‘Wat zegt een glimlach echt in Thailand?’

Thailand heeft geen volkslied nodig. Geen dreunende trompetten of gezwollen zangpartijen. Het heeft een krachtiger symbool: de glimlach. Een volkslied dat geen noten nodig heeft, maar zich moeiteloos verspreidt in straatmarkten, tempels en rijstvelden.
Nu heeft de Europese mens, murw gebeukt door fiscale druk en overvolle treinen, de neiging om achter elke vriendelijke blik een dubbele agenda te vermoeden. Wat wil deze persoon van me? vraagt hij zich af terwijl hij nerveus zijn portemonnee bevoelt. Maar in Thailand is een glimlach geen strategische zet, geen sluwe marketingtechniek, het is de natuurlijke staat van het gelaat.
Althans, dat dacht ik.
Want wie zich langer dan een paar weken door Thailand beweegt, ontdekt al snel dat er nuances zijn. Er is het open, warme lachje van de marktvrouw die je net iets te veel wisselgeld teruggeeft – per ongeluk of uit pure goedheid, dat blijft een raadsel. De verontschuldigende grimas van de ober die een hele schotel pad thai over je broek laat glijden. En de brede, tandeloze giechel van een monnik die je in een tempel een wijsheid influistert waarvan je de betekenis pas drie dagen later doorgrondt.
De glimlach in Bangkok en Pattaya
Bangkok is een stad die lacht met de energie van een straatverkoper die al duizend schoenen heeft aangeprezen en er nog duizend moet slijten. Hier heeft de glimlach tempo, een zakelijke souplesse. Een grijns kan tegelijkertijd vriendelijk én berekenend zijn, als een vis die zwemt met de stroming mee. In een winkelstraat in Sukhumvit kun je begroet worden met een stralende blik, slechts om drie seconden later een rekening onder je neus geschoven te krijgen die verdacht veel lijkt op een financieel rampscenario.
Pattaya, op zijn beurt, heeft de lach als exportproduct verheven. Hier is hij een handelsmerk geworden, een verplichte accessoires die soms net iets te wijd en net iets te lang op het gezicht blijft hangen. Wie de stad binnenloopt, waant zich in een showroom vol opgeplakte vriendelijkheid, waar het moeilijk te onderscheiden is wie glimlacht uit oprechte sympathie en wie simpelweg zijn maandelijkse huur probeert binnen te halen.
Toch is niet elke glimlach dezelfde. Waar de lach in Bangkok een instrument van handel is, voelt die in het Noorden meer als een gebaar van rust. Alsof de mensen hier niet glimlachen om iets te bereiken, maar gewoon omdat het de natuurlijke stand van hun gezicht is.
De Lanna-glimlach
In Chiang Mai en de omliggende dorpen is de glimlach zachter, als een hand die een bloem streelt in plaats van een deur openhoudt voor een fooi. Hier heerst de Lanna-mentaliteit nog, een overblijfsel van het oude koninkrijk dat ooit onafhankelijk was van de rest van Thailand. De mensen hier hebben de haast niet van Bangkok, noch de commerciële scherpte van Pattaya. Hun lach is niet iets wat getoond wordt met een doel, maar een uiting van oprechte welwillendheid.
Ik herinner me een ontmoeting met een oude monnik in een tempel buiten Chiang Rai. Hij keek me aan met een lach die geen enkele boodschap leek te dragen behalve de kalme zekerheid dat alles was zoals het moest zijn. Geen verborgen agenda, geen onderliggende bedoelingen, slechts een uitdrukking van innerlijke tevredenheid.
En zo is de glimlach in Thailand even veelzijdig als een goed geschreven roman: gelaagd, mysterieus en met ruimte voor interpretatie. Voor de haastige toerist is het een vriendelijke begroeting, voor de oplettende reiziger een venster op de ziel van een land dat zijn emoties niet schreeuwt, maar glimlachend verwoordt.
Of een glimlach nu een verkooptechniek is of een oprechte blijk van vriendelijkheid, doet er eigenlijk niet toe. Want een glimlach, in welke vorm dan ook, is het enige betaalmiddel ter wereld dat nooit in waarde daalt…
Over deze blogger

-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Leuk verhaal en zoals bij elk verhaal, iets om over na te denken. Voor mezelf kan ik niet zeggen dat ik een murw gebeukte Europiaan, Nederlander ben. Ik ben hier net 4 maanden, dus weet nog goed hoe het was. Niet elke NL gaat met volle treinen naar het werk en ik ging ook niet gebukt onder al te veel gedoe noem ik het liever. Het is maar net hoe je het bekijkt en er mee omgaat. Als je in Nl regelmatig gebukt gaat onder allerlei gedoe, zul je die hier hoogstwaarschijnlijk ook tegen komen.
Zo is het denk ook met de glimlach. Ik vind het leuk om te lezen wat de mogelijke verschillen per regio zijn. Toch is voor mij elke glimlach weer anders, iets persoonlijks en vind ik het wat makkelijk om dit in groepjes in te delen. Zo en zo jammer dat mensen, individuen ergens onder verdeeld worden. De glimlach of het gedrag van een ander is naar mijn idee ook een afspiegeling van jezelf.
De ene dag stoor ik mij aan iemand, die te langzaam rijdt en de volgende dag valt het niet eens op en rijdt ik er fluitend omheen. Ik heb wel eens een aanvaring met de heksen afdeling van mijn lievelijke echtgenote. Na zo een moment heb ik even geen behoefte aan wat voor glimlach dan ook. Hmm zit ik in een soort killmodus. Hoe ga ik hier mee om en hoe helpt een ander, of een glimlach mij hiermee?
Ik kan lekker boos blijven en mijn dag laten vergallen als slachtoffer van wat mij ook is aangedaan, of het naast mij neerleggen. Een glimlach opzetten, naar de markt gaan en ook weer een glimlach terugkrijgen. Hoe oprechter ikzelf ben in mijn glimlach, hoe meer de glimlach van een ander ook oprecht is. Ik denk dat ik terug krijg van wat ik zelf ben. Een afspiegeling van jezelf van de ander, het is maar hoe je er zelf inzit, wat jij wilt.
Tijdens een training ooit eens een andere visie gekregen over feedback. Daar leerde ik dat feedback 50% iets over jezelf kan vertellen en 50% iets over de ander. Nu kun je over de verhoudingen discussies voeren, maar gebruik het eens als uitgangspunt. Dan kun je heel veel over jezelf leren.
De dag dat ik zit te tieren over mijn medeweggebruikers, azoos grrr en er voorbij scheur. Wie is hier de azoo eigenlijk? Mijn feedback, mening over de ander zegt ook iets over mezelf en hoe ga ik hiermee om. Hoe wil ik ermee omgaan. Smile
Groetjes Frans
Juist FKN,
Jouw laatste regel!
Niet op ‘n tegeltje, maar groots in beton gieten
Klopt precies, afgelopen januari verbleef ikmin t noorden en daar is de glimlach, de belangstelling voor je toch meer oprecht en uit ’t hart. Tuurlijk verdienen ze graag wat asn je , maar daar is niks op tegen.
Ook daar zijn echt toeristische dingen waar alles supercommercieel is , zoals de theeplantages boven Chiang Ray en het “Langnekvillage”…. verschrikkelijk.
Maar dat heeft dan ook weinig te maken met de echte Thaise cultuur . De sfeer in t algemeen is in t noorden veel ontspannender .