De Maleise mocassinslang (Calloselasma rhodostoma) is een slang uit de familie adders (Viperidae). Het is de enige soort uit het monotypische geslacht Calloselasma. De slang werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Heinrich Kuhl in 1824.

De Maleise mocassinslang (Calloselasma rhodostoma), ook wel bekend als de Malayan pit viper, is een giftige slang die voornamelijk voorkomt in Zuidoost-Azië. Het leefgebied van deze slang strekt zich uit over landen als Maleisië, Indonesië, Thailand, Cambodja, Vietnam en Myanmar. De Maleise mocassinslang is een lid van de familie Viperidae en behoort tot de groep van pitadders.

Uiterlijk

De Maleise mocassinslang heeft een vrij gedrongen lichaam met een gemiddelde lengte tussen de 60 en 80 centimeter, hoewel sommige exemplaren wel 100 centimeter lang kunnen worden. De kleur van de slang varieert van lichtbruin tot donkerbruin met donkere dwarsstrepen of -banden. De buikzijde is meestal lichter van kleur en soms voorzien van een licht patroon. De kop van de slang is opvallend driehoekig en de ogen hebben verticale, elliptische pupillen.

Gedrag en leefomgeving

De Maleise mocassinslang is een solitaire, voornamelijk nachtactieve slang die zich overdag graag schuilhoudt tussen bladeren, onder boomstronken of in holen. Deze slang komt voor in verschillende habitats, waaronder bossen, graslanden en landbouwgebieden. De Maleise mocassinslang is een goede zwemmer en kan ook vaak in de buurt van water worden aangetroffen.

Voeding

Deze slang voedt zich voornamelijk met kleine zoogdieren, zoals knaagdieren, maar eet ook vogels, kikkers en reptielen. Dankzij hun warmtegevoelige groef tussen de neus en het oog, de zogenaamde ‘pit’, kunnen ze warmbloedige prooien opsporen en vangen.

Voortplanting

De Maleise mocassinslang is een eierlevendbarende soort, wat betekent dat de eieren in het lichaam van het vrouwtje uitkomen. Na een draagtijd van ongeveer 6 maanden worden 5 tot 20 jongen geboren. De jongen zijn bij de geboorte ongeveer 20 centimeter lang en al volledig zelfstandig.

Gif

Het gif van de Maleise mocassinslang is hemotoxisch, wat betekent dat het schade aanricht aan het bloed en de weefsels van het slachtoffer. Een beet van deze slang kan leiden tot ernstige zwelling, bloedingen en in sommige gevallen zelfs tot de dood. Hoewel deze slang van nature niet agressief is, zal hij zich verdedigen als hij zich bedreigd voelt. Het is daarom belangrijk om voorzichtig te zijn in gebieden waar deze slang voorkomt en om een eventuele beet direct medisch te laten behandelen.

Bijzonderheden en kenmerken van de Maleise mocassinslang (Calloselasma rhodostoma)

  • Naam in het Engels: Malayan Pit Viper
  • Naam in het Thais: งู กะปะ (ngu ga pha)
  • Wetenschappelijke naam: Calloselasma rhodostoma, Heinrich Kuhl (1824).
  • Komt voor in: Nepal, Thailand, Cambodja, Laos, Vietnam, Myanmar, Maleisië en op het Indonesische eiland Java.
  • Eetpatroon: Voornamelijk ratten en muizen.
  • Habitat: Heeft een voorkeur voor kustbossen, bamboestruiken, ongebruikte en overwoekerde landbouwgrond, boomgaarden, plantages en bossen rond plantages.
  • Giftigheid: Deze slang heeft de reputatie slecht gehumeurd te zijn en snel toe te slaan. In Noord-Maleisië is de reptiel verantwoordelijk voor ongeveer 700 incidenten met slangenbeten per jaar en een sterftecijfer van ongeveer 2 procent. Het gif veroorzaakt ernstige pijn en plaatselijke zwelling en soms weefselnecrose, maar sterfgevallen komen niet vaak voor. Veel slachtoffers blijven achter met disfunctionele of geamputeerde ledematen vanwege het gebrek aan antigif en vroege behandeling.

In een onderzoek uit 2005 van 225 beten in Thailand hadden de meeste slachtoffers milde tot matige symptomen, maar 27 van de 145 patiënten (18,6%) ontwikkelden permanent gezwollen ledematen. Er waren slechts twee sterfgevallen (gerelateerd aan intracerebrale bloeding) en geen amputaties. Het in Thailand vervaardigde antigif leek effectief in het omkeren van de bloedstolling veroorzaakt door het gif. In een prospectieve fase van het onderzoek kwamen beten het hele jaar door voor, maar meestal vroeg in het moessonseizoen (mei en juni).

