Thaise ingelegde vis (Karper of barbeel; naam in het Thais ปลาส้ม Pla Som of Som Pla)

Twee vrienden wilden verstandig worden; zij bezochten de wijze monnik Bahosod en boden hem geld aan om slim te worden. Tweeduizend goudstukken de man betaalden ze hem en zeiden ‘Je hebt nu geld, bezorg ons die wijsheid.’  ‘Goed! Wat je ook doet, doe het goed. Doe je half werk dan bereik je niks.’ Dat was de les die ze hadden gekocht voor al dat geld.

Op een mooie dag besloten ze vis te gaan vangen door al het water uit een vijver te scheppen en dan de vis op te rapen die lag te spartelen. De vijver was best groot en ze deden hun best maar een van hen kreeg grote honger en riep ‘Die krijgen we nooit leeg! Ik stop er mee!’  ‘Pardon? Wat je ook doet, doe het goed. Doe je half werk dan bereik je niks. Waarom hebben we die wijze woorden dan gekocht?

Dat realiseerde zijn vriend zich ook en ze schepten de vijver leeg. Maar ze vonden geen vis. Niet één! ‘Laten we dan maar naar paling graven!’ Ze groeven in de bodem en .. jawel, ze vonden een pot. Die was gevuld met goud! ‘Kijk, dat bedoel ik. Wat je ook doet, doe het goed. Doe je half werk dan bereik je niks. En nu hebben we echt wat, een pot goud!’

Het werd donker en de pot was erg zwaar, ze wilden hem ergens onderbrengen. Maar wie konden ze vertrouwen? Niet in handen van een arme sloeber want ze waren bang dat die het zou stelen. Maar wat dan? ‘Laten we het brengen naar een rijk mens. Iemand die al rijk is, die zal het niet stelen. Maar wij zeggen niet dat er goud in zit. We zeggen gewoon: ingelegde vis.’

‘Maar als ze er in kijken en zien dat er goud in zit? Wat dan?’  ‘Nou, we kopen wat ingelegde vis op de markt en dat leggen we bovenop het goud.’ En dat deden ze, kochten voor een baht vis, en legden dat op het goud. Ze belden aan bij rijke mensen; er waren  een hoop gasten binnen en ze vroegen ‘Vriendelijke miljonair, mogen wij alsjeblieft deze pot met ingelegde vis bij jullie laten vannacht? Wij komen hem morgen weer ophalen.’  ‘Natuurlijk, okay! Zet hem maar bij de stookplaats, daar.’

Later toen de gasten weg waren, begon de vrouw des huizes te koken en zag dat er niet genoeg vis was. ‘Nou, pak wat van hun vis!’ Dat deed de vrouw en ze ontdekte het goud. ‘Kom snel kijken!’ riep ze. ‘Er zit geen vis in maar goud! Vol met goud! Wow!’

‘Ren naar de markt en koop een emmer ingelegde vis’ zei haar man. ‘Wij geven ze morgen een emmer vis. Dat zeiden ze immers? Er waren net veel getuigen bij.’ Dat deden ze en ruilden de potten om. De volgende morgen ontdekten de vrienden het bedrog…

De rechter en de wijze monnik Bahosod

Wel, deze kwestie kwam voor de rechter en die begon zijn onderzoek. ‘Was het echt goud? Is het waar dat je er wat ingelegde vis op hebt gelegd?’ ‘Jazeker, jazeker. Wij waren bang dat ze het zouden stelen en daarom bedekten wij het goud met wat vis’ zeiden de vrienden.

Het echtpaar vertelde uiteraard een ander verhaal en al hun  vrienden, die niet beter wisten, bevestigden dat. De rechter trok zich terug en overlegde met de wijze monnik Bahosod. ‘Geen enkel probleem, rechter! Wij hebben alleen maar een boomstronk nodig.’ Die werd uitgehold en een ambtenaar werd gevraagd plaats te nemen in de holle boom. Hij kreeg potlood en papier en moest precies opschrijven wat hij hoorde. Daarna maakten ze een luchtgaatje in de holle boom en maakten beide openingen dicht met koeienhuid.

Toen werden partijen er bij gevraagd. ‘Om te bepalen wie gelijk heeft moet iedere partij deze boomstronk zeven keer om de tempel heen dragen. Wie weigert verliest sowieso.’ 

De twee vrienden moesten eerst lopen, niet wetend dat er iemand in zat! ‘Wat is dit ding allejezus zwaar! Ik zei je toch eerlijk te zijn en te zeggen dat er goud in zat! Maar jij moest er zonodig vis op leggen en ze vertellen dat het een pot met ingelegde vis was. Daarom zitten we nu in de shit!’ De ambtenaar in de boomstam schreef alles precies op en de vrienden kregen hem zeven keer om de tempel gesjouwd.

Toen was de beurt aan de heer en mevrouw. Zij moesten ook zeven keer sjouwen. Maar mevrouw had nog nooit zoiets meegemaakt en dat ding was zwaar. ‘Ik zei je toch dat ik dat niet wilde? Ik wilde dit niet! Het was van hen! Wij hebben ze opgelicht en de pot omgeruild voor een pot ingelegde vis!’ De ambtenaar hoorde ook dat.

Na de laatste zeven rondjes maakte de rechter de boomstam open en las wat er was geschreven. De twee vrienden kregen hun goud en het echtpaar kreeg niks. Zij moesten alles teruggeven. Zo zie je, als je maar eerlijk bent. En wat je er verder van kunt leren: niemand is zo slim als de monnik Bahosod!

Bron:

Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Engelse titel ‘Bahosod II. Pickled fish or gold’. Vertaald en bewerkt door Erik Kuijpers. De auteur is Viggo Brun (1943); zie voor meer toelichting: https://www.thailandblog.nl/cultuur/twee-verliefde-schedels-uit-prikkelende-verhalen-uit-noord-thailand-nr-1/

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website