Het verhaal achter een tattoo: van jeugdzonde tot levenslange passie
Op jonge leeftijd nemen we wel eens beslissingen waar we later als volwassen mens niet meer achter staan. Ook volwassenen nemen wel eens zulke beslissingen, de ene wat onschuldiger dan de andere.
Soms kan een boek eigenlijk al lang en breed dichtgeslagen zijn, maar door nieuwe omstandigheden toch weer opengeslagen worden en plots worden er weer nieuwe hoofdstukken toegevoegd. Het hieronder beschreven wat controversiële thema polariseert, maar schuift meer en meer de mainstream in. Tot ongenoegen van de tegenstanders, maar ook de voorstanders zijn er niet echt blij mee, want het gaat ten koste van hun exclusiviteit; ze zijn niet langer de rebelse buitenbeentjes, maar ogenschijnlijk gewone meelopers geworden in een breed uitgemeten en maatschappelijk steeds meer geaccepteerde passie, namelijk die van het tatoeëren. De nieuwe omstandigheden die mijn gesloten boek weer lieten openslaan speelden zich een jaar of acht geleden af in Thailand, in een kleine tattooshop in Udon Thani, die ik niet eens bewust had opgezocht, maar waar ik eigenlijk bij louter toeval in terechtkwam en waar ik nooit meer uit weg ben gekomen.
De educatieve jaren
Toen ik een jaar of 16-17 was zat ik netjes op het atheneum zoals dat toen nog heette (misschien nu nog steeds, maar ik lees toch vaker de term VWO). Ik was een wat luie leerling die niet hield van huiswerk maken of blokken voor een examen. Gelukkig kwam ik met die instelling niet in de problemen, want ik was vrij slim en kon al goed overweg met woorden, die op het juiste moment en in de goede verhouding ingezet de indruk wekten dat ik de materie waarover het proefwerk of tentamen ging onder de knie had. Nu werkte deze tactiek niet bij alle leraren even goed. Onze aardrijkskundeleraar was een schat van een vent, misschien maar 10 jaar ouder dan zijn leerlingen. Zijn bijnaam was ‘lijkje’ en daar was hij zich bewust van. Het leek hem ook niet te deren (tenminste daar gingen wij gemakshalve vanuit), want zijn ongezonde looks (dun, bleek, sluik, wat vettig haar, enorm dikke brillenglazen, vol met vet, altijd een sigaar in de mond met bijbehorende tanden) schreeuwden om die titel.
Iedereen mocht hem echter en zijn leven als leraar was in tegenstelling tot dat van minder populaire collega’s best draaglijk. Onlangs is hij gestorven, iets te vroeg voor zijn jaren, ondanks zijn levensstijl en die bijnaam. Maar even een jaartje of bijna 50 terug in de tijd, toen meneer Crutzen nog springlevend was, al sprong hij toen ook al niet zoveel rond als zijn leeftijdsgenoten. Zijn diverse hartinfarcten als twintiger zullen daarin wel een rolletje hebben gespeeld. Ik was wel één van zijn favoriete leerlingen, al wist ik niet méér dan de rest van de klas. Echter, hoe meer ik schreef, hoe hoger mijn punt voor de overhoring of het proefwerk. Ik scoorde dan ook menige 10 en ging met een 9 voor aardrijkskunde op mijn rapport over. Zijn tegenhanger was de geschiedenisleraar, meneer Spierts. Een klein manneke op leeftijd, die zijn sporen al ruimschoots had verdiend in het leraarsvak en discipline in de klas afdwong met gezag. Hij was dan ook niet zo populair onder de leerlingen en ik was ook niet zijn favoriet. Hij had mijn truckjes namelijk door en gaf puntenaftrek voor ieder woord dat ik ongevraagd teveel opschreef. Altijd met een mager zesje door naar het volgende leerjaar.
Jeugdzonde, één van de weinige
Enfin, over de middelbare school en wat daarna kwam, zou ik nog uren kunnen door mijmeren, maar ik ben op een zijspoor geraakt. Dus terug naar de essentie. Ik was nogal een nerdy type, al zag ik mijzelf anders, ik kon in de spiegel niet voorbij kijken aan het sluike vettige kapsel (ja, ik ook), de spaghetti armpjes, de puistjes en het best al sterke brilletje (wel zonder vetvlekken erop), type ziekenfonds. Het was dat ik een gezond hart bezat, anders had ook mij een bijnaam als meneer Crutzen toegedicht kunnen worden.
