Wat gebeurde? Een monnik werd verliefd op I Oej. En steeds als zij eten kwam brengen aan de tempel vertelde hij de tempelhulpen en de novices om haar eten apart te zetten. Hij at alleen het eten dat zij aanbood. 

Die dag bood zij een paar stukken rijstcake aan. De novices hielden ze apart en kwamen het hem vertellen. ‘Eerbiedwaardige, I Oej heeft rijstcakes afgegeven.’  ‘Ja, breng ze maar hier. Zet ze voorzichtig neer.’ En ze zetten vier of vijf cakejes bij hem neer.

Nadat alle tempelhulpen en novices gegeten hadden en naar school waren gegaan nam de monnik aan dat hij alleen was. Maar één novice was niet vertrokken; hij had zich verstopt… De monnik nam de cakes, maakte een gat in het midden en duwde zijn stijve piemel in een cakeje. Hij stapte daarna trots de kamer op en neer en zong ‘Hatsiekiedee! Van wie is dit cakeje? Deze is van I Oej. Hatsiekiedee!’ 

De novice kwam uit zijn schuilplaats en riep ‘Hé, kale lulhannes! Wacht jij eens effe! Ik vertel dit aan de phujaibaan en die snijdt je ballen er af!’ En de novice rende de tempel uit naar het huis van de phujai. ‘Phujai! Phujai! De monnik wil dat je naar de tempel komt. ‘O, en waarom?’  Maar dat kon de novice niet onder woorden brengen…. En zo ontstond het misverstand…

‘Hij graaft oud zilver op uit de grond. En wil dat jij ook komt en een spa meeneemt. De houten steel mag je thuislaten; neem alleen het ijzer mee. En als je bij de tempel komt sla dan op het ijzer; dat zei hij mij. Sla op het ijzer als op een gong; beng-beng.’  ‘Ja, ja, ik kom er aan! Vertel hem dat maar.’

De novice rende terug naar de monnik. ‘Nou, monnik, je zit goed in de problemen hoor. De phujai komt er aan. Als je hem op de spa hoort slaan, beng-beng, kijk dan maar uit. Hij castreert je!’ De monnik ging eens luisteren en hoorde ‘beng-beng’. ‘O jee, hij komt er aan!’ Hij pakte een stok en rende naar buiten. Maar de phujai kwam net het tempelterrein op en zag de monnik wegrennen. De  phujai achter hem aan!

Ze stopten even voor de tempelhal en de monnik draaide zich om. Hij schreeuwde naar de phujai. ‘Dit is een stok! Probeer me niet te pakken en je bent dood. De monnik van de kleine tempel heeft net zo’n kale piemel als ik en die is niet gecastreerd!’ (*)

‘Waar heb je het over, Eerbiedwaardige?’ zei de verbaasde phujai. ‘Je bent toch zilver aan het opgraven?’  ‘Hoezo? Waar heb jij het over? Kom een stap naderbij en je bent dood…’ 

Het misverstand leefde voort door tot ieder zijn eigen gang weer ging. 

Bron:

Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Engelse titel ‘Castrate the monk!’. Vertaald en bewerkt door Erik Kuijpers. De auteur is Viggo Brun (1943); zie voor meer toelichting: https://www.thailandblog.nl/cultuur/twee-verliefde-schedels-uit-prikkelende-verhalen-uit-noord-thailand-nr-1/

(*) Taal is een prachtig middel voor communicatie. Er zullen van taal tot taal overeenkomsten zijn maar ook verschillen. In casu, van Noord-Thais naar Engels? Geen idee.

In de Engelse tekst noemt de novice de monnik, die zijn piemel in een cake steekt, een ‘bald-headed prick’. Letterlijk: piemel met een kale eikel. Maar de betekenis is ook iets als ‘onbezonnen gek’. De novice voegt er fijntjes aan toe dat hij gecastreerd gaat worden. Tja, en de monnik gelooft dat ook nog…

Grappig dat monniken van elkaar weten hoe de intieme delen er uit zien… Maar mogelijk wordt dat verderop in het boek nog beantwoord…

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website