‘Je ergeren aan ergernissen’

Door Farang Kee Nok
Geplaatst in Cultuur, Korte verhalen
Tags: ,
9 maart 2025

Er is een type mens dat zich overal en altijd thuis voelt, ongeacht de omstandigheden. Hij wordt in Thailand wakker in een vochtige bungalow met een kakkerlak in zijn schoenen, haalt zijn schouders op en bestelt een rijstsoepje met een onbekende proteïnebron. “Zo gaat dat hier,” mompelt hij tevreden. Dit is niet de mens waarover wij het vandaag gaan hebben.

Nee, de ware gepensioneerde farang in Thailand denkt daar heel anders over. Hij vertrok uit Europa met de verwachting een tropisch paradijs te vinden, waar alles net zo comfortabel zou zijn als thuis, maar dan met palmbomen. Wat hij aantrof, was iets anders. Een land waar brommers flitsen als zwermen muggen, afspraken zweven als ochtendmist en service een mystiek verschijnsel is dat zich soms, onder de juiste astrologische omstandigheden, even laat zien.

Het gevolg is dat deze man, laten we hem voor het gemak meneer De Vries noemen, zich dag in dag uit bekwaamt in zijn favoriete tijdverdrijf: ergeren. Dit is geen lichte, vluchtige vorm van irritatie, nee, dit is een diepgewortelde, levensbeschouwelijke ergernis die hij met een ijzeren discipline cultiveert.

Zo wandelt meneer De Vries op een ochtend naar zijn favoriete koffiehoekje, in de hoop op een verstilde ochtendreflectie. Helaas. Er klinkt muziek. Geen subtiel achtergronddeuntje, maar een volstrekt overbodige remix van een reeds onaangenaam nummer. Hij rilt. “Moet dat nu?” mompelt hij, niet tegen iemand in het bijzonder. Het moet, zo blijkt, want de jongen achter de toonbank negeert hem met een zwijgzaamheid die enkel kan worden uitgelegd als een stil protest tegen alle klagende buitenlanders van de laatste twintig jaar.

Als hij dan eindelijk zijn koffie krijgt, een lauwe substantie die hij onder andere omstandigheden zou betitelen als een schande voor de gehele koffie-industrie, nestelt hij zich in een stoel en klikt het Thailandblog open op zijn telefoon. Hier vindt hij zijn soortgenoten. Hier, waar ergernis geen last is maar een liefhebberij. Iemand heeft een foto geplaatst van een prachtig strand, maar meneer De Vries laat zich niet misleiden. “Dit is dus niet het echte Thailand,” bromt hij in de commentaren. Een ander heeft een enthousiast stuk geschreven over de vriendelijkheid van de Thai. “Schijnheilig,” bijt meneer De Vries terug, in de diepe overtuiging dat hij de enige is die het doorheeft.

Met een zucht, de zoveelste van de ochtend, scrolde hij verder door Thailandblog. Zijn oog viel op een verhaal van een zekere Farang Kee Nok, die iets had geschreven over het Thaise concept Take care for papa and mama. Kinderen die uit liefde en dankbaarheid voor hun ouders zorgen.

Meneer De Vries snoof. “Onzin, sentimenteel gelul,” mompelde hij in zijn koffie, die inmiddels de temperatuur van een kraanwater bad had aangenomen. “Allemaal profiteurs. Geldwolven, dat is het.”

Hij wist waar hij het over had. Had hij immers niet zelf, met de precisie van een rechtbankverslaggever, jarenlang de financiële transacties van menig Thaise familie gadegeslagen? Hoe steevast elke maand een aanzienlijk deel van het inkomen van een brave expat verdween naar een vage oom, een zieke tante of een plotselinge noodzaak om de tempel een nieuwe geluidsinstallatie te schenken?

Nee, meneer De Vries liet zich geen sprookjes op de mouw spelden. Hij had genoeg gezien om te weten dat ‘zorg voor papa en mama’ in werkelijkheid betekende: zorg dat papa en mama de rekening niet hoeven te betalen. En wie draaide er uiteindelijk voor op? Juist. De nietsvermoedende farang die in een moment van zwakte had geloofd in termen als ‘familiewaarden’ en ‘respect voor ouderen’.

Met een verontwaardigde haal sloot hij zijn telefoon en keek om zich heen. Een Thaise jongeman rende zich het vuur uit de sloffen om een zware rijstzak op de brommer van zijn moeder te tillen. “Ja ja,” mompelde meneer De Vries, “allemaal toneel.”

Tevreden over deze conclusie leunde hij achterover. De wereld zat vol naïeve zielen, maar gelukkig hoorde hij daar niet bij…

Over deze blogger

Farang Kee Nok
Farang Kee Nok
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand, probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.

De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.

Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral lekker, dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!

2 reacties op “‘Je ergeren aan ergernissen’”

  1. PEER zegt op

    Heerlijke juistheid FKN,
    Juist door díé zuurpruimen komt de reaktie-ruimte op Thailand blog vol.
    Af en toe hoor ik daar ook bij, maar altijd met ‘n vrolijke noot.
    Blijf volhouden hè!

  2. Omar Ben Salaad zegt op

    En anders is er natuurlijk nog Nederland om je aan te ergeren. Zo mogelijk wordt het vaderland hier nog meer afgekraakt dan Thailand.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website