Ik had wat vriendjes van school, maar ook een stel uit de wijk en dat waren geen nerds. Ze hadden de LTS al achter de rug, reden opgevoerde brommers en werkten zware Van Nelle rokend in de bouw of op een fabriek. En enkele van die maten hadden een stuk of drie biervilt formaat tattoos op iedere arm die ze bij zichzelf of onderling hadden gezet. En die zagen er best stoer uit. Ik zou ze nu American Traditional noemen, maar dan in de amateur versie, gezet met omgebouwde scheerapparaten en gebruikmakend van Oost-Indische inkt. Het kostte ze ogenschijnlijk niet veel moeite om mij ook zo’n ding aan te smeren, al was er in mijn hoofd een langdurig denkproces aan vooraf gegaan. Een tattoo stond namelijk voor het tegenovergestelde van wat ik was. En wellicht juist daarom koos ik ervoor om er eentje te nemen. Het super cliché plaatje moest het worden: een hartje met een dolk er doorheen en beneden aan de punt twee druppeltjes bloed. Een puber heeft altijd wel over iets hartzeer. Omdat ik niet precies kon voorspellen hoe mijn ouders zouden reageren vroeg ik om een maatje kleiner, centimetertje of zes-zeven hoogstens. De klant is koning en dus begon mijn vriendje aan het klusje. Freehand style, voor maar 5 piek werd de opdracht aangenomen. Halverwege de job riep zijn moeder dat de frieten waren opgediend en legde hij zijn machientje neer, mij achterlatend met een pijnlijke arm, verwarde gedachten en een half voltooid kunstwerk. Geen nood, iemand uit het publiek van vriendjes, pakte de draad op en ging verder met de klus.
Deze ‘artiest’ had echter helemaal geen kennis van zaken en toen ik zag hoe hij mijn hartje dreigde te verkloten heb ik hem vriendelijk verzocht om te wachten tot de frietjes op waren en de originele kunstenaar de job kon afmaken. In mijn 5 gulden waren toen ook nog frieten voor mij inbegrepen. Tegenwoordig ondenkbaar, maar in 1975 of zo waren die dingen (frietjes) best nog betaalbaar. Enfin, lang verhaal kort (het had nog veel langer gekund): ouders niet blij (maar ook niet kwaad) en ik iets stoerder, hoewel ik in mijn wereld een beetje vreemde eend in de bijt was geworden. Ik had mij een beetje uit mijn eigen wereldje weg gemanoeuvreerd Tegenwoordig ben je een vreemde eend als je geen tattoo hebt, maar toen was het nog omgekeerd. Jarenlang heb ik met het ding rondgelopen. Omdat het op mijn onderarm stond kon ik het met een lange mouw aan het oog onttrekken, maar als de situatie het toeliet, toonde ik het kleinood met enige trots aan de wereld, hoe lullig klein en onnozel simpel het plaatje ook was.
De laser lost alle problemen wel voor je op
Tot ik ging werken bij de Europese Commissie in Brussel. Daar vond ik het niet bij passen, na alle jaren van vreemde blikken en onbegrip in de vaderlandse ambtenarij. Toen ben ik een keer of tien naar het vers opgerichte lasercentrum gereden, een dorp verderop, waar ik voor veel geld en nog veel meer pijn afscheid heb genomen van mijn decoratie die ik al bijna 20 jaar zo gekoesterd had. Ik ging met mijn broer samen, die ook een ongewenst plaatje op zijn arm had staan. Dat was pas een echt bloed spektakel te noemen; zijn tattoo was nog nieuw en zat lekker diep in zijn arm en het bloed spatte letterlijk op de bril van de laserman. Na een lichtflits of 3000 werd er dan snel een drukverband om de arm gewikkeld om de ergste zwellingen tegen te gaan en mocht hij een maand later weer opnieuw op de slachtbank. Na tien sessies of zo was de decoratie nog niet verdwenen, maar wel een hoop euro’s.
