De mythe Jim Thompson
Het leven van Jim Thompson in Thailand is haast legendarisch. Ben je in Thailand (geweest), dan is die naam bekend en weet je ook wel een beetje wat hij zoal gedaan heeft.
Deze Amerikaan kwam tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog naar Bangkok, in dienst van de voorloper van de CIA. Hij verwierf een reputatie als gastheer, bon vivant, estheet en kunstverzamelaar. Hij begon een glamoureus bedrijf in zijde, dat nog steeds zijn naam draagt, en bouwde een huis dat nog steeds een belangrijke toeristische attractie in Bangkok is. In 1967 verdween hij op mysterieuze wijze, wat natuurlijk bijdroeg aan het uitgroeien van de legende over hem.
Er is van Joshua Kurlantzick, een politiek analist van Zuidoost-Azië, een nieuw boek verschenen, dat weliswaar een diepgaander portret van Thompson schetst, maar tegelijkertijd het mysterie vergroot in een context van de Koude Oorlog in de Verenigde Staten en Zuidoost-Azië.
Talentvol
Thompson werd geboren in een bemiddelde familie aan de Oostkust en bracht zijn jeugd tamelijk lanterfantend door, daarbij ook nog verkerend in “socialistische” kringen. Toen hij ongeveer midden dertig jaar was, realiseerde hij zich dat hij bezig was in de maatschappij weg te glijden en ging wanhopig op zoek naar een baan waarin hij een rol kon spelen in de Tweede Wereldoorlog. Met wat geluk, maar ook door zijn gebleken talent in de opleiding – iets dat men gezien zijn vroeger leven nauwelijks voor mogelijk had gehouden – kreeg hij een goede baan bij de OSS, de voorloper van de CIA en vertrok naar Thailand toen de oorlog eindigde.
De Amerikanen werden als bevrijders van Thailand gezien, gingen in mooie huizen wonen en ontmoetten veel belangrijke mensen. Het Amerikaanse beleid werd ter plaatse gemaakt, want in feite wisten de Amerikanen nauwelijks iets van Thailand af. In deze geboden ruimte van denken kregen Thompson en andere pioniers de gelegenheid contacten te leggen met de nationalisten en idealisten om zodoende te werken aan nieuw postkoloniaal tijdperk van vrijheid en democratie.
Thompson raakte bevriend met Pridi Banomyong en hij had contacten met protorevolutionairen in Indo-China, met inbegrip van Ho Chi Minh. Daarnaast begon hij een bedrijf in zijden stoffen. Die vage periode in de Amerikaanse politiek duurde echter niet lang. Zo rond 1950 was de gedachte in Washington, dat diegenen, die in vrijheid en gelijkheid geloofden, waarschijnlijk communisten waren of zouden worden. De Amerikaanse politiek was er vervolgens op gericht om de oude militaire regimes in ere te herstellen en die te ondersteunen om die “communisten” te elimineren. Thompson verloor vanaf 1947 steeds meer steun vanuit de CIA, hoe precies, is niet geheel duidelijk. Zijn politieke contacten in Bangkok werden ofwel in ballingschap gedreven (zoals Pridi) ofwel simpelweg vermoord.
De Amerikaan protesteerde nog wel tegen een politiek besluit, die uiteindelijk naar de Vietnam-oorlog leidde, maar hij werd steeds meer een blok aan het been van de CIA. Er werd ook een onderzoek ingesteld naar zijn “on-Amerikaanse activiteiten”, maar daaruit volgden geen beschuldigingen. Thompson kwam nog wel goed door de jaren vijftig vooral door de stijgende bekendheid en winstgevendheid van zijn zijdehandel, maar ook door zijn reputatie als estheet, gastheer, kunstverzamelaar en zijn “persoonlijkheid”.
Contrast
In sommige van de beste passages van dit boek, schetst Kurlantzick het contrast tussen de werkwijze van Thompson en ene Willis Bird. Bird had geen politieke voorkeur en was bereid om als bemiddelaar op te treden tussen Washington en wie dan ook. Hij werd de favoriete loopjongen van de militaire dictators van Thailand, deed het vuile werk van de Indochina oorlog en hield zodanig Washington uit de wind. Bird was de stille maar lelijke Amerikaan, terwijl Thompson’s rol minder en minder werd door zijn openheid. Bird werd rijk en bereikte een zeer hoge leeftijd, terwijl het leven van Thompson als een kaartenhuis inzakte.
