In Bangkok staat een uniek museum dat zeker de moeite waard is om te bezoeken: het Thaise arbeidsmuseum. In tegenstelling tot menig ander museum gaat dit museum over het leven van de gewone Thai, men toont de strijd voor een rechtvaardig bestaan vanaf het slavernij tijdperk t/m het heden.

Aanbod komt onder meer het feodale systeem dat Thailand kende in vroegere eeuwen, de positie van de Chinezen in de Thaise maatschappij, de grote veranderingen in de tweede helft van de 19de eeuw en begin 20ste eeuw, vrouwen en kinderen als arbeider, de onderdrukking van vakbonden, de constante strijd van arbeiders en hun verzet tegen uitbuiting door de kapitalistische werkgevers en dictatoriale regimes.

Herendienst in feodaal Thailand: de Phrai en Naai

In de traditionele Thaise maatschappij was mankracht de belangrijkste economische, politieke en sociale bron. Vanaf de Sukhothai periode (circa 1257) bestond de maatschappij uit een heersende klasse en geheersten klassen. De eerste groep was de Naai (นาย): de koning en notabelen. De tweede groep de Phrai (ไพร่) en de Thaat (ทาส). Phrai waren de gewone burger en boeren, zij vormde zo’n 80 tot 90 procent van de bevolking. De Thaat waren horige slaven. In dit feodale systeem moesten mannelijke Phrai periodiek voor enige tijd (een groot aantal maanden per jaar) gedwongen gratis arbeid leveren: corvee ofwel herendienst. Vrouwen waren bij uitzondering tot herendienst verplicht.

Modernisering vanaf de 19de eeuw

Door contact met de westerse wereld realiseerde koning Mongkut (1851-1868) zich dat Thailand zich moest open stellen voor de buitenwereld. De toename van de handel met het westen bracht enorme veranderingen met zich mee voor de Siamese maatschappij, met name op economisch gebied. Moderne machines werden geïntroduceerd en er was een grote toenamen in betaalde arbeid op een schaal die nog niet eerder was vertoond. Uiteindelijk leidde dit tot onder koning Chulalongkorn (1868-1910)tot het ontmantelen van het Phrai-Thaat systeem. De Thai konden hun naam nu eer aan doen en werkelijk vrij (thai) zijn. Het systeem van onbetaalde arbeid kwam ten einde.

De arbeiders stonden er gelukkig iet alleen voor, diverse intellectuelen hadden aandacht voor de problemen van arbeiders. Thianwan (1842-1915) wordt beschouwd als de eerste persoon die een interesse nam in arbeids-problemen. Hij beargumenteerde dat Phrai en Thaat dezelfde rechten als ieder ander in de maatschappij moesten krijgen.

De industrialisatie was een nieuw fenomeen en het ontbrak Thailand aan een systeem om de arbeidsverhoudingen te reguleren of om de arbeiders te beschermen. De arbeiders waren niet georganiseerd en konden makkelijk uitgebuit worden door hun werkgevers. Als stakingen zich voordeden dan waren deze veelal relatief ongecoördineerd.

De revolutie: eerste stapjes naar betere arbeidsvoorwaarden

Het was pas na de revolutie van 1932 dat de nieuwe regering de eerste legale arbeidersorganisatie tot stand kwam. de regering twee nieuwe wetten aan: De Employment Office Act en de Provincial Employment Office Act. Dit stond voor de eerste stapjes van de constitutionele regering om arbeidsgerelateerde problemen aan te pakken. Deze wetten maakte het mogelijk voor werklozen om zich aan te melden bij een werklozen kantoor. Tegelijkertijd richtte de regering ook een department voor arbeid op binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het was het eerste bureaucratische dienst die specifiek verantwoordelijk was voor arbeidszaken. De regering joeg een nationalistisch economisch beleid na dat als doel had om de Thaise industrie te ontwikkelen als vervanging van de buitenlandse bedrijven. Dit gebeurde in het bijzonder na de Tweede Wereldoorlog toen westers kapitaal zeer verzwakt was geworden.