Uiteindelijk bleef hij met een soort brandwondenlitteken zitten, dus zijn behandeling kan niet echt een succes genoemd worden. Gelukkig mocht ik altijd eerst van hem, omdat ik het grotere mietje was. En het moet gezegd: zo’n oud plaatje was makkelijker te verwijderen dan zo’n verse. Wellicht zijn de apparaten tegenwoordig ook wat pijnlozer en minder bloeddorstig, maar een voorzichtig afgegeven advies zou kunnen zijn: bezint eer ge begint. Dat geldt voor veel ondoordachte beslissingen, maar die zijn niet allemaal zo pijnlijk en kostbaar. Uitzonderingen daargelaten. Ik was superblij dat mijn cliché plaatje was verdwenen, want ik was er na die lange tijd ook wel wat op uitgekeken.
De geschiedenis herhaalt zich
Echter, niet zonder hem het jaar erna op mijn rechterschouder te laten herplaatsen, deze keer door een professional en voor 30 keer de originele prijs. Daar op mijn achterkant was hij echt van mij en had niemand er meer zicht op. Opgerolde mouwtjes of niet. Ikzelf zag hem natuurlijk ook niet meer, behalve als ik in de spiegel keek, maar dat vond ik niet zo erg. Later liet ik er nog wat (gelukkigs) naast zetten en was het een formaat bierviltje geworden, maar iets moois was het niet echt en in de loop der jaren werd de afbeelding door slijtage ook nog eens meer en meer lelijk. Die neiging hebben alle tattoos nu eenmaal. Vers gezet zijn ze op hun mooist, vanaf dat moment worden ze alleen maar vager, onscherper, fletser, waziger, dus lelijker. Soms duurt het vele jaren, maar helaas kan die aftakeling ook vlugger plaatsvinden.
Gelukkig zat hij in dit geval op mijn rug en werd ik er zelf niet dagelijks mee geconfronteerd. De gemiddelde tattoo tegenstander zal nu gauw roepen dat ik dan ook een spijtoptant ben, net als alle tattoo fans, maar dat is zeker niet het geval; lees maar verder. Dit is wel de Thailandblog dus ik moet langzaam oostwaarts gaan manoeuvreren. Mijn nieuwe en huidige Thaise echtgenote kwam met een prachtige bonusdochter. En prachtige bonusdochters hebben ook geweldig leuke vriendjes, zeg maar stief-schoonzonen. Zo ook zij en het was ook een aardige vent, al ziet ze hem nu wellicht met andere ogen, want hij maakt na een misstap inmiddels al jaren geen deel meer uit van de familie. Een jaar of acht geleden waren we echter een keer samen in Thailand op vakantie en was hij nog gewoon mee van de partij. Het was een sportieve jongeman die al beschikte over hier en daar een homemade tattoo op zijn lijf. Niks moois en ook niet bepaald gestructureerd; gewoon wat random zwarte doodles. Maar om zijn liefje te imponeren ging hij de stad (Udon Thani) in om één van zijn armen eens flink te laten vol kleuren (in zwart-wit) bij een shop waar ik uiteraard zelf nog nooit was geweest.
Ik weet niet hoe hij op het zaakje gekomen was, maar ik besloot met hem mee te gaan, uit nieuwsgierigheid, maar ook om hem gezelschap te houden, want zo’n sessie duurt algauw een hele werkdag. Zijn armpje knapte flink op van de decoraties en hij besloot voor een full-sleeve te gaan, waarbij dus de gehele arm van pols tot schouder voorzien wordt van kunstwerken, in zijn geval van wat boeddhistisch getinte taferelen. Tijdens de lange sessies kwam ik zelf ook op het lumineuze idee om naast mijn schouder tattoo een portret van mijn inmiddels hoogbejaarde moeder te laten printen voor de eeuwigheid. Niet van haar verschrompelde kopje nu, maar van toen ze 18 jaar oud was. Ik had gemakshalve een foto van haar trouwerij meegebracht als voorbeeld. Nu was die al wat oud en niet supergedetailleerd, met als gevolg dat er wat eigen interpretatie van de artiest in kon sluipen. En omdat zijn referentiekader nu eenmaal richting Azië neigde, kwam mijn moeder ook met een Chinees-achtige look op mijn rug terecht. Stond haar niet slecht en al met al was het idee dan ook nog best goed gelukt en moeder bij thuiskomst ook min of meer aangenaam verrast, emotioneel van het mooie gebaar, hoewel je dat bij een liefhebbende moeder nooit helemaal zeker weet.
