Wat een teleurstelling! Win je de eerste prijs bij schilderen en trekt pa jouw toelage in. De jonge kunstenaar blijft arm achter.

Sanan is een tempeljongen – zoals ik. Nu studeert hij aan de kunstschool. Hij kan echt erg goed tekenen en schilderen en blinkt uit in het artistiek vormgeven van letters. Als er een, meestal godsdienstige, bijeenkomst in de tempel plaatsvindt, krijgt hij de opdracht spreuken, spandoeken en posters te schrijven. Hij heeft daar lol in en vereert daarmee de tempel. Dat werk is aan mij niet besteed. Mijn bijdrage aan de tempel is dat ik van tijd tot tijd de tuin veeg.

‘Ik had nooit gedacht dat ik ooit op de kunstschool zou komen’ vertelde Sanan me een zekere dag. ‘Dacht je dat je het toelatingsexamen niet kon halen?’ vroeg ik hem. 

‘Nee, ik maakte me geen zorgen om het toelatingsexamen: dat vertrouwen had ik er wel in. Het probleem was mijn vader. Hij was er op tegen dat ik kunst zou studeren want hij vindt dat je als kunstschilder armoe gaat lijden. Maar ik heb mijn zin toch doorgezet.’ ‘Hoe heb jij je pa dat duidelijk gemaakt zodat hij je toestond naar die school te gaan?’

‘Ik heb hem vooreerst verteld dat ik tekenen en schilderen erg leuk vind en dat ik geen interesse heb in een andere studie. Maar pa wilde me maar niet begrijpen. Hij bleef steeds maar opnieuw over geld praten. Tot slot heb ik hem dan maar gezegd dat ik liever dom zou blijven en in Bangkok echt niets anders wilde leren dan tekenen en schilderen.’

‘Gaf je vader toen op?’ vroeg ik. ‘Ja, hij moest wel opgeven want hij wilde niet dat zijn zoon een ‘ezel’ zou blijven. ‘Hou je niet van je vader?’ was mijn vraag aan Sanan. Hij, beledigd: ‘Wat een domme vraag. Je houdt toch zeker van je vader?’ ‘Maar, als je van je vader houdt waarom heb je zijn wens dan niet vervuld?’ ‘Nou, ik weet werkelijk niet wat je daarmee bedoelt.’

‘Omdat ik wist dat ik in een ander vak niet zou slagen zou het geld van mijn vader weggegooid geld zijn. Daarom ging ik tegen de wil van mijn vader in: om mijn toekomst zeker te stellen. Ik word zeker een beroemd kunstenaar in Thailand! Ik ga mijn pa bewijzen dat zijn zoon het juiste beroep gekozen heeft.’ zei Sanan zelfverzekerd.

‘Toch zal jouw vader niet tevreden zijn want kunstenaars zijn altijd arm’ antwoordde ik hem. ‘Dat is zeker niet waar. Een kunstenaar kan ook rijk worden.’ sprak hij me tegen. ‘Mijn schilderijen kunnen duizend of misschien wel tienduizend opbrengen, wie weet!’

Zo is Sanan. Hij houdt alleen van schilderen en droomt van niets anders dan een groot kunstenaar te worden. Op vrije dagen zag ik hem in gedachten verzonken voor zijn ezel staan en de pagode van de tempel naschilderen. Op andere dagen zag ik hem zijn tekenspullen uit de tempel halen om buiten de tempeltuin bezienswaardigheden te tekenen. Soms kleedde ik me uit om als model te fungeren als hij me daarom vroeg.

Hij gaat zuinig om met die paar honderd baht die hij maandelijks van zijn vader krijgt. Gaat nooit uit en rookt niet om verf en tekenspullen te kunnen kopen. Al die jaren zie ik hoe zuinig en ambitieus hij is. Het is alsof hij maar niet genoeg kan krijgen van het schilderen. Integendeel, het is alsof hij meer en meer verliefd wordt op het schilderen. ‘Als ik aan de kunstschool klaar ben wil ik aan de kunstacademie verder leren’ zegt hij tegen al zijn vrienden.

Het armoedige onderkomen van Sanan staat vol met af en onaf schilderwerk opgestapeld onder zijn bed, tegen de muren of los slingerend in de kamer. Tubes met verf en tekenmateriaal liggen verspreid op tafel. Op zijn bed liggen resten van lijsten, stukken linnen en gereedschap. Slaapmatje en kussen liggen opgerold aan het hoofdeind. De vloer is al heel lang niet meer geveegd. De kamer is zo’n bende dat hij erg klein lijkt. Maar het heeft er alles van dat de bewoner zich hier op zijn gemak voelt want hij vertelt iedereen dat een rommelige kamer er artistiek uitziet.

