Kritiek op arrestaties ‘men in black’; eerder onderzoek getorpedeerd
Bangkok Post maakt het me vandaag niet gemakkelijk om feit en fictie te onderscheiden en om een helder resumé te geven van het belangrijkste nieuws: de nasleep van de aanhouding vorige week van vijf zogeheten ‘men in black’. De vier mannen en een vrouw worden verdacht van betrokkenheid bij de gevechten tussen roodhemden en leger op 10 april 2010 op de Khok Wua kruising. Ik doe een poging.
De krant heeft kritiek op de wijze waarop de politie de zaak in de publiciteit heeft gebracht met een presentatie, waarbij de verdachten gekleed gingen in een zwart jack en balaclava (bivakmuts), en met een reconstructie waarbij een verdachte gefotografeerd kon worden met een M79 granaatwerper. ‘Duidelijk georkestreerd om publiciteit te krijgen in plaats van bewijsmateriaal.’ De krant vindt het ook raar dat de vrouwelijke verdachte beide keren ontbrak.
Een tweede ‘nieuwsfeit’ wordt in het openingsartikel toegeschreven aan een bron bij het Department of Special Investigation (DSI). Volgens deze bron heeft de DSI dossiers over alle ‘men in black’, zwaarbewapende mannen die zich in 2010 in de roodhemd gelederen bevonden. Het onderzoek naar de zwarte brigade, die volgens de roodhemden een bedenksel is, zou gestopt zijn door een ‘powerful’ politicus tijdens het bewind van premier Yingluck. De instructie was: de mannen in het zwart bestonden niet en er waren geen gewapende elementen. Het DSI-personeel dat er onderzoek naar gedaan had, zou zijn overgeplaatst.
Een derde nieuwsfeit is afkomstig van een groep die zich People’s Information Centre on the April-May 2010 Crackdown Impact (PIC) noemt. In een verklaring roept de groep de bevolking op zich niet te laten misleiden door de arrestaties. De PIC erkent het bestaan van ‘mannen in het zwart’, maar zegt dat er geen dwingend bewijs is de vijf verdachten verantwoordelijk te stellen voor de doden op 10 april 2010 op de Din So Road. De soldaten die daarbij omkwamen, stierven door granaatontploffingen, niet door geweervuur zoals beweerd is door de politie.
Ook Sunai Phasuk, Thailand-vertegenwoordiger van Human Rights Watch, heeft het over misleiding van de bevolking. ‘Of zij de daders zijn of niet, dient in de rechtszaal te worden bewezen, niet op een georkestreerde wijze die aan de rechtsgang vooraf gaat.’
Vierde nieuwsfeit: Raadselachtig is de aanhouding van Kittisak Soomsri, een van de verdachten. Hij werd op 5 september door soldaten aangehouden, een week voordat hij op de politiepersconferentie werd gepresenteerd. De krant vraagt zich af in wiens detentie hij zich bevond en hoe lang hij door het leger is vastgehouden alvorens hem over te dragen.
De krant ten slotte noemt het een ‘welcome move’ dat de DSI (de Thaise FBI) het onderzoek overneemt. ‘Hopelijk betekent dit dat frissere en meer onafhankelijke ogen naar het bewijs kijken voordat de zaak naar de rechter gaat.’ Voorts noemt de krant de timing van de arrestaties en presentatie ‘merkwaardig’ omdat die samenviel met de publicatie van een rapport van Amnesty International waarin scherpe kritiek wordt geuit op de staat van beleg en arrestaties.
Pfff, het staat op papier. Ik hoop dat het allemaal te volgen is. Het is wellicht verstandig ook de vorige posting te lezen: Roodhemd ongeregeldheden 2010: Vijf ‘men in black’ aangehouden.
(Bron: Bangkok Post, 14 september 2014)