Langzaam slaat de verslaving toe
Daarna kwam er nog een (uiterst pijnvolle) cover bovenop mijn oude tattoo en dat was eigenlijk het begin van een jarenlange verslaving waarbij elk bezoek aan Thailand en Udon Thani ook automatisch een bezoek aan de tattooshop betekende. De alleraardigste uitbater van het etablissement groeide uit tot een goede vriend, hoewel onze vriendschap zich beperkt tot onze frequente ontmoetingen in zijn zaak en hij meestal na een hartelijke begroeting duizenden keren met een naald in mijn vel gaat steken. Soms best pijnlijk en soms valt het wel mee. De duur van een sessie speelt daarbij ook een rol; na tien uur prikken wil je het liefst schreeuwend van ellende het pand verlaten en zijn zowel artiest als zijn ‘slachtoffer’ helemaal gaar gestoomd. (Nu even een kleine voetnoot voor de geachte lezers die niks moeten weten van dit soort lichaamsversieringen en het meer zien als lichaamsverminking: dit is absoluut geen propaganda om het onderhuids aanbrengen van – mogelijk giftige of kankerverwekkende – kleurstoffen te promoten.
Ik heb zelf ook gewacht tot ik bijna de 60 ging aantikken en ben daarna pas behoorlijk los gegaan. Geen centje pijn -figuurlijk dan- en geen spijt. Ik heb gelukkig nog een mooi strak huidje waarop de naald goed vat heeft, maar ik ken ook leeftijdsgenoten wier vel al te slap hangt om nog doorgang te bieden aan zelfs de scherpste naald. Dus vooral niet doen als het je niet interesseert of als je velletje niet meer zo strak aansluit. Voor de angst, de pijn, de kosten hoef je het niet te laten, maar als het niet voor jou is, dan ben je waarschijnlijk een exclusievere uitzondering dan alles en iedereen tussen Yakuza en huisvrouw met overgewicht. Namelijk met je ongerepte verpakking van een ook zonder tattoos aantrekkelijke lijf). Nee, wat ik bijna net zo bijzonder vind, is om deel te worden van een soort van cultuurverschijnsel. Mijn tattooshop in Udon is mijn tweede thuis daar. Tot voor kort ging ik er prat op dat elk stukje inkt door mijn maat is geplaatst, Ik zeg tot voor kort omdat hij onlangs met een collega samen aan de slag is gegaan om tijd te winnen en pijn in de rug uit te sparen. Zijn rug welteverstaan.
Familie van de tattoo artiest geworden
Als ik weer een keer kom opdagen word ik niettemin met open armen, bijna als familie ontvangen. De meegebrachte chocolade of tijdschriften meteen dankbaar op de website gepost en het cadeautje voor de pasgeboren baby valt nog veel beter in de smaak. Er wordt altijd eten en drinken mee besteld voor de betere klant en er heersen bijzonder hoffelijke omgangsvormen die men eigenlijk niet verwacht in een kleine ruimte met allemaal ingekleurde types. Natuurlijk druppelt er ook wel eens een wat ongepolijst figuur binnen (meestal een farang) maar tussen de collega’s onderling en vooral naar de eigenaar toe valt nooit een onvertogen woord en, zo verzekert mijn vrouw mij, is er groot respect voor elkaar.
Verfrissend in een maatschappij waarin het daaraan meer en meer ontbreekt en de brutalen de dienst uit menen te moeten maken, ook op het werk. Nu is mijn vriend de tattooman ook een bijzonder innemend figuur. Hij ziet er eerder artistiek dan ruig uit en ook zijn karakter is meer ingetogen dan uitbundig. Gewiekste zakenman die hij is weet hij daarnaast wel steeds in te springen op nieuwste trends in de markt en zo voer hij bijvoorbeeld wel bij de handel in miniatuur sierkreeften die in piepschuim verpakt door Thailand zwierven op zoek naar kapitaalkrachtige verzamelaars. Honderdduizend baht voor zo’n klein zwemmend kreng waren daarbij geen uitzondering en deze landden voor de afwisseling eens niet op de BBQ. Toen daar de nieuw vanaf was werden planten met deels witte bladeren de nieuwe rage waarvoor eveneens absurd hoge bedragen werden neergeteld. Ik zag ze ook wel eens op diverse markten en alleen het prijskaartje verried dat ze bijzonder waren. Plotseling gooide de overheid drastisch het roer om en werd cannabis zo legaal als maar wat terwijl de gevangenissen nog boordevol gebruikers en handelaren zaten (graag geen terechtwijzingen aangaande de juridische (on-) juistheid van mijn beweringen; ik probeer gewoon een verhaal te vertellen).
