De Ramayana en de Ramakien – deel 3

De Ramayana is één van India’s grootste en meest epische verhalen, haar wortels gaan wel zo’n 2500 jaar terug. Vanuit India verspreidden diverse varianten van het epos door heel Azië, zo ook Thailand, waar het bekend werd als de Ramakien (รามเกียรติ์). Verwijzingen naar het epos kun je op allerlei plekken waarnemen, maar dan moet je natuurlijk het verhaal wel kennen. Laat ons daarom in deze serie in dit mythische epos duiken. Vandaag deel 3.

Een monnik had zijn ogen laten vallen op de moeder van een van de novicen. Hij was verliefd. Iedere keer als de novice offergaven van zijn moeder naar de tempel bracht vertelde hij ‘Al deze gaven zijn van mijn moeder’ en de monnik herhaalde dat iedere keer luid. ‘Offergaven van de moeder van deze novice.’
De Ramayana en de Ramakien – deel 2

De Ramayana is één van India’s grootste en meest epische verhalen, haar wortels gaan wel zo’n 2500 jaar terug. Vanuit India verspreidden diverse varianten van het epos door heel Azië, zo ook Thailand, waar het bekend werd als de Ramakien (รามเกียรติ์). Verwijzingen naar het epos kun je op allerlei plekken waarnemen, maar dan moet je natuurlijk het verhaal wel kennen. Laat ons daarom in deze serie in dit mythische epos duiken. Vandaag deel 2.
De Ramayana en de Ramakien – deel 1

De Ramayana is één van India’s grootste en meest epische verhalen, haar wortels gaan wel zo’n 2500 jaar terug. Vanuit India verspreidden diverse varianten van het epos door heel Azië, zo ook Thailand, waar het bekend werd als de Ramakien (รามเกียรติ์). Verwijzingen naar het epos kun je op allerlei plekken waarnemen, maar dan moet je natuurlijk het verhaal wel kennen. Laat ons daarom in deze serie in dit mythische epos duiken. Vandaag deel 1.

Was dat een muis waar de kat in beet of….. Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Engelse titel ‘The cat has caught a mouse.’
De Ramakien: het Thaise nationale epos met indiase wortels

De Ramakien, de Thaise versie van het Indiase Ramayana-epos dat meer dan 2.000 jaar geleden, volgens de overlevering uit het Sanskriet werd neergeschreven door de dichter Valmiki, vertelt het tijdloze en universele verhaal over de confrontatie tussen goed en kwaad.
De Khamu die luistert naar de Vessantara Jataka (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 44)

Een Khamu luisterde voor de eerste keer naar het voorlezen van de Vessantara Jataka. (*) De monnik kwam bij het Maddi hoofdstuk, waarin Prins Vessantara zijn twee kinderen afstaat aan een Brahmaanse priester die hun handen bindt en ze voor zich uit duwt. De monnik las voor: ‘Droefheid was troef, en de kinderen hadden tranen in hun ogen.’

Dit gaat weer over een monnik. Nee, alweer niet een monnik in onze tempel, denk er om hoor! Een andere tempel – heel ver weg. Deze monnik bewaakte nauwlettend een broodboom op het tempelterrein. En zou de boom rijpe vruchten dragen dan liet hij niemand bij die boom toe.
De monnik met de sarong van een vrouw om zijn hoofd (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 42)

Dit gaat over een monnik. Nee, niet de monnik in onze tempel, hemeltje nee! Een andere tempel – heel ver weg. En die monnik had seks met een vrouw. Hij was haar vrijer.

Het dorp heet nu Nong Kheng maar vroeger heette het Nong Khuaj Deng ofwel ‘Rooie piemel vijver’. Het was toen een stad, ook, met een koning en zo. Je ziet nog steeds een soort terp waar vroeger de stad lag.

Weer een verhaal over iemand die wilde slapen met de vrouw van zijn oudere broer. Ze was zwanger, en haar man was op zakenreis. Maar hoe kon hij dat netjes brengen?
Toen de wereld nog vredig was… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 39)

Dit gebeurde heel lang geleden. Toen konden alle dieren, bomen en grassen nog spreken. Zij leefden samen volgens Indra’s (*) wet: mocht een dier dromen dat het wat lekkers aan het eten was dan mocht de volgende dag die droom uitkomen. En de dieren handelden daarnaar.
Waarom heeft jouw grote teen geen nagel? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 38)

Dit gaat over een monnik die heel lang in de tempel woonde. Hij was streng tegen zijn novice Chan. In die tijd werden de heilige geschriften op gedroogd palmblad geschreven. Als de monnik opstond in de morgen dan nam hij een metalen graveernaald en ging aan een lessenaar zitten waar palmblad op lag.
Je geeft toch geen worm aan een gevangen vis? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 37)

Dit is een verhaal over een lid van de Khamu stam. Zij zijn Laotianen en leven in Vientiane (*). Laos was vroeger minder ontwikkeld en het was lastig daar rond te komen. Hun inkomen was slechts drie roepies per jaar. Ja, in die tijd gebruikte men roepies. (**)
Poepen terwijl je op je rug ligt (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 36)

Dit verhaal gaat over I Muaj; haar vader was een Chinees. Ze was inmiddels 16 of 17 jaar en was zo geil als een keukenzeil. (*) En ze wilde ‘het’ wel eens met een man doen. Ze wilde weten hoe het is als man en vrouw wellustig zijn. Over de vogeltjes en de bijtjes, weet je wel!
Oom Kaew die de Karen voor de gek hield (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 35)

Het verhaal over Oom-Kaew-die-Karen-voor-de-gek-hield. Oom-Kaew-etc was een sluwe vent, Hij ging vaak op reis in Karengebied om te handelen, en wilde daarom hun zeden en gewoontes leren kennen. Hun manier van huishouden, eten en drinken en slapen.

Dit verhaal gaat over een vrouw uit Centraal-Thailand en een monnik van Yong komaf. (*) Ze verstonden elkaars taal niet. De monnik leefde in de tempel in het dorp waar een gemeenschap van twintig gezinnen woonde. De vrouw vestigde zich daar. Zij was een vrome vrouw die graag goede daden deed; iedere morgen maakte ze eten voor de monniken.
De Karen in een stekelige bamboeboom… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 33)

Nog een verhaal over een Karen-stel. Dat stel ging de jungle in om bamboe te kappen. Bamboebomen zijn groot, en hoog, en stekelig zoals je weet. Dus hadden ze een ladder meegenomen die ze tegen een groepje bamboebomen zetten. De man klom er hoog in om bamboe te kappen.

Dit verhaal speelde in de Li gemeenschap. Als je reist van Lamphun naar Li dan moet je de Li rivier oversteken. En daar was vroeger geen brug. Maar de daar wonende Noord-Thai met de naam Panja, en dat betekent ‘gezond verstand’, had een bootje en bracht ook wel mensen naar de overkant.
Een ongebruikelijke voordracht (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 31)

Een muur van de Wat Mutchima Witayaram (Khon Kaen, Ban Phai, 1917) is beschilderd met scenes uit de Vessantara Jataka.