Die verdraaide Boon-mee (wonen in de tempel, nr 2)

Door Erik Kuijpers
Geplaatst in Boeddhisme, Cultuur, Korte verhalen
Tags:
31 januari 2023

Tempeltieners hebben gebrek aan geld. Dan zoeken ze iets om in pand te geven, of iets anders. Ik kan me net redden door het spelen van basketbal en die club betaalt wat geld.

Weer anderen krijgen van familie of van een monnik, en enkele jongens verdienen wat bij met muai thai, Thai boksen. Tenslotte zijn er ook die overleven door te stelen.

Boon-Mee is de vreemdste snuiter. Zijn naam betekent geluk, mazzel. Hij is 18 jaar maar lijkt 25. Vaak verspilt hij zijn maandgeld en tegen het einde van die maand wordt hij ongerust. Dan valt hij anderen lastig om geld en dwingt hij hier een baht af, daar twee, en zo komt hij de maand wel door.

Hij is onbeschaamd en vraagt iedereen om geld. Het is een bietser vermomd als student. Ik heb genoeg van deze ‘vriend’. Af en toe probeert hij ook van mij geld te bietsen en ik geef wel eens toe. Maar nu realiseer ik me dat hij een klaploper is, en waarom zou ik me zorgen maken hem iets te weigeren?

Als hij geld bij elkaar probeert te scharrelen krijgt hij vaak te horen dat ie moet ophoepelen. Enkelen geven hem wel geld maar beledigen hem voor dit gedrag. Boon-Mee hoort dat kalm aan, met een lach. Hij laat niet merken dat hij zich voor zijn acties schaamt.

Met een lege maag naar bed. Of niet?

Voor ik ga slapen heb ik vaak honger. Dan drink ik water. Boon-Mee heeft die zorgen niet. Hij kan eten zonder te betalen. Zo rond negen uur in de avond zie ik hem zich netjes kleden en dan gaat hij naar een uitvaart in een andere tempel.

Onze tempel heeft geen crematorium maar nabij is er bijna iedere avond een plechtigheid. Daar gaat Boon-Mee heen om met de gasten mee te eten en schept daar nog over op ook. Laat was ik ziek van de honger en hij zei me ‘Morgenavond ga ik uit om te eten.’

Ik zie hem netjes aangekleed in een keurig colbert en glimmende schoenen, klaar om de tempel te verlaten. ‘Je staat er weer netjes op’ geef ik hem een standje. ‘Waar ga je heen?’  ‘Een bruiloft.’  ‘Heb je een uitnodiging?’ vraag ik, wetend dat hij die toch niet heeft.

‘Moet dan dan?’  ‘Wanneer stop je hier nou eens mee?’  ‘Dat is lastig te zeggen, weet je. Als ik zou stoppen dan had ik dit mooie colbertje niet gekocht’ zegt hij, en laat mij zien hoe mooi het spul is. ‘O, is dat van jou? Dacht dat je het geleend had.’

‘Je kijkt op me neer, nietwaar? Ik heb dit echt zelf gekocht en betaald.’ ‘Goed, en nu, wat ga je nu eten?’ vraag ik, wetend dat hij nu platzak is en ons komt lastigvallen voor geld. ‘Waar maak je je zorgen om? Dit pak is mijn ticket om voldoende te eten. En heb ik tekort dan beleen ik dit pak gewoon.’

‘Schaam je je niet?’ vraag ik. Ik heb genoeg van Boon-Mee. Hij lacht het weg. ‘Iedereen is vandaag de dag brutaal. Verlegen zijn is maar niks.’  ‘Nou, mij zul je dat niet zien doen’ sluit ik de discussie af.

Een handeltje…

Tegen het eind van de maand hoor ik dat als Boon-Mee niet naar een bruiloft gaat om ongevraagd mee te eten, hij op crematies de gedachteniskaartjes uitdeelt en er wat voor betaald krijgt. Toch komt hij op een middag aan mijn deur met een somber gezicht. ‘Zeg, kun je me twintig baht lenen?’

Ik lieg. ‘Nee’ zeg ik. Ik ben niet van plan hem een satang uit te lenen. ‘Ik heb niks te eten’ verklaart hij zijn situatie. ‘Waarom scharrel je niet wat bij elkaar op een bruiloft?’ ‘Ik heb niks om aan te trekken…’  Zijn pak is gestolen….

‘Heb je geen tien baht voor me? Vijf misschien? Heb je echt geen satang? Maar hoe eet jij dan vanavond, en hoe betaal je morgen de bus?’  ‘Ik eet vlak naast de tempel en laat het opschrijven. Heus, ik red me wel. En jij, ja, ik zal je helpen. Kom vanavond maar terug.’