Prompt werd het bijouteriewinkeltje naast de tattooshop omgetoverd tot een cannabis hemel. Zittend in de tattoo afdeling zag men dan opeens een heel ander soort publiek bij de buren naar binnen lopen. Soms met opgeheven hoofd, soms een beetje schichtig. Opvallend veel buitenlanders van uiteenlopende leeftijd, maar doorgaans toch aan de foute kant van de 50. Natuurlijk ook wat Thaise liefhebbers, maar die vormden toch een duidelijke minderheid. Wellicht kweken de autochtonen hun eigen genotmiddelen op hun balkon nu het mag. In de cannabis shop zelf gold echter een rookverbod, wellicht door de wetgever zo bedoeld, maar het kan ook zo door de eigenaar zijn bepaald om te voorkomen dat zijn verkoper de godganselijke dag weed dampen moet inhaleren. Gelukkig wist hij daar een handige mouw aan te passen: kom gewoon even een trekje aan de waterpijp doen in de tattooshop.
Ik heb daar dan ook uren gelegen in een gezellige drukte, pijn lijdend door het geprik, harde muziek, in- en uitlopend volk en nieuwsgierige blikken op mijn ontluikende lichaamsversieringen, die gelukkig altijd op discrete plaatsen werden aangebracht. En lichtelijk high door de alomtegenwoordige walm van vers gerookte weed, afkomstig uit de diepe krochten van andermans longen. Niet bepaald een meditatieve gewaarwording, maar dat alles mag de pret niet drukken, want ik ben zelf ook een junk. Een tattoo junk. Nooit een sigaretje aangeraakt, nooit ook maar één glaasje bier en al zeker gen drugs, al dan niet hard. Ondanks mijn studie in Amsterdam, waar toen meer dealers en junks rondliepen dan net volk zoals ik. De inkt die onder je huid wordt gepompt heeft echter een verslavende werking op mij waardoor ik elke vakantie weer een paar keer binnenwip bij mijn home-away-from-home. Voor een gezellig babbeltje met de andere bezoekers uit allerlei windstreken aangewaaid, met allemaal verschillende achtergronden en motivaties om hun vel te laten inkleuren.
De maat is niet vol, maar wel het vel
Gelukkig (al is dat niet echt de juiste term) begin ik langzaam vol te raken. De real estate raakt op. Dat komt ook omdat bepaalde plekken op mijn lijf taboe zijn (hand, gezicht, nek en nog een paar stekkies) of te veel pijn doen. Want ik ben geen echte bikkel. Dus het wordt steeds meer een zoektocht naar een geschikte plek, meer nog dan de zoektocht naar de geschikte afbeelding. Kinderen en moeder staan erop. Met de vrouw moet je altijd wat voorzichtiger zijn, maar we delen wel partner tattoos (natuurlijk). De laatste jaren van mijn ambtenaarschap liep ik overigens weer gewoon met blote armen rond op kantoor. Men kende mij inmiddels uitvoerig als mens en kon de decoraties goed vereenzelvigen met mijn persoonlijkheid. Bovendien werkten bij ons veel jongelui, ook in topposities die soms zelf hun body art tentoonstelden. Ik denk dat ons (internationaal) bedrijf gelijke schrede houdt met wat zich in de maatschappij afspeelt. Het enige wat ik anders zou doen is nog een keer helemaal van vooraf aan beginnen, met meer structuur en uniformiteit. Maar dat kan natuurlijk niet en zou ook jammer zijn van de vele tientallen uren op de pijnbank en de vele tienduizenden bestede lokale munteenheden. Ik heb hier in NL een schat van een kennis, werkzaam in de ouderen zorg en die verzamelt een integraal kunstwerk dat straks een groot deel van zijn huid zal bedekken. Prachtig om te zien. Zijn enige restrictie is het budget en de pijn. Het masterplan is al helemaal uitgeschreven en voor een groot deel al geïntegreerd. De rest zal ongetwijfeld nog volgen.
