Hoeden en petten en damescorsetten… op de markt is uw euro….
Een markt in Thailand is een ware Winkel van Sinkel, waar werkelijk alles te koop is. Wie klaagt over de hoge prijzen in dit land, moet zich spoorslags naar de talad begeven. Daar is je euro (omgerekend in baht) tenminste nog wat waard.
Elke zichzelf respecterende plaats in Thailand heeft enkele markten. Zelfs in de kleinste gehuchten tref je stalletjes aan die allerlei zaken aan de man proberen te brengen. Ik ben er gek op, en niet alleen vanwege de doorgaans aantrekkelijke prijzen. Een Thaise markt is een afspiegeling van het dagelijkse leven. Op een markt kun je alles kopen wat je maar nodig hebt (of wat je in feite níet nodig hebt). Je hebt ochtend-, middag- en avondmarkten, maar ik kies doorgaans voor de laatste soort.
Parkeren vormt altijd een probleem. Gezien de grote hoeveelheid spullen die altijd aan mijn vingers blijven hangen, zou de auto de beste oplossing zijn, maar die raak je in de buurt van de markt nauwelijks kwijt. Dan maar de motorfiets, inclusief vriendin, die een deel van de gekochte waar op de terugweg vast kan houden. Vervolgens: zie maar eens je Honda Click kwijt te raken tussen honderden andere gelijksoortige vervoermiddelen.
De centrale vraag is altijd: wat eten we vandaag (‘morgen’ ligt voor een Thai al achter de horizon)? De keuze is uitbundig. Varkens en kippen worden in delen verkocht, maar het is even zoeken naar de goede stukken. Eten we gestoomde kip, kant en klaar in een bakje? Of liever een van de vele soorten vissen, die vaak in barre doodsnood liggen te spartelen. Dit keer liever geen kikkers, die met opengesneden buiken in leven blijven, maar niet ver meer kunnen springen. Zoetwatervis of liever inktvis, zeebaars of andere zeedieren? De oesters worden geopend waar je bij staat. Ik doe dat liever zelf en slurp het zilte nat mee naar binnen. Gespoelde oesters zijn voor ‘sissies’.
Pas op dat je niet struikelt over de bedelaars die in het looppad proberen een graantje mee te pikken. Dan naar de groenten. Allemachtig wat een keuze, en vrijwel alles kakelvers. We gaan voor de pompoen, gestoomd een lekkernij. Een zak komkommers/augurken voor 10 baht. Waar praat je over! Uiteraard ook wat tomaten, sla, verse kruiden en allerlei andere zaken, waar ik de namen wel van hoor, maar niet kan onthouden. Bananen nemen we voor alle zekerheid ook mee, vooral die korte en stompe soort. De bodem van de portemonnee is nog lang niet in zicht.
Aan de voorzijde van de markt wordt het eten klaargemaakt. Viskoekjes, rijstcrackers, je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt hier voor luttele baht je buik vol eten. Rijst hoef je niet te koken, want is in een plastic zakje warm verkrijgbaar. In dit klimaat koelt het niet af voordat het op tafel staat. Ook verder hoef je niet de keuken in, want hier kun je alles voorgekookt, gebakken of gegrild meenemen. Het gevolg is dat boven de hele markt een rookwolk hangt die zich kan meten met de smog in Chiang Rai.
Wacht! We moeten nog even naar de ‘rommelmarkt’, aan de zijkant. Hier kunnen we snuffelen in oude computers, mobiele telefoons en aanverwante zaken. De kruidendokter brengt zijn pillen om te poepen (of juist niet) aan de man. Nieuwe of gebruikte schoenen? Zoek maar uit! En ook het aanbod aan broeken, ondergoed en overhemden is overweldigend. Voor de kinderen is er een speeltuin.
Gelukkig kan mijn vriendin op de terugweg alles dragen.