Op een morgen sleepte Sanan zijn schildersezel naar buiten, onder de grote boom die voor het monnikenhuis staat. Ik liep met hem mee. ‘Dit schilderij ga ik voor een prijsvraag maken’ zei Sanan tegen mij. Hij nam zijn potlood en schetste de omtrek op het witte doek. ‘Wat ga je tekenen?’ vroeg ik hem.

‘Wacht maar eens af, je zult het zien. Als ik je dat nu vertel dan vind je het niet interessant meer’ zei hij zonder me aan te kijken. Ik wilde hem niet meer storen en ging terug naar mijn eigen kamer. Sanan daarentegen was totaal in zijn schilderwerk verzonken. Tegen de avond ging ik weer naar Sanan terug en keek naar hem toen hij schilderde.

Er stonden een paar mensen omheen. Het schilderij was nog niet helemaal klaar maar je kon al goed zien wat hij geschilderd had.

Het schilderij stelde een oude monnik voor die net was teruggekomen van de dagelijkse bedelronde met de bedelschaal. Bovendien waren tempelkinderen te zien die daar wachtten op hun ontbijt voordat ze naar school gingen. Sanan kon in zijn werk de situatie goed weergeven. Het beeld maakte indruk op mij.

Ik vond het niet slecht. Maar enkele omstanders hadden wel wat aan te merken. De kinderen waren niet goed te zien, anderen vonden de kleuren niet mooi, en enkelen vonden de neus van de monnik te spits… Zo gaat dat met mensen; ze weten alles beter maar kunnen zelf niks. Het maakte geen indruk op Sanan. Hij reageerde er niet op. Met vaste hand ging de penseel over het doek om kleine dingen af te ronden.

Nog voor zonsondergang was het schilderij klaar. ‘Vannacht gaat de lijst er om en morgen breng ik het tijdig naar de prijsvraag’ zei hij toen hij alles naar zijn kamer droeg.

Ik was het hele verhaal rond dit schilderij al lang vergeten toen Sanan me vertelde dat hij de eerste prijs gewonnen had. Hij had mij en nog tien vrienden uitgenodigd in zijn kamer en had ons de prijs getoond: een beker. Daarna vroeg hij ons gebraden haantjes te eten. ‘Eet gerust, vrienden, maak je geen zorgen om de rekening want ik kreeg ook nog 1.200 baht als prijs!’

Dat eten heeft hem een 300 baht gekost. De rest van het geld had hij besteed aan verf, penselen, potloden, lijsten en tekenspul waarvan ik nog nooit had gehoord. Wat het allemaal gekost heeft weet ik niet.

‘Weet jouw vader nu al dat je de eerste prijs hebt gewonnen met schilderen?’ vroeg ik hem. ‘Waarschijnlijk wel, ja, want ik heb hem direct geschreven.’ ‘Nou, dan zal jouw vader daar wel blij mee zijn. Hij zal je vast wel iets geven’ zei ik en meende dat ook. ‘Ja, ik hoop ook dat mijn vader me wat geeft. Ik zal over een paar dagen wel van hem horen.’

Een paar dagen later trof ik Sanan weer. ‘En, heeft jouw vader al geantwoord?’ ‘Ja, mijn vader was erg blij dat ik zoveel geld heb gewonnen. Ik krijg komende twee maanden niks van hem….’

Bron: Kurzgeschichten aus Thailand. Vertaling en bewerking Erik Kuijpers. Het verhaal is ingekort.

Auteur Maitri Limpichat (1942). Hij was een hoge ambtenaar in Bangkok op de afdeling watervoorziening en sinds 1970 publiceerde hij een honderdtal korte verhalen. Hij vertelt over de ambtenaren in Thailand en hun verhouding onderling en naar het publiek toe.  Dit verhaal is uit 1976.

‘Sanan is een tempeljongen.’ Duitse tekst Sanan ist ein Klosterjunge. Klooster, het latijnse claustrum, betekent van de buitenwereld afgesloten. In landen met boeddhisme vertoeven jongens/jongemannen enige tijd in de tempel om te leren. Voor de bovenlaag is dat vaak status, voor de armen  noodzaak.

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website