Tegen de jaren 1960 was het schilderachtige Bangkok, waar Thompson zoveel van hield met Amerikaanse steun danig veranderd. Zijn geliefde Laos werd door de Amerikanen plat gebombardeerd. Zijn zijdebedrijf werd geteisterd door concurrenten en rip-off kunstenaars. In het midden van de jaren zestig was hij ziekelijk geworden, depressief en opvliegend.
Speculaties
Voor zijn plotselinge verdwijning heeft Kurlantzick geen nieuw bewijsmateriaal, maar wel een mooi overzicht van de buitengewone aandacht die zijn verdwijning kreeg. Hij twijfelt aan een gerucht dat hij bij een ongeval om het leven is gekomen, gezien het feit dat geen enkele van de vele zoekacties enig bewijs hiervoor heeft opgeleverd. Ook zelfmoord sluit hij praktisch uit. Hij is geneigd te geloven dat hij door zakelijke of politieke vijanden eenvoudig uit de weg geruimd is. Hij wijst met wat toespelingen met zijn vinger naar de CIA, die het dossier van Thompson nooit heeft vrijgegeven. Kurlantzick houdt geen rekening met de vraag of Thompson uit eigen beweging verdwenen is, hoewel het boek toch enkele vingerwijzingen in die richting geeft.
Kurlantzick geeft een heleboel nieuwe informatie uit interviews met overlevenden uit de kringen rondom Thompson en uit privé-documenten. De zakelijke, politieke en persoonlijke onderdelen van het plot zijn netjes met elkaar verweven, waardoor het boek op een ontspannende manier zeer leesbaar is. Hij suggereert dat de idealistische opvatting van Thompson over de rol van de Verenigde Staten in Zuidoost-Azië nu bewaarheid is geworden. Hoewel dit een zeer aangenaam boek is, die de persoonlijkheid van Thompson dieper uittekent, komen er ook veel vage passages in voor die overigens voor de instandhouding van de legende niet van belang zullen zijn.
Het boek (272 bladzijden) heet: The Ideal man, the tragedy of Jim Thompson and the American Way of War en is dus geschreven door Joshua Kurlantzick. De uitgever is: John Wiley & Sons Inc, New Jersey, 2011. Verkrijgbaar bij Kinokuniya en Asia Books voor 825 Baht. ISBN: 978-0-470-08621-6. In Nederland is het boek verkrijgbaar bij Bol.com: www.bol.com
Deze beknopte recensie is geschreven door historicus Chris Baker en recent gepubliceerd in The Bangkok Post.
– Herplaatst bericht –
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Eten en drinken15 oktober 2024Kopitiam Restaurant in Old Phuket Town
- Cultuur9 oktober 2024De soapseries in Thailand
- Achtergrond28 september 2024Nightingale-Olympic: het eerste warenhuis van Bangkok
- Eilanden21 september 2024Tarutao National park bij Satun
Het Jim Thompson’s House, zoals wij het nu als museum kennen, is niet door JT zelf ontworpen.
Het is een verzameling oude, teakhouten traditionele Thaise woningen, die JT in 1959 uit Ban Krua en Ayutthayaha opkocht en liet herbouwen op de plek waar ze nu nog steeds staan, hij woonde hier tot aan zijn verdwijning.
Thompson was een enthousiast verzamelaar van antiek en kunst uit heel Zuidoost Azië en zijn collectie staat er grotendeels nog net zo bij als toen hij in 1967 in Maleisië verdween.
Het JT House is één van de best bewaard gebleven traditionele Thaise huizen en ademt nog steeds een huiselijke sfeer uit.
Een bezoek meer dan waard!
Jammer dat ik nu lees dat er weer een boek over Jim Thompson is. Dus nog even wachten tot dat we weer in Bangkok zijn. Het boek unsolved mysteries is ook een aanrader wel in het Engels geschreven maar dat is voor mij geen probleem.
Interessant,mijn vrouw heeft daar nog gewerkt bij het Jim Thomson House museum,kwam er elke dag alhoewel ik geen museum liefhebber ben 😉
Met zelfs een stukje Belgische kunst in het Jim Thompson House.
“The chandelier above was made in the famous Belgium town of Val St Lambert. It is believed that it was originally been in a former Bangkok palace before being bought by Jim Thompson. ”
http://www.hotelthailand.com/ezine/2001/issue3/zine3.html
http://www.val-saint-lambert.com/index/art-du-cristal/lang/en