8 reacties op “Slangen in Thailand: De Maleise mocassinslang (Calloselasma rhodostoma)”

  1. kees zegt op

    Leuk de serie over slang. Ik denk dat ieder mens wel gebiologeerd is door dit kruipend wezen. Maar is de verstrekking van een eventuele tegengif gemakkelijk te verkrijgen? Heeft iedere hulppost (ziekenhuizen, klinieken) Wel éen of meerdere serums in huis?

    • Caspar zegt op

      In ons plaatselijke ziekenhuis hangt een bord met voorbeelden van slangen, als je gebeten bent moet je aanwijzen welke het is geweest??
      Als het al niet te laat is natuurlijk voor hem aan te wijzen ??

    • Ton zegt op

      Thailand heeft een goede voorziening van tegengif. Het wordt in Bangkok bij het QSMI (Queen Saovabha Memorial Institute, ook wel bekend als het Thaise Rode Kruis/ Snake farm) geproduceerd. Op dit vlak loopt Thailand erg vooruit op de naburige landen waar tegengif slecht verkrijgbaar is. In Thailand hebben in principe alle overheidsziekenhuizen het tegengif voor de algemene soorten op voorraad.
      Er zijn twee polyvalent tegengifsoorten, eentje voor de adderachtige wat veelal de groene bamboeadders maar ook deze Malayan Pit Viper zijn. En een polyvalent voor de elapids zoals de kraits en de cobra’s. Er zijn ook zogenaamde monovalent tegengif opties als de soort die het slachtoffer gebeten heeft bekend is.

      Je hoeft de slang niet zelf te identificeren, de dokters kunnen met een bloedtest vaststellen of het om een van de adderachtigen gaat of een van de elapids. En het wordt niet langer aangeraden om de slang dood te maken en mee te nemen omdat dit alleen maar het risico op meer beten vergroot en bovendien dient het slachtoffer zo rustig mogelijk te blijven om het gif niet sneller door het lichaam te verspreiden dus niet achter een slang aan gaan met de extra inspanning die dat met zich meebrengt. Heb je de mogelijkheid de slang te fotograferen met je mobiel dan is dat is dat nooit weg, maar je moet er rekeing mee houden dat dokters meestal geen slangenfreaks zijn en dus moeilijk een slang kunnen identificeren. Enkele Thaise vrienden van me helpen soms wel mee om soorten te identificeren voor ziekenhuizen, maar helaas hoor ik daarvan ook nog weleens dat de dokters te eenkennig zijn en het niet willen aannemen.
      De lokale slangenkennis is helaas erg beperkt. Ik kan een paar zeer enthousiaste slangenliefhebbers die enorme kennis hebben, maar verder heb ik helaas gemerkt dat 99% van de locals helaas slecht op de hoogte zijn en vaak soorten misidentificeren. Het is ook niet makkelijk met zo’n 230 soorten slangen in dit land. Maar goed ik dwaal af.

      Adderbeten zijn het meest talrijk van de gifslangbeten in Thailand. Maar zijn zoals correct genoemd in dit artikel maar zelden fataal. Deze Malayan Pit Viper (Calloselasma rhodostoma) heeft vrij sterk gif wat zeer pijnlijke ervaring zal veroorzaken, de gevaarlijkste adderachtige in Thailand is de Siamese of Eastern Russell’s Viper (Daboia siamensis). De diverse groene bamboeadder soorten zijn niet heel extreem. Ik ken persoonlijk diverse medeslangenfanaten die gebeten zijn door de algemenere soorten. Sommige zijn zonder tegengif daar doorheen gekomen. Een enkeling heeft wel tegengif gehad en zelfs een anaphylactische shock gehad in reactie op het tegengif (wat vrij veel voorkomt, maar in gecontroleerde omstandigheden in het ziekenhuis meestal goed te overkomen is; dat is ook een reden waarom het weinig zin heeft om zelf tegengif te kopen en mee in het veld te nemen, kan gevaarlijker zijn dan de beet zelf.).

      Maar al met al zit je best veilig in Thailand ondanks de grote hoeveelheid slangen die er leven.

  2. Joop zegt op

    Net als de vogels een bijzonder aardige (nuttige) en informatieve serie. Hulde daarvoor.

  3. Sjaak zegt op

    Jammer dat deze serie niet eerder is begonnen. Ik heb al 5 of 7 soorten gezien.
    Maar een voordeel ik zie de slangen nog regelmatig, dus deze serie is echt nodig.

  4. T zegt op

    Informatieve en nuttige serie zeker voor mensen die in Thailand wonen of langer verblijven.
    En zeker voor degene die niet in enorme steden als Bangkok of Pattaya verblijven maar in meer natuurrijk gebied.

  5. Rob zegt op

    Ik ben als de dood voor slangen. Als ik elke dag zo een stukje op Thailandblog lees. Dan durf ik het vliegtuig niet meer in.

  6. Bert zegt op

    Ik heb vroeger mèt slangen en andere reptielen gewerkt.
    Ik word er erg vrolijk van deze afleveringen hartelijk dank uit


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website