wat ook weer ‘Groot, Geweldig, Geëerd’ betekent.

2 Het Thai Lue volk is oorspronkelijk afkomstig uit Sipsong Panna (de ‘Twaalf Duizend Rijstvelden’, doelend op 12 stadjes te midden van rijstvelden in valleien) waar ze ‘Dai’ worden genoemd en zij vestigden zich in de afgelopen tweehonderd jaar ook in Noord-Laos, Noord-Thailand en Birma. In dat laatste land vooral in de stad Yong, vandaar dat zij daar ‘Yong’ heten. Sommigen kwamen vrijwillig, anderen waren vluchtelingen in die roerige negentiende eeuw met zijn vele veldslagen, velen waren oorlogsslaven. Op muurschilderingen in een tempel in Chiang Kham, Phayao, staan die trektochten afgebeeld met humoristische en erotische scenes. Een aantal dorpen rond Chiang Kham dragen nog namen afkomstig uit Sipsong Panna.

Mijn bloedeigen zoon is een trotse Thai Lue/westerling.

3 De afbeelding van de Metteyya uit de tweede eeuw na Chr. afkomstig uit Gandhara is interessant. Gandhara is een beroemd rijk dat zich uitstrekte van Oost-Afghanistan tot Noordwest-Pakistan ongeveer van de 6e eeuw vóór tot de 11e eeuw ná Chr. Een groot deel van die tijd was het geheel boeddhistisch, later meer hindoeïstisch en tenslotte islamitisch. Rond de eerste eeuw na Chr. ontstonden daar de eerste beelden van de Boeddha. Gandhara werd ook sterk beïnvloed door de ten westen gelegen Griekse koninkrijkjes, en men noemt de cultuur dan ook wel Greco-Boeddhistisch. Het beeld van Metteyya wat we hier zien heeft Griekse gelaatstrekken en draagt Griekse gewaden.

Het is dan ook heel waarschijnlijk dat boeddhistische invloeden al vóór onze jaartelling het Midden-Oosten bereikte.

Bronnen

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website