Lees dit persoonlijke artikel voor je plezier, maar zie het vooral niet als propaganda voor tattoo kunst of als poging iemand te overtuigen dat een tattoo een must in het leven is. Uiteindelijk is het beter van niet. Net als niet roken, niet drinken, niet te veel, maar gezond eten, niet te lang in de zon liggen/lopen, niet te sportief autorijden, onsportief zijn, niet te veel tv kijken of op je laptop en gsm. Enzovoort, de lijst is eindeloos en wordt steeds langer naarmate weer één of andere slimmerik iets leuks in iets ongezonds of zelf gevaarlijks omtovert. Veel vaak zeer aantrekkelijke dingen, die we doen om de leuk en niet omdat ze zo goed voor ons zijn, behalve voor (meestal overbodig) amusement. De tattoo ‘verslaving’ kun je gewoon in dat rijtje zetten.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand6 oktober 2024Mijn goede zwager Kam
- Leven in Thailand3 oktober 2024Marco, hoe een schietgrage schavuit uiteindelijk een devoot monnik werd
- Leven in Thailand28 september 2024Ronny of ‘ook oude bomen kan men nog ompotten’
- Leven in Thailand25 september 2024Er was eens: Henk of hoe eindeloos gelukkig de Thaise vrouw je kan maken
Prachtig verhaal weer Rick en ik snap het helemaal.
Ik denk dat iedereen wel vatbaar is voor een verslaving, jij hebt een goede keuze gemaakt, alcohol, drugs,roken, gokken zijn de keuzes die wat meer problemen meebrengen dan huidversieringen.
Dank je Geert!
Behalve mijn decoraties ben ik inderdaad 100% clean, zelfs geen koffie of thee, hoewel dat natuurlijk niet echt schadelijk is 😉
Bedankt voor je levensloop, deed me ook nog eens terugaan naar mijn verleden, waar in Udon kan ik de Tatoeshop vinden? Als ik de kracht vind, laat ik mijn eerste zetten…..
Jij bedankt voor je aardige reactie Jo!
‘Mijn’ studio heet yimsiam tattoo in Udon dus.
Wandel er eens binnen, liefst met een plaatje dat je zou willen. Nong Aek runt de show en Nong Jo is ook bedreven. De anderen zijn in de leer, dus tenzij je als oefenproject wil fungeren zou ik één van de eerste twee artiesten vragen voor je debuut.
Misschien zie ik je er ooit zitten of liggen met een op en neer wippende naald in je velletje.
Eigenlijk was ik niet van plan het verhaal te lezen maar ik heb toch even gekeken wie het geschreven had. Jij dus.
Zelf heb ik totaal geen neiging tot welke verslaving dan ook. Een dag (of meerdere) zonder alcohol of zonder koffie is totaal geen probleem voor mij. En een tattoo hoeft ook niet van mij. Trouwens, ik ken weinig Thaise mensen met een tattoo. Maar mogelijk zitten die op plekken die ik niet te zien krijg.
Ga door met schrijven!
Fijn dat je toch even gekeken hebt, Hans.
Nog fijner dat je qua ongezonde verleidingen zo sterk in je schoenen staat, altijd beter voor de mens. Ik denk dat moderne tattoo’s in bepaalde Thaise kringen nog niet zijn doorgedrongen en misschien ook niet zo gauw zullen opduiken. Wel zie ik ook ‘op het dorp’ veel traditionele/religieuze afbeeldingen, ook vaak op monniken, alhoewel die natuurlijk ook niet altijd even devoot zijn. Die hebben hun plaatjes doorgaans op borst of rug staan. In een monniken zwembad zou je er wellicht wat vaker tegenaan kijken kunnen.
Wie mij leest zal snel doorhebben dat ik het thema vaak wat ondergeschikt maak aan de vertelwijze.
Amusementswaarde vind ik belangrijk in deze soms wat trieste tijden. Wie ellende over zich heen wil krijgen hoeft maar de TV aan te zetten.
