Er was eens een Koning (of een God) genaamd Kabilaprom, die vaak een slecht humeur had en ook niet al te slim was. De andere hoofdpersoon was Prins Thammaban, zoon van een rijke familie, die een goede opvoeding had genoten, zeer intelligent was en op 7-jarige leeftijd heel veel kennis bezat en ook de vogeltaal kende. Toen de koning dat hoorde raakte hij geïrriteerd en hij besloot om die jonge knaap uit te dagen.

Uitdaging

Koning Kabilaprom droeg hem op drie vragen te antwoorden onder de conditie, dat als de antwoorden correct waren, hij zich zou laten onthoofden. Wist de jonge prins de antwoorden niet, dan zou hij zijn hoofd verliezen. De vragen hadden betrekking op de goede kanten van een persoon gedurende een hele dag, van ’s morgens vroeg, het middaguur tot aan de avond.  Hij kreeg zeven dagen de tijd om de antwoorden te vinden,. De prins deed zijn best, maar vond de antwoorden niet en uit arren moede streek hij op de zevende dag neer onder een boom met de gedachte, dat de uitdaging van de koning zijn dood zou worden.

Vogeltaal

In de boom, waaronder de prins zat, huisde een familie Arend, vader, moeder en een aantal jonge arenden. De kinderen vroegen om eten en kregen als antwoord, dat ze even moesten wachten totdat de prins onthoofd was, zodat zij zich konden voeden met het lichaam van de prins. Vader Arend legde uit, waar de uitdaging over ging en vertelde daarna de oplossing van de vragen. Het goede van de mens in de morgen is het gezicht, rond het middaguur is dat het lichaam en tegen de avond zijn dat de voeten. De prins verstond het hele gesprek en met de antwoorden, die Vader Arend had gegeven, begaf hij zich spoorslags naar het paleis.

Onthoofding

De kondig was natuurlijk zeer verbaasd, dat de prins met de correcte antwoorden kwam. Hij hield woord en liet zich onthoofden. Het probleem daarbij was, dat het hoofd van de koning zo vol kracht zat, dat de hele wereld zou branden als zijn hoofd de aarde zou raken. Dat niet alleen, als er met het hoofd gegooid zou worden zou er een enorme droogte op aarde ontstaan en als het hoofd in de zee werd gegooid, dan zouden de oceanen helemaal opdragen.

Zeven dochters

Het hoofd werd op een groot dienblad gelegd en op de berg Phra Sumane in een nis geplaatst. De koning had zijn zeven dochters opgedragen om bij toerbeurt zijn hoofd in een processie rond de berg te dragen op Songkran Dag (13 april). Voor elke dag van de week waarop die 13 april viel, was dus één van de dochters Nong Songkran.

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website