Zo nu en dan liet mijn vriendin de afgelopen tijd weten wel eens een keer naar het beroemdste bedevaartsoord van Thailand te willen. Het is zoals Mekka voor de Moslims en Lourdes voor de katholieken, hoewel Lourdes voornamelijk door zieken wordt bezocht. De plek ligt in het nationale park Khao Khitchakut in het zuidoosten van Thailand, op zo’n 1000 km afstand van Chiang Mai.

De dochter van mijn vriendin werkt in Phuket en ze liet weten graag mee te willen. Ze zou dan naar Bangkok vliegen, zodat we haar daar konden oppikken. Toen haar vriendin, die in Chiang Mai werkt dit hoorde, vroeg ze ons of ze ook mee mocht.

De 23e maart vertrokken we richting Bangkok. Als we richting het zuiden gaan, overnachten we altijd in Nakhon Sawan. De volgende dag reden we naar airport Bangkok, waar Me w, de dochter ons opwachtte. We deden het kalm aan en bezochten een paar veel bezochte tempels in en bij Chachoengsao o.a. de afbeelding van de roze Ganesha. Daarna naar het strand van Bang Saen. De volgende dag reden we naar Chantaburi, bekend als handelscentrum van edelstenen (o.a. robijn) en vele fruitplantages (o.a. de beroemde Durian).

Gedurende de laatste week van mei schijnt er een Wereld fruitfestival te worden gehouden. Op zo’n 20 km boven de stad ligt de beroemde plek, maar daar kom je niet zomaar. Het ligt nl. boven op een berg. Slechts in een bepaalde periode (half januari tot eind maart) is de beklimming er naar toe mogelijk. Dan maken honderdduizenden Thai en enkele buitenlanders daar gebruik van. We kwamen tegen vieren ’s middag bij de tempel aan. Enorme parkeerplaatsen en vele eettentjes. Bezoekers komen uit heel Thailand, met bussen vol. We wilden net kaartjes kopen voor een van de meer dan honderd pick-ups die de bezoekers naar een 8 km verder en hoger gelegen plek brengen, toen het behoorlijk begon te regenen.

We wachtten de bui af en besloten om in de omgeving een hotel of resort te zoeken om de volgende dag de tocht te maken. Maar er was geen hotel of resort te vinden, dus weer terug naar de tempel om toch maar in het donker de berg te beklimmen. Het was intussen droog. 24 uur per dag trekt een karavaan van pick-ups en mensen naar boven en naar beneden. Eigen vervoer is niet toegestaan. Je mag dit wel lopend doen. Kaartjes gekocht voor de pick-up, 100 Baht p.p. enkel.

Na een uur wachten waren we aan de beurt en hadden we een plek in een 4-D Toyota pick-up. Ik als oude man kreeg een plek naast de chauffeur. Een achttal personen in de laadbak. Ik vond het een dolle rit. Na een paar kilometer vlak stuk ging de verharde weg over op een rotsachtig, geribbelde, steile, soms heel smal bochtige weg. De passagiers werden behoorlijk door elkaar geschud. Hier was echte stuurmanskunst vereist, want ik zag onderweg vele pick-ups tegenkomen, die elkaar nauwelijks konden passeren. Ook liepen er mensen die deze tocht met de benenwagen deden. De gehele weg was redelijk verlicht. Op een plein, waar vanzelfsprekend weer veel souvenirskramen en eettentjes, stapten we uit en begonnen aan een voor mij toch wel een inspannende 1,2 kilometer lange beklimming. De beklimming duurde zo’n twee uur, want onderweg waren er vele plekken om wat te drinken, eten, maar vooral te tamboenen. 1 buitenlander zag ik onder al die Thai. Jong en oud ploeterden zich omhoog. Dragers sjouwden oudjes voor 1000 Baht in een stoel naar boven.

De hele route en de Boeddhabeelden waren bezaaid met gele bloemen. Constant hoorde ik uit de talrijke luidsprekers een luidruchtige stem die de mensen informeerden, maar ik hoorde wel vaak het woordje Baht. Boven aan de berg werden we plotseling geconfronteerd met een enorme ovale rotsblok. Honderden mensen drongen zich rondom een plek onder de rots en strooiden gele bloemen op een plek onder de rots, waar zich de footprint van Boeddha bevindt. Ik heb een enorme fantasie maar ik kon er geen voetafdruk in herkennen. Maar ja, ik was een uitzondering. Die duizenden Thai die dagelijks naar boven klimmen geloven erin.

