
“Soms vraag ik me af of ik voor het ongeluk geboren ben. Is dit nu mijn leven is dit mijn bestemming? Ik bid tot Boeddha dat het niet zo zal zijn. Ik wil dit leven niet. Nu ben ik een plattelandsmeisje die probeert te ontsnappen aan de klauwen van een tijger om vervolgens te worden verzwolgen door een krokodil. Mijn hele leven is een hel en het einde is nog lang niet in zicht.”