En in de avond is hij daar. ‘Heb jij al gegeten?’ vraagt hij mij. ‘Nee, het is nog te vroeg.’  ‘Kom mee naar mijn kamer, ik tracteer. Denk nou niet dat ik arm ben, ik heb nu geld zat. Jou trakteren slaat echt geen deuk in mijn geld.’ Hij trekt geld uit zijn zak; meer dan honderd baht.

‘Zo, waar heb je dat gejat?’ flap ik er uit bij dit plotselinge vertoon. Hij lacht. ‘Iemand als ik moet eten ritselen waar je maar kan. Op crematies jat ik alle gedachtenisprentjes, met ‘in dankbare herinnering’ en zo, en verkoop ze aan Chinese opkopers…’

Wonen in de tempel; bewerking van verhalen uit de vorige eeuw. Naast monniken en novices wonen studerende tienerjongens uit arme gezinnen in de tempel. Hebben een eigen kamertje maar zijn voor hun eten afhankelijk van geld van thuis of van een schnabbel. Op feestdagen en als de scholen dicht zijn eten ze met monniken en novices mee. De ‘ik’-persoon is een tiener die in de tempel woont.

4 reacties op “Die verdraaide Boon-mee (wonen in de tempel, nr 2)”

  1. khun moo zegt op

    Bekend verhaal, wat nu ook nog voorkomt.
    Het afgaan van crematies om mee te eten, het zeuren om 50 baht om eten te kopen.
    Geen werk zoeken , maar overdag in bed liggen en ’s nachts de hort op met vrienden.
    De thaise moeder betaald wel, zeker wanneer ze met een farang getrouwd is.
    wij hebben al 3 keer onze wasmachine moeten vervangen. die stond dan weer in de pawnshop, naast de koelkast en de magnetron.

    Naast vele ijverige Thaise mensen zijn er helaas ook de nodige die je liever niet als familie wilt hebben.

    • Erik Kuijpers zegt op

      Khun Moo, deze verhaaltjes zijn 60 en meer jaren oud. Of dit nu nog steeds voorkomt kan ik niet beoordelen maar de situatie zal in veel gezinnen gewijzigd zijn ten opzichte van ’toen’. Gelukkig maar.

      • Johnny BG zegt op

        @Erik,
        Dat is juist wat het zo erg maakt dat zelfs een verhaal van 60 jaar geleden gewoon nog actueel is.
        In 60 jaar is TH in het algemeen goed vooruitgegaan maar toch blijkt bij een aanzienlijk gedeelte van de bevolking dat ze de tijdsgeest niet goed snappen. Liever lui dan moe mag altijd maar zadel met zo’n levensstyle niet anderen op. In het verlengde ervan….als er in gebieden een meerderheid is met zo’n houding dan is het in de Thaise democratie wachten op de volgende coup na de volgende verkiezingen.

    • khun moo zegt op

      Erik,
      Naar mijn mening is een overgroot deel van de Thaise bevolking meer dan prima.
      Zeer net , gedisciplineerd, beleefd en uiterst verzorgd.
      Wanneer ik een bus stap of de sky train staat de jeugd gelijk voor me op en wil zelfs met de bagage helpen. Service in winkels is uitstekend en zeer vriendelijk.

      Echter de farang komt toch vaak in contact met een minder fraai deel van de bevolking.
      Niet verwonderlijk , want het zijn degenen die het niet ver gebracht hebben in de samenleving en een manier zoeken om hun leven te verbeteren.kost wat kost.

      Ik kom 40 jaar in Isaan , heb vele Farangs ontmoet en vele verhalen aangehoord.
      Inmiddels ook 40 jaar getrouwd met een vrouw uit Isaan, die me af en toe een inkijk geeft in de levenswijze van sommige vooral jonge Thaise mannen.

      Ik kan me ook best voorstellen dat vele Farangs het prima naar hun zin hebben in Isaan en een leuke vrouw getrouwd hebben.
      Ik heb ook Farangs gesproken waarvan de kinderen te lui zijn om naar school te gaan , incl. de 3 kleinkinderen van mijn vrouw.
      Te lui om te werken, hele dagen op tik tok en facebook zitten en lanterfanten.
      Stelen, woning kraken en drugs gebruik.
      Rondtoeren met de brommer die de ouders betaald hebben en zeuren om geld.
      Parasieten van hun ouders en familie.
      Vele Thaise moeders hebben het beste voor met hun zonen, maar helaas ontbreekt hier elke verantwoordelijkheid bij de kinderen.

      ik zie dan ook diverse BOON MEE figuren.
      Absolute mislukkelingen waar geen land mee te bezeilen is.

      Helaas is het verhaal van 60 jaar geleden nog springlevend en zou zomaar in 2022 geschreven kunnen zijn.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website