Op 11 november wordt op tal van plaatsen in de wereld het einde van de Eerste Wereldoorlog herdacht. In Bangkok gebeurt dit traditioneel bij de Cenotaph aan de Britse ambassade waar de 25 gesneuvelde stafleden van deze instelling en gevallen Siamees-Britse expats worden herdacht. Ook het offer van de  11 in Siam residerende Fransen die tijdens La Grande Guerre om het leven kwamen wordt aan de Franse ambassade jaarlijks geëerd.

Sinds 1922 gebeurt dit ook aan het ietwat in het groen verscholen Siam War Memorial aan de rand van Sanam Luang. Dit witte schrijn bevat de as van de 19 Thaise militairen die als lid van de Siam Expeditionionary Force (S.E.F.) het leven lieten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het feit dat Siam zich tijdens de Grote Oorlog militair engageerde bewijst dat WO I in alle opzichten een mondiaal conflict was.

Bij het uitbreken van de oorlog stond de niet bepaald voor zijn zelfverzekerdheid bekend staande Siamese koning Vajiravudh voor een moeilijke keuze. Persoonlijk was de vorst, die van zijn 12e tot 22e in Engeland was opgeleid en ere-kolonel was van het regiment Durham Light Infantry pro-Brits georiënteerd maar een aantal sleutelfiguren uit zijn regering, die vooral beducht waren voor een versterking van Groot Brittannië’s  positie in de regio, waren heel wat minder anglofiel ingesteld. Enkele halfbroers van de koning waarvan de gewezen stafchef prins Paribatra – die sinds 1910 minister van Marine was – de belangrijkste was, trokken openlijk de Duitse kaart.  Tegenover hen stond de francofiele jongere broer van de koning, prins Chakrabongse, de om zij impulsiviteit beruchte stafchef van de Siamese strijdkrachten, een havik van het zuiverste water die liever meteen het Siamese leger wou inschakelen in de geallieerde oorlogsinspanning. Vajiravudh’s grootoom, prins Devawongse, die sinds 1885 onafgebroken en met verve de post van minister van Buitenlandse Zaken had bekleed, probeerde dan weer het koninkrijk buiten het conflict te houden zonder de Britten teveel te bruuskeren. Het gevolg van al dit gehakketak was dat Siam, net als China overigens,  officieel koos voor de neutraliteit.

Pas op zondag 22 juli 1917 verklaarde koning Vajiravudh – duidelijk geïnspireerd door de oorlogsdeelname van de Verenigde Staten – de oorlog aan de Centrale Mogendheden. Negen Duitse schepen die op de Chao Praya afgemeerd lagen werden meteen in beslag genomen en aan de ketting gelegd. 296 Duitse en Oostenrijkse inwoners van Siam, waaronder 43 vrouwen en 58 kinderen verdwenen, in afwachting van hun deportatie naar India, in een interneringskamp waar Ferdinand Jacobus Domela Nieuwenhuis, de openlijk Duitsgezinde Nederlandse zaakgelastigde in Bangkok zich over hen ontfermde.

Ondanks het feit dat verschillende regeringsleden voorbehoud hadden gemaakt omwille van de hoge kosten die hiermee gepaard zouden gaan volgde op 21 september 1917 een oproep tot oprichting van de Siam Expeditionary Force. Deze eerder symbolische want beperkte legermacht zou bestaan uit transporttroepen, medisch en luchtmachtpersoneel dat onder leiding van generaal-majoor Phraya Bijai Janriddhi zou ingezet worden ter ondersteuning van de geallieerden aan het Westelijke front. Janriddhi was een cavalerie-officier die acht jaar in Frankrijk had gestudeerd en daarna nog vier jaar in België een officiersopleiding had gekregen. In het geallieerde kamp werd sceptisch gereageerd op het Siamese initiatief. Niemand zat echt te wachten op onervaren troepen die bovendien qua getalsterkte,  amper die van een bataljon overstegen. Zelfs de gewone  militairen reageerden ietwat lacherig op de Siamese oorlogsdeelname. De Vlaamse oorlogsvrijwilliger korporaal Jeroom Leuridan bijvoorbeeld, vroeg zich in zijn dagboek sarcastisch af of de Siamese gevechtsolifanten wel zouden kunnen aarden in de Vlaamse modder…

Desalniettemin meldden zich duizenden jongemannen als oorlogsvrijwilligers maar uiteindelijk werden er 1.284 geselecteerd. Na het afronden van hun basisopleiding scheepten de mannen van de S.E.F. op 20 juni 1918 in Ko Sichang in  richting Frankrijk en de oorlog. De S.E.F. voer overigens uit onder een nieuwe vlag, de rood-wit-blauwe Thong Trairong, die de oude vaandel met de witte olifant op een rode achtergrond verving. Thailand dankt haar huidige vlag dus aan de Eerste Wereldoorlog…

De Siamese troepen arriveerden na een bewogen zeereis, eind juli 1918 in Marseille. Ze kregen er al meteen een koude douche want ze lagen een paar dagen voor op schema, zodat er geen verwelkomingsplechtigheid was. Bovendien hadden de Fransen hen aanvankelijk – volkomen verkeerd  – voor een paar scheepsladingen Vietnamese frontarbeiders gehouden… De Siamese troepen, die voor een intensieve frontopleiding, over verschillende oefenplaatsen werd verdeeld, hadden overigens al snel door dat er nog weinig militaire eer te rapen viel. De S.E.F. was in Frankrijk aangekomen nadat de geallieerden het laatste grootschalige Duitse offensief hadden afgestopt en slechts enkele dagen voor de Slag bij Amiens losbarstte die het geallieerde 100-Dagen Eindoffensief inluidde.