Vrij spel voor het kapitalisme

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog begon de Koude Oorlog tussen liberaal kapitalisme en communisme. Bang voor de verspreiding van het communisme steunden de Amerikanen militaire dictaturen in Azië in de hoop dat zij een bolwerk zouden vormen tegen het communisme. De –veelal dictatoriale- regeringen stonden vijandig tegenover iedereen die anders dacht. Kritische politici, journalisten en vakbondsleiders werden gevangen gezet. De overheid gaf haar volledige steun aan privaat kapitaal en kapitaal investeringen. Weinig aandacht of interesse werd er gegeven oor de leefomstandigheden van arbeiders. De regering wilde dat het land een hemel zou worden voor kapitalisten. Arbeiders ondervonden extreem slechte omstandigheden en uitbuiting. De nadruk werd gelegd op het ontwikkelen van de stedelijke industrie. Er ontstonden grote gaten tussen platteland en stad, en tussen arm en rijk.

De regering gebruikte de slogan ‘arbeid is geld, geld is arbeid, blijdschap wordt gemaakt’ . Maar de arbeiders werden opnieuw onderdrukt. Hun rechten en vrijheden gedoofd. Dictatorschap betekende het paradijs voor kapitalisten. Voor arbeiders was het de hel!

Wat in 1973 begon als studentenprotesten liep uit op de grootste demonstratie ooit, deze werden bloederig neergeslagen op de 14de oktober, ‘de dag van groot verdriet’. Deze gebeurtenissen brachten de dictoriale leiders ten val en de democratie keerde terug in Thailand. De arbeidersbeweging kwam opnieuw tot bloei. Er waren veel stakingen voor betere arbeidsvoorwaarden. Voor enkele jaren kende het land weer een periode van vrijheid, hoop en verbeteringen voor arbeiders. Maar na de massaslachting op 6 oktober 1976 op de Thammasat universiteit keerde de duisternis terug over het land.

Oppositie tegen dictatorschap

In 1991 greep een militaire fractie, die zichzelf de ‘National Peace Keeping Council’ (NPKC), noemde de macht. De grondwet werd geschrapt en de mensen hun rechten ontzegt. De NPKC probeerde de arbeidsbewegingen te misleiden door te stellen dat ‘de problemen van de arbeiders de problemen van het leger zijn’. Maar in werkelijkheid wat de NPKC uit op de ondermijning en vernietiging van georganiseerde arbeidersverenigingen. Rechten zoals het recht op staking of het opzetten van een vakbond werden verboden. Hoewel sommige arbeiders bereid waren de dictatuur te accepteren liet de meerderheid zich niet voor de gek houden, zij mobiliseerde zich om zich tegen de dictatuur te verzetten. Een van hen Thanong Phoan, de voorzitter van de Thaise Arbeiders Raad. Hij was dapper en uitgesproken in zijn veroordeling van de regering. Hij verdween plots op 19 juni 1991 en tot op de dag van vandaag is er geen definitief uitsluitsel over zijn lot. Maar de arbeiders lieten zich niet onderdrukken: arbeidersbewegingen en andere democratische bewegingen kwamen in opstand. De Bloederige Mei dagen in 1992 leidde uiteindelijk tot het omverwerpen van de dictatuur.

Vakbonden voor democratie

Elke keer als de dictatuur op komt worden de arbeidsorganisaties in de verdrukking gebracht. De militaire junta’s vertellen de arbeiders dat men naar hun problemen luistert, ze begrijpt, ze deelt maar in werkelijkheid zijn deze regeringen uit op de vernietiging van de arbeidsverenigingen.
Keer op keer zijn de Thaise arbeiders onderdrukt, uitgebuit, het recht op vereniging ontzegt, maar de arbeiders bleven zich verenigen. Vakbonden en democratische organisaties zij aan zij in hun gevecht om een menselijk en vrij bestaan voor de Thai. Het museum brengt deze lange strijd uitstekend in beeld, wil je de Thaise arbeider begrijpen dan moet je dit museum eens bezocht hebben!

Bezoekinformatie:

  • Naam: พิพิธภัณฑ์แรงงานไทย Thai Labour Museum
  • Adres: 726/9 Thanon Nikhom Makkasan Road (vlakbij het Makkasan treinstation), Rachathewi, Bangkok.
  • Toegang: gratis! Donaties zijn welkom.
  • Open: Woensdag t/m Zondag van 10.00 tot 16.30 uur.
  • Site: www.thailabourmuseum.org

10 reacties op “Het Thaise Arbeidsmuseum”

  1. Tino Kuis zegt op

    Heel veel geschiedschrijving over Thailand gaat over de goede en heldhaftige daden van zijn koningen. Dat geldt in sterkere mate voor de schoolboekjes. Op zich niets mis mee maar wel zeer eenzijdig.

    Hier staat het echte verhaal. Een nuttige en noodzakelijke aanvulling. Dank daarvoor.