Ga vooral door met lezen en reageren: altijd leuk om te weten dat de uren schrijfplezier minuten leesplezier opleveren en voor sommigen een reis terug in de eigen tijd.
Hallo Rick,
Bedankt voor je lange verhaal met jouw leuke stijl van schrijven, leest het zo weg.
Ik hoop dat je nog meer van die verhalen voor ons hebt.
En als reactie op Hans Pronk, ik heb juist het idee dat het aantal tatoeages bij Thaise mensen de laatste jaren geëxplodeerd is vooral bij de ‘jongeren’ en niet alleen in Bangkok maar ook waar wij wonen in een dorp in Saraburi.
Groet Peter
Persoonlijk vind ik een tattoo een soort van lichaamsverminking.
Buiten dat het dan nog eens ontzettend veel pijn doet snap ik niet dat mensen eraan verslaafd kunnen worden. Er lopen heel wat mensen rond die achteraf grote spijt hebben van die jeugdzonde. En studies wijzen uit dat het niet bepaald gezond is voor de huid.
Maar goed, iedereen doet wat hen het best uitkomt. Niet aan mij besteed.
Citaat:
Lees dit persoonlijke artikel voor je plezier, maar zie het vooral niet als propaganda voor tattoo kunst of als poging iemand te overtuigen dat een tattoo een must in het leven is. Uiteindelijk is het beter van niet. Net als niet roken, niet drinken, niet te veel, maar gezond eten, niet te lang in de zon liggen/lopen, niet te sportief autorijden, onsportief zijn, niet te veel tv kijken of op je laptop en gsm. Enzovoort, de lijst is eindeloos en wordt steeds langer naarmate weer één of andere slimmerik iets leuks in iets ongezonds of zelfs gevaarlijks omtovert. Veel vaak zeer aantrekkelijke dingen, die we doen om de leuk en niet omdat ze zo goed voor ons zijn, behalve voor (meestal overbodig) amusement. De tattoo ‘verslaving’ kun je gewoon in dat rijtje zetten.
Fijn dat we het eens zijn Teun en bedankt voor het delen van je mening.
Hallo Peter,
Bedankt voor je fijne reactie! Altijd fijn om te horen dat mijn pennevruchten worden verslonden, ook al zijn ze vaak langer dan de gemiddelde blog. Soms is er gewoon geen rem op mijn schrijflust….
Ik heb in de laatste weken zo’n stuk of 20 stukjes van mijzelf hier zien langskomen; ik hoop dat je er geen gemist hebt….er zullen er zeker nog volgen, hoewel mijn vrouw soms argwanend kijkt als ik weer eens op mijn Phone lig te kloppen….maar de kruik zal zolang mogelijk te water gaan, hopelijk zonder ooit te breken…
Leuk verhaal Rick, en prachtige tattoo’s.
Heb wel eens een tattoo overwogen, maar is al die inkt, niet slecht voor je huid?
Bedankt Roelof,
Zoals ik ook aangaf zal voorbij lopen aan de tattooshop mogelijk beter voor je zijn. Er is wel een studie (of enkele ?) die voor gezondheidsrisico’s waarschuwt. Nu zijn die wel over ieder thema te vinden. Het blijft toch een persoonlijke afweging: het hoeft niet maar kan als je het leuk genoeg vindt…
Ik ben waarschijnlijk erg ouderwets op dit gebied maar ik heb helemaal niks met tattoos. En voorzover ik daarbij gevoelens heb zijn die negatief. Ik hoef dan ook niet te schrijven dat ik er zelf geen heb en geen haar op mijn hoofd (en dat zijn er niet veel meer) er aan denkt om er een te nemen.
Voor mijn zijn tattoos uitingen van een houding van onverschilligheid jegens de maatschappij, maatschappelijke onaangepastheid, opstandigheid en criminaliteit. Het aantal Thaise gedetineerden met een tattoo is bijna 90% heb ik wel eens gelezen (en kijk maar eens naar foto’s van gedetineerden) en op straat, in het gewone leven heeft nog geen 10% een tattoo.
