Voor de Sgaw-mensen gaan het woud en hun leven hand in hand. Daarom is hun leven zo verbonden met de natuur waar het betreft hun overtuiging, hun rituelen en hun middelen van  bestaan.

De manier van leven en de gewoontes van het Sgaw volk zijn geënt op het samenleven met het woud. De eerste generatie van mensen die zich hier vestigden en een broodwinning verdienden  leidden een eenvoudig bestaan en sindsdien vertrouwen ze nog steeds op het woud. Deze ontwikkeling geven ze generatie na generatie door binnen hun Sgaw gemeenschap en dat heeft geleid tot respect voor de natuur en een vertrouwensband tussen mensen en bomen.

De betekenis van de navelboom

Om het Sgaw geloof onder woorden te brengen is de ‘navelboom’ een schitterend voorbeeld. Iedere Sgaw heeft zo’n navelboom, De-Po-Tu in hun taal. Na de geboorte van een Sgaw stopt de vader de placenta in een bamboekoker en bindt die aan een boom. Deze boom wordt zorgvuldig gekozen; de stevigheid van de boom en het vermogen om vrucht te dragen voor mens en dier.

Het ontstaan en het bestaan van de navelboom worden gezien als een bovennatuurlijke brug die mens en boom verbindt. Om die reden zijn er meer bomen en wouden om een dorp heen als er meer mensen in het dorp wonen. De navel- en andere bomen kunnen het begin zijn van een gezamenlijke aanpak door de gemeenschap om hun bezit te beschermen. 

Het verhaal over de navelboom gaat ook vandaag nog op. Maar er kwamen beren op de weg omdat in huidige generaties de kinderen in het ziekenhuis geboren worden. Het bleek lastig hun geloof in de navelboom aan de artsen uit te leggen. Maar na een bezoek aan het dorp en aan het woud begrepen de artsen het. En tegenwoordig vragen artsen en verpleegkundigen of de aanstaande moeder een Sgaw is en of de placenta bewaard moet worden voor de rites.

Kennis van woud, plant en dier

Barking deer, het muntjak hert.

Uit de jarenlange ervaring met bos komt een andere gewoonte voort. De Sgaw mensen kennen iedere boom in het woud. En niet alleen bij naam maar ook bij hun eigenschappen. Eigenschappen als bloesem- en fruitdragende periode, lucht- en vochtgesteldheid en hun plaats in het woud. Sommige namen zijn een verwijzing naar de plaats in het woud, zoals bijvoorbeeld ‘Chodohmohde’ dat een bergpas aangeeft waar de pinus contorta, de draaiden, groeit.

Kennis van bladeigenschappen, de geur, kleuren en vorm is heel normaal. De dood van een boom, door de natuur of door andere oorzaak, wordt een belangrijk item in de gesprekken van de dorpelingen. Tot in de kleinste details wordt besproken waar het mis ging met de maatregelen die ongelukken zoals bosbrand moeten voorkomen. Dit overleg raakt ten slotte verankerd in iedere Sgaw gemeenschap.

De wisselbouw

Voor het omploegen van het land begint houden de Sgaw gemeenschappen de ‘handfasting’ ceremonie, het vastbinden van de handen van de jongsten. De andere leden van de gemeenschap zegenen hen dan en bidden dan hun ‘Kwan’ of ‘bewaker’ heel lang bij hen zullen blijven. De Sgaw hebben 37 Kwans die bestaan uit dieren waaronder insecten, zoals het muntjak hert, andere herten,  vogels, sprinkhanen en meer.

In de Sgaw leefwijze bestaat het lichaam niet uit slechts één element maar ook uit geesten van andere levende wezens. Is een dier afwezig dan mist de Sgaw een deel van zijn leven. Deze overtuiging heeft er toe geleid dat de Sgaw alle leven om hen heen respecteren en waarderen. Het binden van de handen moet de jongsten leren dat de mens moet delen, niet alleen met andere mensen maar ook met planten, dieren en insecten.

‘Ortee Kertortee, Orkor Kertorkor’; drink water en bespaar op water. Gebruik het woud en bescherm het woud. Een van de spreuken waarmee de Sgaw hun mensen en omgeving zegenen. Dat blijkt ook uit hun gedrag bij het verzamelen van voedsel.

Langs de rivier groeien planten en groentes die gebruikt kunnen worden in hun eten. Gaan ze in het water dan zoeken ze de garnalen, kreeftjes en vissen die tussen de rotsen leven. Gedurende alle seizoenen vissen zij voor hun eten en weten ze precies wanneer vissen kuit schieten en voor welke dieren het dan broedtijd is opdat ze die niet vangen.

Brandgangen

Voorbeeld van een eenvoudige ‘firebreak’, brandgang, in een bos.

Tegen het einde van februari begint een nieuw seizoen en wordt het warmer. Dan vallen de bladeren en ontstaat het risico van bosbrand. Omdat branden ieder jaar bomen doden bouwen de dorpelingen gezamenlijk brandgangen en organiseren ze een brandwacht. Ze weten ook dat dieren als het muntjak hert, fazanten, ander gevogelte en meer dieren dan jongen krijgen of eieren leggen dus is het belangrijk juist dan branden te voorkomen en afval op te ruimen.

Dit is een artikel uit de workshops ‘Creative and Strategic Communication for Sustainability’ georganiseerd door het UNDP en de organisatie Realframe met steun van de EU.

Bron: https://you-me-we-us.com/story-view  Vertaling en bewerking Erik Kuijpers. Het artikel is ingekort.

Auteur Prasit Siri

Een man van de Sgaw Karen groep die opgroeide in een klein dorp in een vallei tussen de bergen. Hij leert nog dagelijks van de natuur. Houdt van fotografie en wil zijn levensverhaal delen met de wereld. Voor zijn fotowerk, zie: https://you-me-we-us.com/story/from-human-way-of-life-to-forest-conservation

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website