Phra Prang Sam Yot in Lopburi: niet alleen voor apen
Midden in het drukke centrum van Lopburi, tussen de niet altijd even fraaie nieuwbouw, verrijst aan de Vichayen Road de Prang Sam Yot, de Tempel met de Drie Torens. Een ondanks de eerder beperkte omvang en de niet echt stimulerende omgeving, toch belangrijke ruïne, die tot vandaag getuigenis aflegt van het architecturale kunnen van de Khmer bouwheren, nu bijna duizend jaar geleden.
Bouwheer van dienst was de om zijn bouwlust vermaarde Jayavarman VII die van 1181 tot 1221 de lakens uitdeelde in het Khmerrijk en die deze tempel liet optrekken in de klassieke Bayon-stijl. Deze vorst was vrijwel zeker de eerste Boeddhistische Khmer-heerser en hij wou van Lopburi, in oorsprong een Mon-stad die aan de rand van zijn rijk lag, wellicht een centrum van Boeddhistische Mahayanacultuur maken door het inplanten van een Boeddhistisch tempelcomplex. Deze ambitie werd abrupt beëindigd na zijn dood want zijn opvolgers transformeerden dit heiligdom in een Hindoeschrijn die was toegewijd aan Shiva, wat meteen ook de aanwezigheid van verschillende yonis en lingas in de torens verklaart. Toen Lopburi een voorpost werd van Ayutthaya was het echter al lang terug een Boeddhistisch schrijn.
Deze site wordt, naast de krijsende apen, gedomineerd door de drie massieve en nog vrij intacte torens in de gemakkelijk bewerkbare zandsteen. Niet voor niets prijkt een afbeelding ervan ook op het officiële zegel en wapen van de provincie Lopburi. Ze werden kort voor 1200 gebouwd op een noord-zuid-as, terwijl de toegangen oost-west zijn georiënteerd. Het is goed mogelijk dat het ontwerp voor deze tempel was geïnspireerd op de gopura van de Preah Khan tempel in Angkor, die Jayavarman VII een paar jaar eerder had laten optrekken ter nagedachtenis van zijn vader. Elk van de drie torens of prang staat voor één van de drie goden uit de Hindoeïstische Drievuldigheid: Brahma, Vishnu en Shiva. Oorspronkelijk waren alle torens voorzien van fraai strucwerk maar daar resten helaas enkel nog wat fragmenten van.
In de centrale prang bevindt zich een voortreffelijk voorbeeld van een Boeddha in de Lopburi-stijl, een duidelijk door Khmerstijlkenmerken beïnvloede Siamese stijl. In de twee aanpalende schrijnen vindt men in de zuidelijke toren respectievelijk een Boddhisatva Avalokitesvara en in de noordelijke toren een Prajanaparamita, de godin van de Wijsheid.
Onder het bewind van koning Narai van Ayutthaya (1656-1688) werd deze tempel niet alleen gerestaureerd maar ook uitgebreid met een bakstenen wihan, of gebeds- en ontmoetingszaal aan de oostzijde. Hierin bevindt zich een Boeddhabeeld in de voor Ayutthaya typerende U Thong-stijl.
Deze tempel is berucht voor de honderden apen in alle maten en gewichten die er zich bij ophouden. Op zich interessant voor een leuk kiekje, maar deze vrolijke en bij tijd en wijle ook behoorlijk irritante en grijpgrage gezellen beschadigen ook onherroepelijk dit waardevolle gebouw. Bij het toegangsloket liggen steevast een paar bamboelatten ter beschikking voor het geval u de neiging niet langer kan onderdrukken om een ietwat te opdringerige aap een waarschuwend tikje te geven… In plaats van hen van deze belangrijke cultuurhistorische site te verwijderen heeft het stadsbestuur een paar jaar geleden beslist om ze op vaste tijdstippen door stadspersoneel te voederen, in de hoop dat ze zo minder agressief de toeristen zouden bejegenen. Het lijkt mij eerlijk gezegd ijdele hoop maar wel symptomatisch voor de halfslachtige houding die nog steeds teveel Thaise overheidsorganen plegen in te nemen met betrekking tot erfgoedzorg. En dat is alleen maar jammer…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Bezienswaardigheden3 september 2024Het dak van Thailand – Doi Inthanon
- Achtergrond21 augustus 2024Thailand… om dichterlijk van te worden…
- Cultuur30 juli 2024Westerse schrijvers in Bangkok: Joseph Conrad
- Achtergrond28 juli 2024Westerse schrijvers in Bangkok: Ian Fleming (en ook een beetje James Bond)