Toen het transportkorps in oktober als eerste eenheid van de S.E.F. in de buurt van Chalons daadwerkelijk operationeel werd bleek al snel dat vooral de communicatie met de Fransen heel wat te wensen overliet. Dit had niet alleen met het gebrek aan tolken te maken maar zeker ook met de mentaliteit en de vooroordelen van de Fransen ten opzichte van hun kersverse bondgenoten die in de ogen van heel wat, zich superieur voelende Franse officieren geen haar beter waren dan de koelies in Indochina… De spanningen liepen in korte tijd zelfs zo hoog op dat de Siamese regering ernstig overwoog de S.E.F. terug te trekken maar voor dit kon gebeuren werd op 11 november de wapenstilstand getekend. Dit betekende echter niet dat de Siamezen meteen naar huis konden. De S.E.F. maakte nog een half jaar deel uit van de bezettingstroepen in het Rijnland en mocht, een paar weken voor het definitieve vertrek naar Bangkok, in juli 1919 deelnemen aan de grootschalige overwinningsparades in Parijs, Londen en Brussel. Het gros van de S.E.F. werd in september 1919 gerepatrieerd. Ze brachten de gecremeerde resten mee van 19 van hun kameraden die in Europa waren overleden. Niet één van hen was als gevolg van oorlogshandelingen gedood. Ze waren ofwel verongelukt ofwel aan ziekte bezweken.

De militaire impact van de Siam Expeditionary Force was minimaal geweest, maar dat kan niet  worden beweerd van de politieke consequenties die uit dit engagement voortvloeiden.. Siam was de enige natie in Zuidoost Azië die tijdens het conflict de oorlog had verklaard aan de Centralen. Hierdoor verwierf het naoorlogs internationaal prestige en erkenning  én versterkte het haar claims op soevereiniteit. Het land werd  niet alleen stichtend lid van de Volkerenbond – voorloper van de Verenigde Naties – maar wist ook de revisie en zelfs afschaffing van voor haar nadelige verdragen af te dwingen bij de Verenigde Staten en de machtige koloniale buren Frankrijk (Indochina) en Groot-Brittannië (Birma & Maleisië).

Op 9 oktober 2003 stierf in Phitsanulok de 104-jarige Yod Sangrungruan. Deze gewezen luchtmacht mechanicus was de laatste overlevende veteraan van de Siam Expeditionary  Force. Hiermee verdween de laatste getuige van een conflict dat intussen bijna uit het collectieve geheugen van Thailand is gewist.

5 reacties op “Het – bijna – vergeten verhaal van de Siam Expeditionary Force”

  1. Daniel VL zegt op

    Interessant om weten, weer iets bijgeleerd. Ik wist dat er in de Vlaamse westhoek Indiërs gesneuveld zijn maar heb nooit iets over dit gebeuren gelezen. Dank.

  2. Lung Hans zegt op

    Heel interessant schrijven. Erg fijn om ook over dit stuk van de Thaise geschiedenis iets meer te weten. Mijn Thaise vrouw kon mij hierover niets vertellen. Ik ben er verbaasd over dat zoveel vrijwillegers zich gemeld hebben om aan deze expeditie deel te nemen. Was dat zucht naar avontuur? Voelden ze zich echt geroepen om in het verre Europa voor vrijheid en democratie te gaan vechten? Kregen ze een redelijke vergoeding van de Thaise regering?

  3. Tino Kuis zegt op

    Goed verhaal dat ik met plezier heb gelezen.

  4. Rob V. zegt op

    Bedankt ลุง/Loeng Jan. Wat betreft de nieuwe vlag van Siam, het eerste ontwerp nieuwe uit 1916 was rood-wit-rood-wit-rood. Een columnist merkte op dat de middelste aan beter blauw kon zijn als verbinding met de primaire kleuren van de geallieerden (Franse, Engelsen, Amerikanen). De koning was het daarmee eens dus de vlag van 1917 had blauw er bij.

    Zie: https://www.crwflags.com/fotw/flags/th1916.html

    In het National Memorial museum ( อนุสรณ์สถานแห่งชาติ ) is er voor o.a. de WO1 aandacht. Wel met een nationalistisch geromantiseerd tintje maar ach. Het museum ligt net ten noorden van Don Muang airport. Dagelijks geopend behalve feestdagen, gratis toegang. Het luchtvaartmuseum is ook in de buurt.
    Zie: http://www.thainationalmemorial.org/

  5. JanPonsteen zegt op

    Prima verhaal, blij dit te weten, diplomaties erg belangrijk voor Thailand geweest begrijp ik zo.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website