Dit gaat over twee buren. De een was niet gelovig, de ander wel en was voorts een eerlijk mens. Ze waren vrienden. De gelovige man zette tegen de muur van zijn veranda een altaar neer met daarin een beeldje van Boeddha. Iedere morgen offerde hij rijst en toonde hij respect voor Boeddha, en ’s avonds na het eten deed hij dat weer.

Later kocht hij een pot, bedekte die met een wit kleedje, en zette die in het altaar. En als hij bij het altaar kwam sloot hij steeds af met een wens. ‘Ik hoop dat mijn goede daden helpen deze pot met goud te vullen.’  Zijn ongelovige buurman had hier geen vertrouwen in. Eerlijk gezegd ergerde hij zich aan de dagelijkse gebeden aan dat altaar en in het bijzonder aan de wens dat die pot vol kwam met goud.

Oppas gevraagd…

Op een mooie dag wilde de man met zijn vrouw op het veld gaan werken en vroeg aan zijn ongelovige buurman of hij een dagje op het huis wilde passen. ‘Maar natuurlijk, ga gerust je gang.’ Terwijl het stel aan het werk was zei de buurman tegen zijn vrouw ‘Iedere dag die pot optillen, en dan vragen om goud, ik zal hem eens wat leren! Vandaag vul ik die pot met goud!’

Hij ging naar het huis, pakte die pot en, excusez le mot, kakte er in. Legde het witte kleedje er weer op en zette hem terug op het altaar. De gelovige buurman had daar natuurlijk geen idee van toen hij thuiskwam. Nam een douche, at, en ging naar zijn altaar. Hij pakte de pot op en bad ‘Moge deze pot vol zitten met goud’. Zijn buren lachten zich een aap….

De volgende dag wilde de buurman zijn gelovige vriend eens vernederen en liep naar hem toe. ‘Zeg, neem die pot nu eens van dat altaar af. Gooi hem kapot om te kijken of er al goud in zit of niet. Je vraagt dat nu al zo lang aan Boeddha….’

‘Doen’ zei zijn vrouw. ‘Hij heeft vast wel gelijk. Laten we eens kijken; ik pak die pot wel even. Misschien zit ie echt wel vol met goud!’ Zij wilde de pot pakken maar kon hem niet optillen. ‘Oh, hij is veel te zwaar voor me.’ Haar man nam het over, tilde de pot op en ze sloegen hem met een hamer kapot. Kijk eens aan zeg! Hij zat vol met goud!

De ongelovige buurman stond versteld. ‘Wat nou? Ik heb er in gepoept maar nu is het ineens goud!’ dacht hij. Zijn goede buurman gaf hem wat gouden munten; hij deelde zijn bezit graag met zijn vriend. Eenmaal thuis zei de ongelovige man tegen zijn vrouw ‘Snap jij dat? Er zat echt goud in die pot! Gisteren heb ik er in gekakt en nu zit ie vol goud!’

‘Waarom bouwen wij niet net zo’n altaar als zij hebben gedaan? Zo moeilijk is dat niet. Als zij dat kunnen, waarom wij dan niet?’ En ze bouwden ook een klein altaar en vereerden Boeddha en namen een pot net zoals bij de buren. Voordat hij de pot in het altaar zette poepte hij er in en legde er een witte doek op.

Dagen en dagen later vond hij dat genoeg tijd was verlopen en dat de pot wel vol goud zou zitten. Hij wilde de pot pakken maar die was echt heel zwaar geworden. ‘O, vrouwlief. Hij is echt heel zwaar. Laten we hem kapot slaan en kijken!’ Ze zetten hem in het midden van de kamer en met de achterkant van een bijl sloegen ze de pot kapot. Goud? Nee, stront vloog de kamer rond en het stonk als de hel!

Tja, hij was niet zuiver op de graat!

Bron:

Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Engelse titel ‘The miniature temple’. Vertaald en bewerkt door Erik Kuijpers. De auteur is Viggo Brun (1943); zie voor meer toelichting: https://www.thailandblog.nl/cultuur/twee-verliefde-schedels-uit-prikkelende-verhalen-uit-noord-thailand-nr-1/

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website