‘Muzikale moed en andere wonderen in Thailand’

Wie ooit een Thaise band Sweet Child O’ Mine heeft horen spelen, weet dat moed vele vormen kent. De menselijke geest heeft een grenzeloos vermogen tot zelfoverschatting en nergens komt dat zo mooi tot uiting als in de bars van Bangkok of Chiang Mai, waar een gitarist met het zelfvertrouwen van een jonge Keith Richards en de uitspraak van een karaoke-machine met een stofallergie zich in het Engels waagt.
Thailand is een paradijs voor liefhebbers van live muziek, al is het niet altijd duidelijk of dat een zegen of een beproeving is. In vrijwel iedere bar waar men een biertje schenkt, staat een podium gereed voor een band die zich dapper een weg baant door het repertoire van The Rolling Stones. De muzikanten zijn vaak alleraardigst en hun gitaarspel is verbluffend precies. Menig Thaise gitarist kan een solo uit Hotel California tot op de noot perfect uitvoeren, zij het met de geconcentreerde blik van iemand die net een ingewikkelde IKEA-handleiding probeert te ontcijferen. Maar zodra de zang inzet, ontvouwt zich een taalkundig avontuur waar zelfs Google Translate nerveus van zou worden.
Het Engels dat hier gezongen wordt, heeft iets van een oude sok die te vaak gewassen is: de oorspronkelijke vorm is nog net te herkennen, maar er zitten gaten in op de meest verrassende plekken. “I can’t get no… salisprashes!” hoor ik een bevlogen zanger brullen, zijn ogen gesloten van overgave, terwijl het publiek begrijpend knikt. Het is tenslotte de intentie die telt, zoals bij moderne kunst gaat het niet om de uitvoering, maar om het gevoel dat het oproept.
En dan gebeurt er iets vreemds. Plots verschijnt een nieuwe band en opeens klinkt het Engels vloeiend, de uitspraak loepzuiver. Geen ‘salisprashes’, geen ‘Knockin’ on Haven Door’. Het is perfect. En dan weet je: dit zijn geen Thai.
Het is een fenomeen dat zich overal in Thailand voordoet. Overal waar een liveband Bohemian Rhapsody speelt zonder dat het klinkt alsof de zanger een wasknijper op zijn neus heeft, blijkt de band uit Manila of Cebu te komen. Het lijkt een natuurwet. Hoe kan het toch dat een land zo getalenteerd is in karaoke, terwijl een ander, hoe hard het ook probeert, het maar niet onder de knie krijgt?
Misschien ligt het aan de Filipijnse liefde voor muziek. Misschien aan hun onophoudelijke training op familiefeestjes, waar het weigeren van een microfoon zo onbeleefd is als het opeten van de laatste snack zonder te vragen of iemand anders nog trek heeft. Wat het geheim ook is, feit blijft: wanneer een band je met perfecte uitspraak toezingt dat je Knockin’ on Heaven’s Door bent, is de kans groot dat de zanger de vorige avond in Cebu nog een barkruk aan het dragen was.
Maar ach, wat maakt het uit? Live muziek in Thailand is een ervaring die je koestert, hoe vals of verrassend zuiver het ook mag klinken. Misschien is dat juist de magie. Want ironisch genoeg zorgt in het land van de glimlach vooral de stem van een buitenlander voor de breedste grijnzen. Maar dat is het mooie van muziek, zolang de toon goed is, maakt het niet uit waar het vandaan komt…
Over deze blogger

-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Gewoon heel vaak hun afkeer van andere talen en/of zich de moeite ontzien om ze aan te leren. Wie in het Engels zingt begrijpt meestal voor geen meter/noot wat hij of zij zingt . En tja waarom zou dat moeten? Iedereen weet dat Thais een wereldtaal is
Zie je ‘n Engelstalige film op tv of ‘n interview in ‘t Engels;
Alles wordt gesynchroniseerd naar ‘t Thais, zodat geen enkele Thai ook maar enige notie heeft van de Engelse uitspraak.
Laats was ik in ‘n privé hospitaal in Chiangmai voor ‘n gesprek/uitleg over ‘n behandeling cq check-up. Die vr specialist was niet te verstaan, bovendien had ze ‘n mondkapje.
Ik vroeg beleefd of dat afmocht? Nou zeg, gepikeerd dat háár Engels geradbraakt werd.
Alsof ik haar ‘n oneerbaar voorstel deed.
Maar na de faktuur zou je toch wel verwachten dat er verstaanbaar Engels gesproken wordt.
Oei het losing face in combinatie met het mondkapjessyndroom. Bijna levensgevaarlijk zelfs in een ziekenhuis om daar een opmerking op te maken.