In feite, tenminste dat denk ik als westerlingen, draait alles hier om geld. Hoe meer je doneert, hoe meer geluk, hoe beter het je gaat. Maar wie ben ik. Op de terugweg dezelfde rite. Wat me, denk ik, zal blijven herinneren aan deze trip is de vriendelijk- en behulpzaamheid, die van al de mensen afkomen. Misschien dat ik daarom wel in Thailand verblijf.

Ingezonden door Willem

4 reacties op “Bedevaart naar Wat Khao Khitchakut (lezersinzending)”

  1. Rob Tha Mai zegt op

    Toch niet goed voorbereid. De tempel is open normaal tussen eind januar en eind maart. Echter zodra de regen komt is het over en dicht. Het toezicht is nu veel scherper, vroeger gingen we 16 mensen in een 4×4 pick-up echter door de vele dodelijke ongelukken is dit nu verboden.
    Deze ongevallen worden nergens gemeld, zou negatieve reklame zijn. Trowens in de plaats Chanthaburi zijn veel hotels

  2. Erwin Fleur zegt op

    Beste Willem,

    Een bezoek lijkt mij erg leuk maar is dit vanaf half januari of het eind van januari te bezoeken?
    Toch is het niet om de ouderdom te doen om voor in te mogen zitten, u betaald en dat bepaalt
    alles.

    Leuke tip!

    Met vriendelijke groet,

    Erwin

  3. frank h vlasman zegt op

    Hoe meer je doneert hoe duidelijker wordt de VOETafdruk. Of zie ik dat verkeerd?? HG. Frank.

  4. Lieven Kattestaart zegt op

    Dit bezoek aan de Voetafdruk komt mij bekend voor. ( heb er ooit eens een klein stukje over geschreven op Trefpunt Azie en na het herlezen daarvan weet ik weer waarom ik mijn eigen voetafdrukken er liever niet achtergelaten had. ) Begin 2017 liet ik mij door mijn vrouw overhalen een bezoek te brengen aan deze voor de Boeddhisten zo belangrijke plaats. In de waan dat het om een mooi rustig Nationaal Park-bezoek zou gaan, met lommerrijke velden en rustige kabbelende bergbeekjes.

    Met een groepje andere Thaise ‘pelgrims’ uit ons dorpje een halve nacht in een busje doorgereden om uiteindelijk op deze plek te belanden. Op de parkeerplaats kabbelde alleen een luidspreker met onophoudelijk geneuzel, en verderop struikelde je werkelijk over de vele, vele stalletjes met Boeddha-parafernalia. En nog meer luidsprekers.
    Wat later met de hele groep een heuvel opgesleurd, waarbij de weg naar boven zo te zien compleet platgereden was door de jaarproductie van Toyota en Isuzu.

    Bovengekomen nog meer zalvende megafoons, rinkelende kassa’s en, ik durf het bijna niet te zeggen, een overvloed van Boeddha’s buidelkloppers.
    Lommer was er wel, maar het meeste bleek bedolven onder dik Thais beton.
    Dan nog een mega-lange trap op, en daarna had ik echt mijn zakken vol. Evenals mijn medereizigers die licht weeklagend naar boven strompelden, duidelijk buiten conditie zijnde.

    Alles draaide er om geld. Tenminste, als je het deze heiden vraagt. Het leek mij nog het meest op een Middeleeuwse aflaat-verkoop. Door bepijde zakenlui.
    Kon met de beste wil van de wereld de voetafdruk ook niet ontwaren, maar dat zal mijn gebrek aan geloof wel geweest zijn. Het enige leuke moment was toen ik spontaan in de de lach schoot bij het aanschouwen van een hooggeplaatste abt ,die gezeten op een soort troon hele stapels tasjes en portemonnees van gelovigen inzegende met een wijwaterkwast. Die had namelijk naast zich een kwispedoor staan waarin hij af en toe een flinke fluim deponeerde. De voor hem geknielde Thais keken het aan alsof hij net een wolkje heilig water gemorst had.

    Ik vroeg me af of de Nederlandse kerkganger ook zo stoicijns zou blijven als de dominee om de haverklap een verse rochel naast de kansel ketste. Mijn lach kreeg meteen een reactie van de Thais om me heen. Automatisch glimlachte men met mee, verheugd dat de farang het hier zo naar zijn zin had.

    Was blij later die dag bij Chantaburi aan zee te kunnen zitten .Resultaat van mijn geklaag? Mijn vrouw vond het een geweldige ervaring en wil later nog een keer gaan…


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website