Als ik begin met studeren woon ik in een kosthuis want het geld van thuis was genoeg voor mijn kamer en andere uitgaven. Als ik tenminste geen gekke dingen deed.

Een vriend, Lek, dat betekent ‘kleine’, haalt mij over in de tempel te komen wonen en stelt me voor aan monnik Chah. ‘Je kunt beter in de tempel wonen want daar betaal je niet voor jouw kamer’ redeneert hij. Ik stem toe. Aan het eind van de maand pak ik mijn spullen en volg hem.

‘Jouw kamer is nog niet vrij dus je kunt bij mij slapen’ zegt Lek. Zijn kamer is niet groot. Een bed tegen de muur, een tafel bij het raam en zijn kleren in een hoek… Maar dat bed! De steunen zijn niet even hoog dus het bed staat scheef met een blok hout eronder. Er kunnen geen twee mensen naast elkaar slapen. ‘Dat los ik wel op’ zegt Lek.

Hij haalt gereedschap en wij lopen naar de keuken waarachter oud hout ligt dat op het terrein is verzameld. Drie uur kost het hem om het bed 30 cm breder te maken en we passen er samen in.

Het verschijnsel tempelbed…

Als je wat langer in de tempel woont dan weet je wat voor bed de jongens hebben. Een paar hebben een fatsoenlijk bed van de tweedehandswinkels in de buurt. De meeste jongens bouwen hun bed zelf. Op het tempelterrein wordt regelmatig een oud verblijf gesloopt en dat wordt dan gebruikt om een bed van te bouwen. Het is ook traditie dat het bed tot de kamer hoort. Verhuis je naar een andere kamer dan blijft het bed staan.

Lek ritselt een kamer voor me. ‘Jij kunt nu verhuizen; ik hou mijn eigen kamer vast.’ Mijn kamer is een betonnen kooi voortgekomen uit een gesloopt bouwsel. Dikke muren houden de kamer koel en deur en raam zijn breed, stevig en hebben goeie scharnieren. Het ziet er netjes uit.

Het bed is speciaal. Gemaakt van goed hout en met twee steunen zodat er een stevige slaapruimte tussen zit. Breed, en hoog van de vloer af. Zou ik geld voor een matras hebben in plaats van een matje dan zou ik lekker kunnen slapen. Lek vertelt me dat het bed is gemaakt van planken van een lijkkist en ik vraag me af of de geest van de overledene misschien het hout terug komt vragen….

Bezoek!

Een hoge piet van Binnenlandse Zaken. De man loopt ineens weg van de monniken en staat aan mijn raam. ‘Goeie vriend….’ zegt hij. Ik loop naar het raam. ‘Mag ik alsjeblieft even in je kamer kijken?’ ‘Ja, natuurlijk.’ Dan komt hij binnen.

‘Het bed! Het staat er nog.’ roept hij. ‘Meer dan twintig jaar geleden woonde ik hier en ik sliep op dit bed! Ik heb er zo lekker op geslapen toen ik hier woonde.’ En hij vertelt verhalen over hoe het er toen aan toeging.

‘Mag ik jouw bed hebben? Dan koop ik een nieuw bed voor jou.’  Ik reageer verbaasd. ‘Waarom wil jij een oud bed zoals dit? Bovendien is dit bed van de tempel.’  Maar hij heeft het al aan de monnik gevraagd en wil dit bed als herinnering. 

Die avond al komen mensen mijn bed weghalen en ze brengen een nieuw bed. Met een echte matras, kussen en klamboe. Ik maak het direct netjes op en hang het net er boven. Iedereen komt natuurlijk even kijken. ‘Dat ziet er zacht uit…’ ‘Waarom vragen ze mij dat nou nooit…?’  ‘Je hebt wel mazzel zeg!’

Wat een lekker bed! Heerlijk slapen zonder pijn in mijn rug. Alleen zijn de lakens snel vuil en gaan ze niet lang mee. Vrienden zeggen dat ik ze te snel was; weer anderen beweren dat ik er veel te vaak op lig…

Twee jaar later studeert Lek af; haalt zijn titel en verlaat de tempel. Maar ik ben nog niet zover, ondanks vele jaren hard leren. Heb er af en toe geen zin in, zoek dan naar werk en huur ergens een kamer… Lek treedt in dienst van de overheid en klimt omhoog. Ik niet; ik ga van baan naar baan en weet niet wat ik in mijn leven ga doen.

Lek en ik zijn beiden getrouwd en ik zie hem weinig. En als ik hem zie dan praten wij over ons tempelleven en keurt hij mijn studieresultaten af. ‘Kijk, de enige reden dat jij niet afstudeert is dat bed! Je sliep veel te lekker!’ Ik kan het eerst niet geloven maar nu, een aantal jaren verder, zie ik dat hij gelijk heeft. Verdraaid! Het was dat bed!

Wonen in de tempel; bewerking van verhalen uit de vorige eeuw. Naast monniken en novices wonen studerende tienerjongens uit arme gezinnen in de tempel. Hebben een eigen kamertje maar zijn voor hun eten afhankelijk van geld van thuis of van een schnabbel. Op feestdagen en als de scholen dicht zijn eten ze met monniken en novices mee. De ‘ik’-persoon is een tiener die in de tempel woont. 

2 reacties op “Een luxe bed is niet goed voor mij… (wonen in de tempel, nr 8) ”

  1. Pieter zegt op

    Eric,
    Mooi verhaal, heb ervan Genoten!
    Mvg
    Pieter

  2. Rob V. zegt op

    Wederom bedankt Erik!


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website