Komische dialoog uit het film tijschrift Phaapháyon Sayaam (Siam Cinema), midden 1922, waar de spot wordt gedreven met de nationalistische ideologie van Natie, Godsdienst en Koning, vooral Leraar: ‘Leerlingen, ik hoop dat jullie je herinneren wat ik vertelde over de plicht van iedere en elke jonge man. Die plicht bestaat uit onwankelbare loyaliteit voor Natie, Godsdienst en Koning. Nu, ik wil jullie iets vragen. Stel je voor dat vijandige troepen Pàaknáam (monding van de Chao Phraya) aanvallen. Op hetzelfde moment komt mij ter ore dat iemand in mijn huis met mijn vrouw zit te rommelen. Vertel me, wat moet ik doen?’

Alle leerlingen stonden op en riepen: ‘Meneer, ga naar huis!’ Leraar: ‘Heel goed, dat is het! Precies wat ik ook dacht!’

Er zijn van die boeken die mijn visie op aspecten van landen, gemeenschappen en gebeurtenissen geheel vernieuwen. Het hierboven genoemde boek van Scot Barmé, overigens al uitgekomen in 2002, is een dergelijk werk. Ik las het als een thriller in één adem uit, in een dag en een halve nacht.

In de officiële geschiedschrijving van Thailand worden de eerste decennia van de twintigste eeuw meestal gezien als een periode van een zekere stagnatie op het culturele, sociale en economische vlak onder de absolute monarchie. De bloedeloze revolutie van juni 1932, uitgevoerd door een burgerlijke groep onder leiding van Pridi Phanomyong en een militaire groep onder leiding van Plaek Phibunsongkhraam, zagen velen dan ook als een donderslag bij heldere hemel. De meeste leden van bovengenoemde groepen waren opgeleid in het buitenland en het zouden voornamelijk, zo niet uitsluitend, deze buitenlandse en westerse invloeden zijn geweest die verantwoordelijk waren voor de revolutie van 1932. Inheemse ontwikkelingen konden de revolutie van 1932 niet verklaren.

Een paar maanden geleden las ik in een boek van Nidhi Eoseewong, Pen&Sail, die vooral gaat over een eerdere periode in de Thaise geschiedenis 1800- 1900, de opmerking dat vreemde invloeden geen wortel kunnen schieten als er geen voedingsbodem voor is. Welnu, Scot Barmé gaat uitgebreid in op deze voedingsbodem in de jaren 1920 tot 1932, en een paar jaren daarna.

Zijn bronnen daarvoor zijn opmerkelijk te noemen. Hij schuwt officiële verhalen en put voornamelijk uit andere geschiften zoals kranten, tijdschriften, romans, korte verhalen, film boekjes en cartoons. Hij laat zien hoe er in die jaren een bruisende discussie was over de status van vrouwen tegen de achtergrond van polygamie en prostitutie, de relatie tussen de geslachten, de overheersende invloed van de royalistische elite en het klasse vraagstuk in het algemeen. Opmerkelijk zijn de vele spottende cartoons over de royalistische elite. Er was veel frustratie met de Thaise sociale en economische toestand, mede natuurlijk door de Grote Depressie van de dertiger jaren.

Bangkok kreeg in die jaren een sterker kosmopolitisch karakter. De afschaffing van de slavernij en corvee diensten, sterkere economische banden met het buitenland en de groei van het onderwijs leverde een grotere middenklasse op die zich verzette tegen de culturele, sociale en economische overheersing van de oude royalistische klasse.

Ik vond het verbazend te lezen dat Bangkok in die tijd 100 drukkerijen bezat die elkaar stevig beconcurreerden. Vele nieuw uitgekomen tijdschriften hadden een oplage van 3.000 wat niet veel lijkt maar er toch op wijst dat één op de 30 Bangkokianen geconfronteerd werden met nieuwe ideeën.
De revolutie van 1932 had dus wel degelijk een sterke inheemse voedingsbodem.

  • Scot Barmé, Woman, Man, Bangkok. Love, Sex and Popular Culture in Thailand, Silkworm Books, 2002
  • Nidhi Eoseewong, Pen & Sail, Literature and History in early Bangkok, Silkworm Books, 2005 (Engelse vertaling van een boek uit 1982)
  • Te verkrijgen bij: www.dcothai.com/

De cartoon

Je ziet een wellustige heer, een phôe: jài, een hogere ambtenaar, achter zijn bureau terwijl speeksel uit zijn mond druipt. Voor hem knielend een phôe: nói, een ondergeschikte, die een mooie jonge vrouw, vermomd als pop en mogelijk zijn dochter, aanbiedt.

Onder de cartoon de tekst: ‘Mijn Heer, ik heb een geschenk voor U’.

Uit: Katun, 18 februari 1926

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website