Een gifbeker drink je niet zomaar. Maar in die tijd had de koning macht over leven en dood en zijn wil was wet. Dit is het laatste verhaaltje in het boek Lao Folktales.
‘De kat van de koning’; een volksverhaal van Lao Folktales
Een koninklijke kat braaf slaan? De schelm speelt met vuur…
De Pathet Lao heeft volksverhalen gebruikt in de propaganda tegen de zittende heersers. Dit verhaal is een aanklacht. Een koning die niet meer kan eten omdat hij teveel heeft, en het volk dat armoe en honger lijdt, is prima propaganda.
‘De wraak van Xieng Mieng’; een volksverhaal van Lao Folktales
Je verwacht een kippenboutje in de curry maar krijgt vlees van een gier. Dat roept om wraak!
‘Wat zit er in de bamboe koker?’; een volksverhaal van Lao Folktales
Wat je allemaal met een scheet kan doen? Grote schrijvers wisten het, van Carmiggelt tot Wolkers. Maar ook iemand in Laos…
De novice Kham was aan het baden in de rivier net toen een groep koopmannen aan de oever zat te rusten. Ze droegen grote manden met mieng. Mieng is het blad van een soort thee dat wordt gebruikt om een snack, een hapje, in te pakken dat in Laos heel populair is. Kham hield wel van een snack mieng.
‘Xieng Mieng volgt strikt de orders op!’; een volksverhaal van Lao Folktales + inleiding
Lao Folktales is een Engelstalige uitgave met een twintigtal volksverhalen uit Laos opgetekend door een student Laotiaans. Hun oorsprong ligt in de verhalen uit India: de Pañchatantra (ook wel Pañcatantra) verhalen rond de jaartelling, en de Jataka vertellingen over de vorige levens van Boeddha toen hij nog bodhisattva was.
‘De krachtproef’ een volksverhaal van Lao Folktales
Daar huppelt een konijn door de jungle. Hij heeft zin om te klieren en verzint een krachtproef. Eerste kandidaat om voor de gek te houden: een olifant die staat te kauwen op suikerriet. ‘Oom olifant.’ ‘Wie roept daar?’ vraagt de olifant. ‘Ik. Hier beneden, oom olifant!’
Een Laotiaans woord voor lichaamsgeur is, in Thai schrift, ขี้เต่า, khi dtao, schildpadpoep. Legendes zeggen dat de onderarm van de Laotiaanse man naar schildpadpoep stinkt. In deze fabel staat hoe dat komt…
De volkse deugniet tegen de macht en de centen. Een geliefd onderwerp in vertellingen uit vroeger tijden.
Een koopman had een nieuw huis laten bouwen. En voor geluk en veiligheid van gezin en woning had hij monniken uit novice Khams tempel gevraagd voor een ceremonie. Na de ceremonie kregen de monniken een maaltijd en gingen terug naar hun tempel.
De leeuw haalde diep adem en stootte alle lucht met kracht uit zijn borst; zijn gebrul bewoog de aarde. Alle dieren trilden van angst en haastten zich dieper het oerwoud in, klommen hoog in de bomen of vluchtten de rivier in. ‘Ha, dat was lekker’ lachte de leeuw tevreden.
Kham was een luie novice. Als de andere novicen druk bezig waren met hun werk probeerde hij zijn snor te drukken. Als de anderen gingen mediteren dan lag Kham te pitten. Toen op een mooie dag de abt naar buiten ging op weg naar een andere tempel zag hij Kham die lag te maffen onder een grote ficus.
Een lange bochtige rivier vond zijn weg door een mooi stuk bos met bomen. Overal eilandjes met weelderige vegetatie. Daar leefden twee krokodillen, een moeder en haar zoon. ‘Ik heb honger, echt veel honger’ zei moeder krokodil. ‘Heb trek in hart, in apenhart.’ ‘Ja, apenhart. Dat wil ik nu ook heel graag.’ ‘Een fijn diner met verse apenharten. Dat zou lekker zijn! Maar ik zie geen apen’ zei moeder krokodil weer.