    • Rob V. zegt op

      Hét verhaal of dé waarheid bestaat niet. Net zo min als hét Thailand of dé Thaise cultuur bestaan. Maar in het mozaïek mag de aandacht voor de Thaise arbeiders niet ontbreken. Een bezoek aan 1 van de staats musea is de moeite waard maar voor een completer beeld mogen musea (of boeken) opgezet door gepassioneerde en gedreven burgers niet ontbreken.

      En voor hen die slechts 1 museum wilt bezoeken omtrent de maatschappij en geschiedenis, ga dan hier heen, the Thai Labour Museum (Phíphítháphan Raengngaan Thai).

      De officiële geschiedschrijving en overheids propganda kan je ook links en rechts oppikken. Dan beter je oor te luisteren leggen uit mensen van de onderste lagen uit de maatschappij. De arbeider, de boer, de hardwerkende mannen en vrouwen die in een land leven welke sterke ongelijkheid kent op allerlei fronten.

  2. Rob zegt op

    Bedankt, een interessant artikel en een goede tip. Dit museum zal allicht nog moeten uitbreiden want er is nog veel werk aan de winkel voor boeren en arbeiders in Thailand krijgen waar ze recht op hebben…

  3. henry zegt op

    In Vlaanderen was het tot de 2e wereldoorlog niet echt veel anders. Ik spreek me niet uit over Nederland.

  4. Rob zegt op

    Inderdaad, Henry, niet alleen in Belgie maar in heel West Europa is de sociale zekerheid er na de tweede wereldoorlog gekomen. De opkomst van de communistische partijen en van het Oost Blok maakte plots veel mogelijk. Maar in Belgie werd de aanzet toch al in 1936 gegeven: toen was er een algemene staking die resulteerde in arbeidsduurverkorting en invoering van betaald verlof. In Thailand hebben veel werknemers nog altijd geen recht op betaald verlof…

  5. janbeute zegt op

    Helaas worden de sociale zekerheden zoals ik ze altijd heb gekent , heden ten dage in de westerse wereld weer langzaam afgebroken .
    En vakbonden zijn nog steeds een groot taboe in Thailand .

    Jan Beute .

  6. Daj Goes zegt op

    Bij mijn volgende bezoek aan Thailand zal ik beslist dit museum bezoeken. Hartelijk dank voor deze info.

    • Rob V. zegt op

      Graag gedaan! En om het makkelijk te maken, hier onder de locatie op Google Maps:
      https://www.google.nl/maps/@13.7532413,100.5492266,394m

  7. henry zegt op

    Er zijn wel degelijk vakbonden in Thailand die inbloed hebben op het beleid. Als men de Thaise kranten leest weet men dat er bedrijfssakingen waarneen bedrijf word platgelegd. Maar net zoals in belgie en Nederland zijn ze SME’s niet vertegenwoordigd
    In de staatsbedrijeven zijn ze wel sterk vertegenwoordigd.
    Nu elke provincie heeft een arbeidsrechtbank. Met een dienst arbeidsbemiddeling die de werknemer helpt klachten. Deze dienst levert uitstekend werk. Meestal is een simpel telefoontje naar de werkgever al voldoende om het probleem op te lossen. Want de werkgever weet dat met hen niet te spotten valt

    Nu een Thaise werknemer heeft recht op 11 betaalde verlofdagen dn 20 eveneens betaalde ziektedagen. Er is ook betaals zwangersschspsverlof.
    Nu dagloners vallen daarbuiten omdat zij geen arbeidscontract hebben en zijn ingeschreven.

    • Rob V. zegt op

      Ja, de vakbonden voor het personeel van staatsbedrijven hebben hun zaakjes wel op orde vandaag de dag. Maar in het particuliere bedrijfsleven? Niet bepaald… Laat staan zoals ook jij aangeeft, de dagloners. Maar de geschiedenis van vakbonden en arbeidersverenigingen is een roerige. De eerste officieuze verenigen was onder de Chinezen, de eerste echte (officieel erkende) vakbond die van Trammaatschappij. Maar onder de militaire junta’s en anti-communstische, pro-kapatalistische bewindvoering hebben de vakbonden en arbeiders het zwaar gehad. En op allerlei andere fronten zoals arbeidsuren, veiligheid en andere rechten die wij in het westen als normaal beschouwen laat dit in Thailand nog te wensen over. Dat alles komt onder de aandacht in dit fantastische museum.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website