Ja, ik weet dat de wereld is veranderd sinds alleen werkers op de grote vaart een tattoo hadden en ik weet ook dat menige profvoetballer tattoos heeft. Overigens zijn een niet gering aantal van hen ook criminelen (lees het nieuws) , tot Messi aan toe (belasting-ontduiking). Als zichtbare tattoos zouden worden verboden in het profvoetbal over de hele wereld zouden de elftallen er heel anders uitzien. En Messi maakt mij niet wijs dat hij meer doelpunten maakt na zijn Jesus Christus tattoo op zijjn linkerbeen. Als Jesus echt had gewild dat Messi meer doelpunten zou maken zou hij wel met tattoos zijn geboren.
Ik weet niet of ouderwets je visie correct omschrijft. Misschien is (sterk) bevooroordeeld een betere benaming. Zo extreem lees je ze immers niet vaak, alhoewel jij de neiging lijkt te hebben om onderwerpen dusdanig te benaderen. Moet kunnen, we staan niet allemaal hetzelfde in het leven en iedereen mag een mening hebben en deze hier ook verkondigen komen.
Ik ken overigens wel een paar luitjes met tattoo’s die niet onverschillig zijn jegens de maatschappij, maatschappelijk onaangepast, opstandig en crimineel, mijzelf inclusief. Misschien kijk je gewoon teveel en op de verkeerde manier naar de verkeerde mensen. Tuig is geen tuig door de tattoo’s maar omdat het tuig is, of denk je dat ze zonder de vaak walgelijke plaatjes opeens misdienaars zouden zijn? Maar ik snap je punt: het is niet aan jou besteed en wie er anders over denkt mag wat jou betreft hier ondergeschoffeld worden samen met het overige uitschot der aarde. Waar mijn anekdote een lieve schildering is van mijn leven (moeder en kinderen op de rug, toch best een mooi symbool) is jouw reactie een heftige stereotypering van een jou eigenlijk onbekend fenomeen.
Ik kijk naar alle soorten mensen en ben open-minded. Ik kijk niet naar de verkeerde mensen. Wat is verkeerd trouwens? Van mij mogen mensen tattoos hebben. Ik schoffel niemand onder maar heb bepaalde vooroordelen die zeer vaak in de praktijk worden bevestigd. En dan worden vooroordelen oordelen.
Tuig is inderdaad geen tuig omdat ze tattoos dragen maar tuig is meer geintersseeerd in tattoos dan de gemiddelde burger, om wat voor reden dan ook. Tattoos zeggen iets over de drager ervan. En dat is ook niet zo vreemd, De drager wil met zijn (zeker zichtbare) tattoos iets uitdragen naar degene die er naar (moeten) kijken. Daarvoor heeft hij/zij ook betaald. En dat zie ik overal om me heen in Thailand: in Bangkok maar ook hier in de Isaan.
OK Chris.
Laten we er verder geen energie in steken.
Statistieken van deze tijd geven een ander beeld.
even gegoogled:
Uit onderzoek van de Texas Tech University uit 2010 bleek dat mensen met 1 tatoeage precies hetzelfde zijn als mensen zonder. Sociaal gezien gedroegen ze zich identiek (pfiew, officieel bewijs dat ik gewoon spoor en niet mijn hersens eraf heb laten tatoeëren). Interessant gegeven bij dat onderzoek was dat bij mensen die vier of meer tatoeages hadden wel sprake was van afwijkend sociaal gedrag. Ik zou er voor de gein om het testen bijna een paar extra bij laten zetten.
Tijden veranderen.
Een 55 jaar geleden was je zowat een outlaw als je met tattoos rondliep.
Nu ben je zowat een outlaw als je zonder tattoos rondloopt.
Ik zeg wel eens tegen mijn vrouw, we vallen zowat uit de toon, wij zijn bijna de enigen zonder plakplaatjes.
Gr. Arno
Klopt helemaal Arno,
Maar geen zorgen: het zal nog wel even duren voordat de ongerepte huid echt een minderheid wordt. Nu is daar nog geen sprake van, al rukt het tattoo gilde steeds verder op. Wie bijzonder wil zijn loopt dan ook beter in een ruime bocht om de inkt paleizen heen. Het goede nieuws is dat tattoo mensen je niet gauw zullen afrekenen op de staat van je vel, dus scheve blikken zul je niet gauw krijgen als een snelle body scan geen decoraties oplevert. Zelfs ik ben wel eens jaloers als ik een volledig originele verpakking zie bij een deels ontbloot medemens. Want eigenlijk behoeft een goede wijn geen krans.